Opera

Idomeneo W.A. Mozart / Satoshi Miyagi / Raphael Pichon

Mozart verdwaald in Japan

In 1781 schreef de vijfentwintigjarige Mozart ‘Idomeneo’, een opera seria, voor München. Het is zijn eerste werk dat getuigt van een grote rijpheid. De opera seria was op dat ogenblik al een verouderd genre. Mozart ging aan het experimenteren. Hij doorbrak de strakke opeenvolging van recitatief en aria door de actie volop in de aria’s te laten doorlopen. Maar hij volgde wel de traditie door van de zangers een grote virtuositeit te eisen, los van de psychologie. Hij voorzag ook een rol voor een castraat, wellicht tegen zijn wil. Zo balanceert deze opera tussen verleden en toekomst. Regisseur Satoshi Miyagi verbond het verhaal met de recente geschiedenis van Japan.

Idomeneo
Johan Thielemans Théâtre de l'Archevêché , Aix-en-Provence, in het kader van het Operafestival Aix-en-Provence meer info download PDF
24 juli 2022

Het libretto van 'Idomeneo' van Varesco is gebaseerd op een Franse tragedie uit 1703 van Propsper J. de Crébillon, in 1764 herwerkt door Lemierre. Idomeneo, de koning van Kreta, laat zich gelden in de Trojaanse oorlog. Tijdens zijn terugreis naar Kreta dreigt zijn schip te vergaan. Om zeegod Neptunus te paaien, belooft hij het eerste levende wezen dat hij op land zal ontmoeten aan de god te offeren. Deze belofte keert zich tegen hem, want het eerste wezen blijkt zijn zoon Idamante te zijn. De tragedie draait rond de vraag of Idomeneo dat onmenselijk offer zal volbrengen. Uiteindelijk heeft Neptunus erbarmen: Idamante mag leven op voorwaarde dat Idomeneo troonsafstand doet. Er volgt een happy end: de geredde zoon bestijgt de troon en huwt met zijn geliefde Ilia, een Trojaanse prinses.

Voor de regie van deze opera deed festivaldirecteur Pierre Audi beroep op de Japanse regisseur Satoshi Miyagi, die eerder al veel succes oogstte op het festival van Avignon. Dit is echter zijn eerste operaregie. In het programmaboek lees ik dat hij een parallel ziet tussen dit verhaal en de capitulatie van Japan na WO II. Keizer Hirohito kondigde die aan via de radio. Het was de eerste keer dat hij rechtstreeks tot het volk sprak. Ook dat was een regimecrisis: kon de Keizer aanblijven? Het verschil: Idomeneo moet aftreden, maar de Japanse keizer behield zijn titel, maar niet langer zijn almacht.

Het programmaboek bevat uitgebreide commentaren, maar verhelderend of pertinent lijken ze me niet, zeker niet na het zien van de productie. Hier sta ik dan voor een andere leefwereld, deze van Japan. Dat leidt tot onbegrip . Twee voorbeelden illustreren dat.

Mozart geeft het koor een grote rol: het krijgt negen tussenkomsten. Miyagi bedeelt het koor een concrete rol, al is er enige verwarring, want nu eens spreekt hij over het volk, dan over soldaten en tenslotte over geesten. Dat laatste is een echt Japans trekje. Hij  verwerkt vooral de dode soldaten in de beelden. Aan de oorlog die Idomeneo voert voegt hij ook een visuele verwijzing naar Hiroshima toe. Een referentie die net over de schreefgaat.

Nog zo’n voorbeeld. Op het einde van de opera weerklinkt een stem (‘voce’ vermeldt de partituur). Wellicht is dat Neptunis. Miyagi laat echter een oude radio aandragen. Dat ding past helemaal niet in het beeld, maar voor de regisseur (en de eventuele Japanse toeschouwer) is het met betekenis beladen vanwege die toespraak waarin Hirohito in 1945 de capitulatie aankondigde via de radio. Een Japanse toeschouwer huivert dan wellicht, maar voor het blanke publiek ontlokt het meubel – voor ons vol nostalgie- slechts een lach, als we het niet zien als een uiting van slechte smaak. Het is hoe dan ook een betwistbare regiekeuze.

