Melting pot Marco Torrice / Dansand!
Kritische massa
Afgelopen zaterdagavond ontbrandde op Dansand! In Oostende een feestje dat je om vele redenen historisch kan noemen. Het begon met een fikse regenbui die alles in de war dreigde te sturen, maar het publiek moest en zou dans beleven. Het had er alles voor over om Cassiel Gaube en zijn groep te zien dansen en ging uit zijn dak bij afloop van het ‘Melting pot’ project van Marco Torrice.
Over ‘Soirée d’ étude’ van Cassiel Gaube schreef Jasper Delva
al eerder op Pzazz.theater. de aanloop naar die voorstelling was echter even onwaarschijnlijk
als de voorstelling zelf. Door de regen was het onmogelijk om de dansvloer te
betreden maar enthousiaste toeschouwers begonnen dan maar, in de gietende
regen, hun eigen house party op het gras. Gaube zelf deed er met plezier aan
mee. Datzelfde publiek zag er geen been in om later, als ‘Soirée d’ étude’ een kwartier
bezig was, met man en macht de dansvloer droog te wrijven.
Dat enthousiasme is natuurlijk snel verklaard: na anderhalf
jaar gedwongen thuiszitten is de opluchting enorm als je eindelijk weer eens
kan dansen, in de regen of niet. Maar het was meer dan dat. Je kreeg de
ongewone situatie dat het publiek zich spiegelde aan de dansers als een model
voor een collectief feest. Er ontstond iets als een momentaan ‘wij’ rond een gedeelde
taal die iedereen naar best vermogen vertolkte. Goed of slecht, het deed er
eigenlijk niet meer toe.
Het is een situatie die we nog zelden beleven, maar die tijdens
een paar historische periodes de gewoonste zaak van de wereld was. Het prerevolutionaire
theater in het Frankrijk van de 18e eeuw was zo’n periode waarin het
publiek zich luidruchtig en op elke denkbare wijze spiegelde aan de
toneelspelers. Een vertoning die ook in het gewone leven doorwerkte in de
manier waarop mensen elkaar bejegenden.
Het revolutionaire theater van Vsevolod Meyerhold had iets
gelijkaardigs op het oog: hij wilde het publiek activeren door de confrontatie
met een artificiële, nieuwe bewegingstaal die een nieuwe, revolutionaire inhoud
droeg. Het was fantastisch theater, in de zin van: product van fantasie,
verbeelding van een andere manier om in het leven te staan, er te zijn. Geen
reproductie van wat we al wisten, maar iets anders. Het lichaam, als bron van
onvermoede expressiemogelijkheden, ver weg van de gebaande paden, stond daarbij
voorop.
Dat soort energie -die als vanzelf erotisch wordt- ontplofte
in ‘Melting pot’, een project van Marco Torrice. Ik zat er aanvankelijk met een
half oog naar te kijken, tussen twee praatjes door, maar het duurde niet lang
of ik besefte dat hier iets bijzonders gebeurde. ‘Melting pot’ is geen ‘voorstelling’
in de gewone zin van het woord. Er is geen formeel begin of einde, je kan er op
elk moment wel in stappen. Toch is het evenmin een chaos of een feestje waar
performers zichzelf op trakteren.
De beste omschrijving ervan is een toevallige bijeenkomst waar
plots verhalen de ronde doen. Alleen komen die verhalen hier niet in woorden,
maar in bewegingen. Een Braziliaan, een Israëlische, een Kroatische, een Turkse
-en dan vergeet ik nog wel een stuk of vijf nationaliteiten- brengen hier
allemaal iets in.
Heel wat solo’s dus, maar even vaak vormt die uiterst
diverse groep dansers ook één figuur die een bizarre, maar heerlijke potpourri
is van al die aparte stijlen. Het is een levendig beeld van onbekrompen plezier,
dat over grote verschillen heen stapt. Aangevuurd door een briljante dj-set van
Thomas Turine.
De vlam sloeg al snel over naar het publiek. Een toeschouwer
kon het al vroeg niet laten om deel te nemen, maar werd nog met vriendelijke
aandrang afgevoerd. Maar op het einde was er geen houden meer aan: het publiek
bestormde het podium. Net zoals het dat in de 18e eeuw en bij
Meyerhold wel vaker deed. Het was een blijk van herkenning en erkenning: dit is
wat we willen! Zo willen we door het leven dansen! Het publiek werd de kritische
massa die valideerde wat het podium toonde.
Zo’n voorstellingen zouden we vaker moeten zien. Niet per se als hoofd-act maar -naar het voorbeeld van Meyerhold- als een stimulerende entr’acte, bijvoorbeeld op een festival. Als een katalysator van energie. Als een beeld van verbinding en uitwisseling.
Torrice danste zelf niet mee, maar leidde het geheel in goede banen. Hij deed daarvoor ook beroep op Tijen Lawton, die o.m. aan het conservatorium van Antwerpen lesgeeft, en hier meedanst. Deze uitzonderlijke danseres nog eens aan het werk zien was de kers op de taart van deze avond.
Bijzonder is zeker ook dat Torrice voor deze voorstelling
een onwaarschijnlijke coalitie van producenten tot stand bracht: kunstZ,
WorkspaceBrussels, Kaap, ISAC, Koninklijk Conservatorium Antwerpen, wp Zimmer
en de Vlaamse Gemeenschap droegen allemaal een steentje bij. Goed besteed geld.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz