Dans

Solos and duets Meg Stuart / Damaged Goods

Restspanningen in het lijf van de kijker

Voor Dag van de Dans combineerde Meg Stuart / Damaged Goods de voorstelling ‘Solos and Duets’ met een ‘Technodrift’ richting Decoratelier. Daar volgde zowel een concert van ‘Les Trucs’ als een feestavond met verschillende dj’s. Dansen was dus natuurlijk het bindteken van de hele avond. Meg Stuart toonde eerst het plezier om ‘los te laten’ in ‘Solos and duets’ en bracht je dan tijdens een dansante wandeling bij hoe je daar zelf toe kan komen.

Solos and duets
Elie Agniel Kaaitheater / Decoratelier Brussel meer info download PDF
02 mei 2022


‘Solos and Duets’ is een selectie van twee duetten en drie solo’s die Meg Stuart eerder creëerde als aparte werken of als deel van een voorstelling. Het begint met ‘Inflamável’, een duet gecreëerd voor ‘The greatest show on earth’, een hommage aan het circus in ‘Les Amandiers’ in Nanterre. 

Vânia Rovisco en Márcio Kerber Canabarro wachten het publiek op in een mistige, donkerpaarse schemer. Als het licht feller gaat schijnen zie je pas hoe vreemd de dansers uitgedost zijn. Canabarro ligt op zijn rug, met zijn benen omhoog. Aan die benen zijn stelten verbonden. Door de donkere koppen zien ze er als lucifers uit. Rovisco draagt de onwaarschijnlijke combinatie van motorlaarzen en een zwarte tutu onder haar helm. Ze straalt iets angstaanjagend stoer uit in deze creatie van Jean-Paul Lespagnard.

Rovisco spert de stelten van Canabarro open, waarna een technieker de koppen ervan laat ontvlammen. Ze branden en vonken als uitvergrote lucifers. Het knisperend geluid wordt elektronisch versterkt maar blijft nog enige tijd doorgaan als de luciferstelten al lang opgebrand zijn. Het is de opmaat van een live soundtrack van het Duitse duo ‘Les Trucs’ (Charlotte Simon, Toben Piel).

Hun bewegingen zijn eerst traag, elegant en beheerst, maar versnellen al gauw en worden dan abrupter en schokkerig. Canabarro staat soms zo wankel op zijn stelten dat hij zich aan een tafel moet vastklampen. Of als hij op de uithoek van diezelfde tafel gaat zitten, draait Rovisco hem aan de lange stelten langzaam rond. Zijn evenwicht is zo precair dat hij bij elke nieuwe omwenteling net niet van de rand lijkt te kunnen vallen.

Rovisco trekt ondertussen dikke groene handschoenen aan, zodat haar handen lijken op die van de Hulk. Ze slaat ermee op het achterwerk van de neergevallen Canabarro en kruipt zelf op de tafel. Ze schudt met haar lichaam terwijl Canabarro – ditmaal de assistent – haar helm komt vasthouden. Ze schokt wilder en wilder tot ze het beiden uitschreeuwen van de opwinding. Pas als de muziek melodischer, zelfs bijna episch gaat klinken, luwt ook de opwinding. Canabarro komt rechtop te staan op zijn stelten, zet enkele secure stappen eindigt het duet dan met een harde split.

‘Oh yeah huh’ is een solofragment uit ‘No one is watching’ (1995). Claire Vivianne Sobottke komt hier nauwelijks van haar plaats, maar draait, valt en staat rond een ingebeeld evenwichtspunt, dat eerst in haar hoofd zit maar stilaan zakt richting haar schouders en buik. ‘We zien een lichaam dat op zoek is naar betekenis, intimiteit verwart met genot en liefde met pijn’, vermeldt het programma, en daar lijkt het inderdaad ook op.

Ook Canabarro schreeuwt het uiteindelijk uit van de spanning

Maria F. Scaroni brengt vervolgens ‘Dust’, een solo uit ‘Built to last’ (2012). De solo is gebaseerd op ‘Trio A’ (1966) van Yvonne Rainer waarop de choreografe haar hele danscarrière lang bleef variëren en dat ze doorgaf aan zowel dansers als niet-dansers. Scaroni herhaalt enkele keren een coda van alledaagse bewegingen, met telkens kleine variaties. Aanvankelijk lijkt het alsof ze snel de grove uitlijnen van haar bewegingen oefent. Ze voert ze uit met een zekere nonchalance en eindigt op haar knieën, armen omhoog alsof ze ‘tadaa’ zou willen roepen, maar dat doet ze niet. Ze begint opnieuw, en opnieuw. Telkens voelen de bewegingen vloeiender, meer afgewerkt. Je voelt zo doorheen de herhalingen een evolutie van de ontdekking van de bewegingsmateriaal naar een steeds verdere precisering, al blijft de speelsheid van het begin doorwerken.

