Performance / Circus

Nocturne (Parade) Compagnie Non Nova/Phia Ménard

De kunst van het artificiële

Wat maakt een voorstelling geslaagd? Moet ze overtuigen, behagen, of juist uitdagen? Voor mij draait het om prikkeling: een vonk die verwarring, nieuwsgierigheid of een lichte frictie teweegbrengt, en die lang genoeg blijft hangen om tot reflectie aan te zetten. Toch is die simpele eis minder eenduidig dan ze lijkt. Want wanneer begint iets te prikkelen? En hoe lang moet dat effect aanhouden om betekenisvol te zijn? 'Nocturne (Parade)' van Compagnie Non Nova/Phia Ménard fascineert even maar dat blijft niet duren.

Nocturne (Parade)
Aïcha Mouhamou Zaal Athena, Antwerpen in het kader van Zomer van Antwerpen
24 juli 2025

‘Nocturne (Parade)’ vormt het meest recente hoofdstuk in de Wind Cyclus van de Franse regisseur en performancekunstenares Phia Ménard. In dit werk vervlecht Ménard en haar gezelschap Compagnie Non Nova technologische innovatie met theatrale expressie, waarbij ogenschijnlijk levenloze plastic figuren transformeren tot etherische entiteiten binnen een universum van beweging en symboliek.

We zitten in een cirkelvormige tribune, rondom een leeg, rond platform. Ventilatoren omringen het speelvlak als waakzame machines. Het komende uur zal zich hier iets afspelen. Wat precies, kan ik me niet voorstellen – ik heb werkelijk geen idee wat me te wachten staat. Dan verschijnt Phia Ménard. Ze stapt het platform op en draagt een vlag. In dikke, gotische letters staat er ‘Nocturne’ op te lezen: de titel van de voorstelling. Op de achtergrond zwelt het daverende geluid aan van paardenhoeven die over een denkbeeldige vlakte razen. 

De techniek is indrukwekkend: een uitgekiende choreografie van luchtstromen, materiaal en timing. 

Plots onderbreekt het loeien van ventilatoren het galopperende geluid. Een tegenspeler van Ménard werpt een stuk wit plastic het platform op — het lijkt op een alledaagse vuilniszak. Maar zodra de wind hem grijpt, gebeurt er iets onverwachts: het plastic bolt op, stijgt, zakt, draait en komt opnieuw omhoog. De zak transformeert tot een dansend figuurtje, opgezogen en gestuurd door de krachtige luchtstromen. Zonder touwtjes, zonder handen, alleen lucht en plastic. Een ogenschijnlijk levenloos object dat, onder de juiste omstandigheden, een eigen choreografie lijkt aan te nemen.

Zo trekt ‘Nocturne’ het publiek mee in een hypnotiserende performance waarin verschillende soorten plastic tot leven lijken te komen: een levensgroot paard met ruiter, een zingend skelet, een reeks gedaanten die elkaar in sneltempo opvolgen. Elk nieuw personage krijgt vorm door wind en beweging. De soundtrack van Ivan Roussel benadrukt de sfeer: dreigend, melancholisch, soms bijna speels. Die personages moeten duidelijk een soort verhaal schetsen – alleen is me dat helaas niet duidelijk geworden. Wat overblijft, is een stroom van beelden die eerder iets oproept dan iets vertelt. 

De eerste twintig minuten kijk ik dan ook geboeid toe. De techniek is indrukwekkend: een uitgekiende choreografie van luchtstromen, materiaal en timing. Hier werken kunst en wetenschap nauw samen en dat intrigeert. Maar gaandeweg ebt de spanning weg. De prikkel verdwijnt, en komt helaas niet meer terug. Zelfs wanneer de voorstelling uitmondt in een visuele climax – een chaotische botsing van alle figuren, als een grote autocrash – blijft het effect uit. Het is zo’n voorstelling die, zodra je de truc doorhebt, weinig ruimte laat voor nieuwe verwondering.

Zodra het mechanisme van de voorstelling doorzichtig wordt, droogt mijn nieuwsgierigheid op.

Na de visuele climax zet Ménard een verrassende wending in. Ze begint een choreografie met enkele van de zwevende plastic figuren, begeleid door etherische, bijna engelachtige klanken. Dit moment contrasteert sterk met de eerder opgevoerde chaos van de ‘autocrash’. Het is een dramaturgische breuk die voor mij niet helemaal overtuigt. De overgang van explosieve beweging naar contemplatieve stilte voelt abrupt en mist de narratieve of emotionele opbouw om dit contrast volledig te dragen. De voorstelling sluit af met Ménard die over het platform waait met een nieuwe vlag, ditmaal met de titel ‘Parade’.

‘Nocturne’ toont indrukwekkende technische virtuositeit en weet momenten van intense fascinatie te creëren. Toch blijft die ene prikkel hier vluchtig en fragmentarisch; zodra het mechanisme van de voorstelling doorzichtig wordt, droogt mijn nieuwsgierigheid op. De voorstelling prikkelt niet duurzaam, en verliest daarmee iets van haar potentieel om echt te resoneren.

Maar misschien is dat ook de kern van theater: prikkeling is geen universeel gegeven, maar ontstaat in de unieke ontmoeting tussen werk en toeschouwer. Waar ‘Nocturne’ voor mij te snel afglijdt in voorspelbaarheid, kan het voor anderen – en zeker voor jonge toeschouwers – nog lang de magie vasthouden. Prikkeling laat zich nu eenmaal niet vangen of meten. Ze dwarrelt, glanst even op, en verdwijnt weer, als een plastic zakje in de wind.

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login