Toneel

TOT DE DOOD ONS SCHEIDT Het Laatste Bedrijf/De Mannschaft

Geen slecht woord over de doden?

In ‘Tot de dood ons scheidt’ laten regisseurs Stijn Van de Wiel en Michaï Geyzen een begrafenisondernemer zijn eigen dood in scène zetten. Het ondoordachte plan van de angstige zelfstandige brengt onverwachts vervreemde familieleden samen. Toch valt dat laatste woord iets te mager uit.         

TOT DE DOOD ONS SCHEIDT
Lotte Ogiers CC Het Gasthuis, Aarschot
12 mei 2025

Ik moet eerlijk toegeven dat ik al lang niet meer naar een ‘tragikomische’ voorstelling ging kijken. Poquelin II (2017) van STAN was misschien wel de laatste klucht die ik zag. Twee klassieke teksten van Molière, ‘L’Avare’ en ‘Le Bourgeois Gentilhomme’, werden in handen van een fantastische spelersgroep een vrolijke viering van het archetype. Het werd een dolkomische avond vol verkleedpartijen en een voorspelbare plotstructuur als brandstof voor dat feest. De gênante herkenbaarheid en uitvergrote gebaren zorgden er zelfs voor dat ik twee keer ging kijken. De tweede keer nam ik mijn lief mee, zodat ik al kon lachen nog voor hij zou lachen met al die voorspelbaarheid. Hoewel  ‘TOT DE DOOD ONS SCHEIDT’ de herkenbare miserie van de middenklasse ook op de korrel neemt in haar plot rond een valse begrafenis, blijven de gebaren te klein en de dialogen te vrijblijvend om mijn lief hier ook voor uit te nodigen.

Het duurt even vooraleer je door hebt dat de hardwerkende begrafenisondernemer Rudy (Lucas Van Den Eynde) zijn vrouw (Viv Van Dingenen) niet zomaar een afscheidswoordje laat repeteren, maar dat ze die tekst de volgende dag zal voorlezen op zijn eigen begrafenis. Als tragikomisch begin kan dit tellen. De grijze gordijnen op het podium hebben veel weg van zo’n afstandelijk crematorium dat de emoties van heel verscheidene families een plaats moet kunnen geven. Later hoor je echter dat de gordijnen in dit geval pottenkijkers moeten weren, zodat niemand ontdekt dat Rudy zijn eigen dood in scène zette.

Natuurlijk zijn er de ongenode gasten zoals de dochter des huizes (Lynn van Royen), de vervreemde broer (Michaël Pas) of het buitenechtelijke kind (Eva Kamanda) die alles in de war sturen. ‘Nu pas voel ik me levend, terwijl ik dood ben,’ roept Rudy aanvankelijk nog enthousiast, maar zijn plan blijkt toch niet helemaal waterdicht. Hoe hield hij het voor mogelijk om de dag na zijn begrafenis gewoon de fiets op te stappen om zijn herwonnen vrijheid te omarmen? ? Want dat is zijn drijfveer voor zijn plan. ‘Iedereen moet hem gewoon met rust laten.’ De ongelegen bezoekers zullen ervoor zorgen dat het welverdiende pensioen in het ‘exotische’ Spanje slechts een verre droom blijft voor de begrafenisondernemer.  

In scènes die elkaar snel opvolgen raast ‘TOT DE DOOD ONS SCHEIDT’ naar zijn einde. De vinnigheid schuilt in het lichtontwerp van Thomas Stevens en de muziekscore van Gode Kempen. Een lichtflits en deuntje luiden telkens een nieuwe scène of discussie in. Een tragikomedie volgt het ritme van aangekondigde gebeurtenissen die leiden naar een onontkoombaar einde. Dat is het lot. Daar weet deze bende geoefende acteurs wel raad mee. Lucas Van den Eynde weet hoe hij onschuldig dood moet lijken. Viv Van Dingenen is een pijnlijk grappige huisvrouw die door dagelijkse beslommeringen haar emoties heeft uitgeschakeld. Het spel van de acteurs houdt ‘TOT DE DOOD ONS SCHEIDT’ overeind.  

We werken ons kapot om onze angst te kunnen betalen. Die dwangmatige verzekeringsbehoefte had ik graag al vaker zien oprispen.

Een feest, zoals ‘Poquelin II’ van STAN is dit stuk echter niet. Wat ‘Poquelin II’ zo goed maakte was dat de personages zowel in taal als spel doordrongen waren van hun archetypische persoonlijkheid. Het eendimensionale van zo’n flat character krijgt op die manier alle zeggingskracht. Je wil er gewoon getuige van zijn van hoe de vrek zichzelf in de armoe stort of hoe een blaaskaak zijn chique banket vollult met alternative facts. Een complexe spanningsboog verdwijnt naar de achtergrond in de uitvergrote karakterschets. De lachwekkende levendigheid van zo’n uitgepuurde stereotypering blijft in ‘TOT DE DOOD ONS SCHEIDT’ jammer genoeg uit. Het afgeschermde crematorium zou best een spannende, broeierige ruimte kunnen worden. De vermoeide middenklasse-man, de gedwee volgende huisvrouw, de zoekende dochter, de verdwaalde broer of het onbekende kind zijn herkenbare personages. Een perfect allegaartje dat voor een kluwen van misverstanden zorgt. Toch blijft het allemaal erg braaf.

Misschien komt dat omdat je de werkelijke drijfveren van de personages slechts bij mondjesmaat achterhaalt. Wat staat er voor hen op het spel? Rudy stipt pas in één van zijn laatste zinnen aan dat we allemaal bang zijn en daarom maar alles laten verzekeren. We werken ons kapot om onze angst te kunnen betalen. Die dwangmatige verzekeringsbehoefte had ik graag al vaker zien oprispen. Ook de vervreemde broer blijkt te leiden aan een diepgewortelde angst voor het onbekende. Wanneer het eigenlijk al te laat is, hoor je hem opbiechten dat hij nooit vertrok op wereldreis maar al die tijd rond te kerktoren bleef zwerven. Waarom verslikte hij zich niet vaker in dat geheim? Misschien had ‘TOT DE DOOD ONS SCHEIDT’ nog nood aan één andere, onbekende buitenstaander? Zodat alle familieleden, met al hun onvolkomenheden, even moesten samenwerken om het geheim van Rudy binnenskamers te houden? Je ziet het theatrale einde van de middenklasse-man. De grijze, steriele ruimte die kleiner en kleiner wordt wanneer de spanning van de ingehouden adem erdoor waait. De mogelijke onthulling maakt het er gevaarlijker dan de buitenwereld. Die constante toets aan de realiteit mis je in de opvoering van de karakters. Wie zijn ze zonder de gebeurtenis die hen hier samenbracht? Nu zijn ze gewoon soms grappig maar ook niet meer dan dat.         

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login