Ook in ‘Signs of affection’, een solo uit 2015 voor een festival in Rio de Janeiro, komt Márcio Kerber Canabarro nagenoeg niet van zijn plek. Een drummer speelt een stuk waar je pas na enige tijd de structuur ontdekt. Canabarro zwaait daarbij steeds sneller met zijn armen en zijn hoofd. Zijn gezicht vertrekt door zenuwtics en grimassen. Op de duur wappert hij zo snel met zijn handen voor zijn hoofd dat je een stop-motionfilm lijkt te zien. Ook hij schreeuwt het op de duur uit van de spanning tot de drums stoppen.

Canabarro zakt daarna tergend traag, met een gefocuste blik, neer op de grond. Hij spant zijn armen op, laat ze weer ontspannen. Schreeuwt zonder geluid, met zijn vingers rond zijn oogkassen, en komt terug tot rust. Uiteindelijk ligt hij met zijn rug naar het publiek. Hij trekt de spieren van zijn fascinerende arm op en draait die langzaam rond, onder een zachte ruis van twee kanten. 

Het laatste stuk, 'het punk girls duet' komt uit de voorstelling ‘Until our hearts stop’ (2015). Het is het meest speelse deel. Scaroni en Sobottke komen aan weerszijden van het podium op en houden even halt. Vliegensvlug kleden ze zich daarna uit. De ene begint bij haar T-shirt, de andere bij haar broek. Eens ze naakt zijn springt het lichten op het podium en in de zaal aan. Het laat niets aan de verbeelding over, en roept een lichte gêne over dat zeer expliciete beeld op.

Chaos slaat tenslotte toe als de drummer terugkeert

Nu volgen een rist grappige acties. De twee danseressen vechten kinderlijk met elkaar, trekken aan elkaars haren, slaan op elkaars borsten, achterste, of blazen in elkaars kont. Nog grappiger wordt het als ze voor een bordeaux-kleurig gordijn gaan poseren als voor gewaagde vintage erotische postkaartjes. Chaos slaat tenslotte toe als de drummer terugkeert. De danseressen assisteren hem enthousiast door met stokjes op stenen te trommelen, maar ze doen dat wel volledig naast het ritme. Als ook een gitarist en een bassiste verschijnen barsten de danseressen uit in onverstaanbare zang. Dansen kunnen ze evenmin laten.

Even abrupt als in het vorige deel daalt ook hier de rust weer neer. De twee vrouwen gaan tegenover elkaar zitten en roepen luidkeels ‘aaa’. De muzikanten staren er afwezig of zelfs licht verveeld naar. Ondertussen hobbelen de danseressen naar elkaar toe tot ze elkaars mond raken. Eens hun lippen op elkaar aansluiten stopt het geluid, en dooft het licht.

In elke solo of duet drijven de dansers de spanning steeds verder op, door sneller te gaan of hoekiger te bewegen. In de twee laatste delen echter stokt die actie plotsklaps. Als de drums zwijgen in ‘Signs of affection’ en Canabarro plots traag en scherp gearticuleerd beweegt, vraag je je af of de nazinderende spanning in zijn bewegingen voortkomt uit zijn lijf, of net uit je eigen opgejaagdheid. Ook in ‘Dust’ duurt het een tijdje tot je na hun zingen/schreeuwen met de liveband als kijker tot rust komt, terwijl de dansers en de muzikanten zelf een kalmte uitstralen.  Het is telkens alsof de hele commotie een restspanning in het lijf van de toeschouwer houdt.

De ‘technodrift’ die volgde zet deze lijn verder. Onder leiding van Scaroni ging het richting Decoratelier, de feestplek van de avond. Wie mee deed kreeg een koptelefoon op en hoorde dan een mix van techno. Op instructie van Scaroni besliste de groep dan collectief of ze in hoog tempo doorstapten of net aan het dansen gingen.

Net als in de voorstelling ontstaat ook hier een spanning. Het voelt eerst nog vrij onwennig, zeker op de drukke pleinen, om uit het niets met een onbekende groep mensen te staan dansen, of in een vreemd uniform ritme te wandelen. Na een tijdje neemt de zin om te dansen het over en kijk je, onverwacht, naar de volgende groepsbeslissing om in het parkje aan het kanaal tussen vreemd kijkende mensen te doen waar je zelf zin in hebt. Toen ik een paar uur later uiteindelijk in mijn bed kroop was de restspanning nog lang niet uitgewerkt.


Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login