Miyagi maakte ook een soort sociale analyse van het verhaal. Hij plaatst de machthebbers op een verhoog, boven, het volk en de soldaten. Hij laat de personages op hoge driehoekige torens staan. De torens worden het toneel opgerold, en daarop blijven de zangers roerloos staan – alsof ze standbeelden of poppen zijn. De zangers hebben geen enkel onderling fysiek contact – zelfs geen oogcontact. Ze hebben wel Japanse kleren aan (ontwerp Kayo Takahashi Deschene) en lijken op een samoerai. Na elke aria rijden ze weer weg. Dat heeft tot gevolg dat je naar de zangers luistert, en dat je geen vertelling krijgt.

De prestaties gaan niet dieper dan de stembanden

In dit aangekleed concert heeft Michael Spyres als Idomeneo de moeilijkste partij, vol versieringen die hij moeiteloos de baas kan. De sopraan Anna Bonitatibus, gespecialiseerd in travestierollen, is prins Idamante en Sabine Devieilhe is de lijdende Trojaanse prinses Ilia.  Wat zo typisch is voor de opera seria, is dat al deze zangers schitterende aria’s krijgen en ze zo elk apart kunnen uitblinken. Ik merk dat ik alleen kan spreken van ‘zingen’ want de prestaties gaan niet dieper dan de stembanden. Miyagi wil ze geen psychologisch leven geven. Je hebt ook medelijden met deze zangers die hun acteertalent moeten ontberen.

Miyagi maakt één uitzondering: in het verhaal is Elettra alle macht kwijt. Ze is jaloers en razend. Hier mag de Amerikaanse zangeres Nicole Chevalier over de toneelvloer lopen en haar gevoelens in het gezicht van het publiek gooien. Niet alleen zingt ze met passie, maar beweegt ze ook vrij. Haar stem zit dan helemaal in het lichaam waardoor ze bijzonder overtuigend is. Ze kan op spontaan applaus rekenen want hier is er voor enkele minuten leven.

Als we de wereld van de machthebbers verlaten, dalen we af naar het volk of de soldaten. Zij dragen het Japans militair uniform. Ze voeren al zingend een eenvoudige dans in driekwartsmaat uit – een povere choreografie van Akiko Kitamura. Later zijn ze soldaten die sterven en als geesten rondspoken.

In het eerste deel zijn er een aantal doorzichtige, driehoekige torens. Die rijden zo een anderhalf uur rond op het toneel. Ze worden voortbewogen door schemergestaltes. Gelukkig vind ik in het programmaboek dat het spoken of geesten zijn.

Deze voorstelling behoort tot het concepttheater. De bedoelingen, die je uitgebreid in het programmaboek vindt, leiden tot ontheatrale, en op vele plaatsen vrij irritante oplossingen. Zo is deze ‘Idomeneo’ lang en bijzonder saai, ondanks de muzikale kwaliteiten. De radicale keuzes van Miyagi leveren een doods spektakel op. Hij wil een regie voorstellen die haaks staat op de normale praktijk binnen de operawereld. Maar de ingeslagen weg is een doodlopende straat. Of was dat een voorbeeld van het onbegrip tussen Europa en Japan?

Bij het groeten kon Miyagi dan ook rekenen of afwijzend boegeroep. Enthousiast applaus was er wel voor dirigent, orkest en zangers. In Aix-en-Provence is de muzikale kant van de productie dan ook altijd erg verzorgd: dirigent Raphael Pichon staat voor zijn orkest Pygmalion, een gezelschap dat uitgegroeid is tot één van de beste van Frankrijk. De bezetting bestond, als gezegd, uit topzangers. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login