Vitus - de ziekte danst mij Jorre Vandenbussche
De kloof die ziekte slaat
De ziekte van Huntington is een degeneratieve aandoening van het zenuwstelsel die je je ergste vijand niet toewenst. Maar wat als de eerste symptomen optreden? Die vraag moet acteur Jorre Vandenbussche zich ongetwijfeld gesteld hebben toen hem dat overkwam. Hij maakte er op het Reiefestival in Brugge de locatievoorstelling ‘Vitus – de ziekte danst mij’ over. Het romantische plaatje van de brug over het Minnewater aan de Poertertoren werd het decor voor en symbool van de moeilijke trek die hem wacht.Als je ernaar zoekt op het internet, vind je verbazend veel ziektebeelden die zich manifesteren door onregelmatige, ongecontroleerde of schokkerige bewegingen. In het verleden sprak men steeds weer over de Sint-Vitusdans, naar de heilige die steun biedt bij zenuwziektes en patroonheilige is van dansers, zangers en epileptici. Een vorm van Sint-Vitusdans heet dan ook Chorea van Sydenham. Daar herken je het woord choreografie in, afgeleid van het Griekse khoreia, koordans. Ook de ziekte van Huntington wordt in het Engels zo aangeduid: Huntingtons chorea.
De 48-jarige acteur Jorre Vandenbussche, vooral bekend van TV-series, ontdekte recent de eerste symptomen van die ziekte. Daar wou hij iets mee doen, vooraleer de ziekte hem het handelen onmogelijk maakt. Zelf noemt hij zijn voorstelling een tocht naar fysieke en spirituele genezing. Hij doet dat echter wel voor een publiek, op een fotogenieke publieke plaats. Die locatie koos hij omdat de brug de centrale metafoor is in dit stuk voor de overtocht op weg naar heling. Ook al is dat een vergeefse tocht, want tot vandaag is er geen middel om deze ziekte een halt toe te roepen. De overtocht is zo eerder een tocht naar aanvaarding, of minstens leren omgaan, met de ziekte.
Vandenbussche zet in zijn stuk een overdaad aan middelen in, maar centraal staat de tekst: een koortsachtige stroom gedachten, die – stel ik me voor – lijkt op de gedachten die gaan malen in je hoofd als je steeds meer leest over de ziekte, de geschiedenis ervan en de remedies. Soms klinken er inderdaad ook gesprekken met een dokter in door. Elders duikt Vandenbussche in de geschiedenis van Sint-Vitus, die ongeschonden beproevingen als een vat kokende olie doorstond. Je luistert er met stille ontzetting naar.
Tegelijk ontwikkelde de acteur, met steun van Tijen Lawton, een schokkerige, onzekere stap die hem uiterst traag van de ene kant van de brug naar de andere brengt. Dat effect wordt nog versterkt door de videobeelden van Marcel Wierckx die geregeld op de toren verschijnen. Soms vertonen ze een bewerking van een live opname van de speler, soms representeren ze wat er precies fout gaat in het zenuwstelsel bij de ziekte, soms tonen ze ook lijsten van medicijnen. Wierkx voegde daar ook nog een score aan toe soms herinnert aan een middeleeuws draailier, maar vaker klinkt als een filmscore die hoogtepunten onderstreept.
Het is alsof er een kloof gaapt tussen deze man en ons.
We volgen dat gebeuren als publiek vanop een ponton dat op enige afstand van de brug aangemeerd ligt tegen de oever van het Minnewater. We horen de acteur ook niet rechtstreeks, daarvoor staat hij te ver van ons af, maar via een koptelefoon. Dat maakt de mentale afstand tussen publiek en vertoning nog groter. Het is alsof er een kloof gaapt tussen deze man en ons. Die kloof heeft een naam: het is de ziekte die hem uitzondert.
Dat is een sterk betekeniseffect, maar het gevolg is tegelijk voor dat de betrokkenheid op de speler klein blijft. De details van zijn choreografie, van zijn gezichtsuitdrukking verdwijnen door de afstand. Je hebt ook geen contact met de rest van het publiek: de koptelefoons sluiten je op in een bubbel. De connectie met het spel loopt zo in hoofdzaak via de stem en de tekst, en in beide gevallen overschreeuwt die zichzelf als om die afstand toch te overbruggen.
Ik vroeg me vaak af of de voorstelling niet veel sterker en indringender zou zijn als Vandenbussche tussen het publiek door een catwalk, ook een soort brug, probeert af te lopen. Met minder achtergrondlawaai, minder video, maar des te meer reële connectie. In deze vorm toont het stuk de valstrik van locatietheater: wat het bijbrengt aan sfeer en realiteit verlies je door de verstrooiing van het romantische plaatje en de afstand. Hopelijk komt zo’n zaalvoorstelling er ook wel, want het zou jammer zijn als dit stuk maar drie keer te zien was. Je kan die brug over het Minnewater nu éénmaal niet blijven afsluiten. Terwijl het tegelijk ook goed is als we af en toe zien en ondergaan hoe fragiel het leven is.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz