Dans

Ode Catol Teixeira

Vruchteloos rondjes lopen

‘Ode’ van de Braziliaans-Zwitserse Catol Teixeira opent met een intrigerend moment, op een intrigerende soundscape, maar verdwaalt daarna in eindeloos rondjes lopen met materiaal dat nooit uitgroeit tot een overtuigend verhaal over een leven in beweging.         

Ode
Pieter T’Jonck Espace Pasolini, valenciennes, in het kader van het NEXT Festival
30 november 2025

Catol Teixeira beschrijft diens ‘Ode’ als ‘een dans gewijd aan hiaten, breuken en transformaties’ en verder als ‘een hommage aan wat net niet gebeurt, aan wat had kunnen zijn’. Het programmablaadje vervolgt dat ‘Catol danst als een manier om niet te vergeten dat lichamen een plaats van doorgang zijn, van relatie en onderhandeling tussen organisch-politieke-culturele krachten, een drempel van herinneringen en een veld van bewegende verlangens’.

Ik citeer die uitleg zo uitgebreid, niet omdat ze onverwachte inzichten brengt – de gedachten zijn pasmunt in de feministische theorie en de wereld van culturele studies – maar omdat ze zo duidelijk ook de onderlegger is waarop Teixeira diens voorstelling baseert.

In een eerste beweging stapt die zonder omhaal de zwarte, schaars verlichte dansvloer op. Die is onherkenbaar door een hoodie en een pruik met lang grijs haar. Die onttrekken diens neerwaarts gerichte gelaat volledig aan het gezicht. Die toont enkel diens blote benen. Flarden rook en een dreigende soundscape (Mbé & Luisa Lemgrube) van donkere, spaarzame tonen die evolueren naar een omzwachteld stemgeluid bepalen de sfeer. Uiterst traag plaatst de danser de ene voet precies, elegant zelfs, voor de andere terwijl die door de ruimte dwaalt. In de achtergrond wacht een zak rijst, opgehangen aan een touw. Als kijker wacht je net zo goed vol spanning op wat komt.

Dreunende piano-akkoorden doorbreken dit limbo. Plots trekt Teixeira hoodie en pruik over diens hoofd en onthult zo diens naakte bovenlijf en kortgeschoren hoofd. Weer stapt die rond over de vloer. Rondjes draaien, voor- en achterwaarts zal het leitmotiv blijven van ‘Ode’. Aanvankelijk zijn hun bewegingen abrupt en kort: die zwiept armen en lijf op en neer, kruipt over de grond en komt weer recht. Er weerklinkt ijselijk gegil en een gemurmeld ‘I didn’t cry’ in de soundscape, maar het lijkt niet tot de danser door te dringen. Hun gezicht blijft onbewogen, een tikje verbeten.

Er ontstaat geen verhaal. Alleen maar een bijna wanhopige oproep: ‘Kijk naar mij’.

In een kenmerkende passage belichaamt die echter overduidelijk wat het programma aankondigde. Die stapt achterwaarts rond langs de vloer. Aanvankelijk plaatst die traag, zelfs behoedzaam het ene been achter het andere. Ongemerkt laat die de benen echter bij elke stap steeds verder kruisen, tot die kruisbeweging ook de heupen in beweging brengt. Als vanzelf verandert stappen zo in een snelle, achterwaarts rondtollende figuur waar ook de armen aan deelhebben. In een flits lijkt het draaien een balletfiguur te worden, zeker als wijdbeense sprongen volgen. Niet zo heel veel later blokkeert die lichaamsmechaniek echter weer en volgen houterige, hoekige arm- en beenzwaaien, als van een marionet of een robot.

Het deed me onwillekeurig denken aan ‘Wild explosion of radical softness’ van Maria Ferreira Silva. Ook in die voorstelling zie je hoe een lichaam allerlei ervaringen – als danser en als mens – in een voortdurend vervloeiende beweging zichtbaar maakt. Alleen overtuigt Teixeira veel minder dan Ferreira Silva: het ziet er allemaal net iets te bedacht uit, iets teveel een illustratie van wat het programma beweerde.

Die indruk krijg ik nog meer door een onverwachte breuk in de voorstelling. Het licht wisselt van wit bovenlicht naar getemperde oranje voetlichten. Teixeira trekt een T-shirt en sneakers aan en haakt de zak rijst los van het touw. Die rijst strooit die uit over de randen van het podium. Wat dat symbool voor vruchtbaarheid hier doet wordt echter niet duidelijk: de rijstkorrels lijken vooral op dode grond te vallen. Na nog wat rondjes lopen trekt de danser dan een harnas aan en haakt zich vast aan het touw voor een acrobatisch nummer vlak boven de vloer. Zo weten we dat die niet alleen als ballerina, maar ook als circusartiest opgeleid werd. Wat Teixeira zo wil voorstellen komt echter nog steeds niet uit de verf. Zo deemstert deze ‘Ode’ finaal weg in een paar onbestemde slotbewegingen.

‘Ode’ demonstreert zo op een ongemakkelijke manier de valkuilen van een danssolo die een persoonlijke geschiedenis – als beweger en als mens – wil zijn. De dramaturgie van dit stuk verlaat zich teveel op ideologische gemeenplaatsen. Het is te weinig een archeologie van het lichaam, van dit lichaam. Er ontstaat geen verhaal. Alleen maar een bijna wanhopige oproep: ‘Kijk naar mij’.          

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login