Dans / Performance

DARKMATTER Cherish Menzo

Het zwarte lichaam bevrijd

In ‘DARKMATTER’ beukt danseres en choreografe Cherish Menzo samen met Camilo Mejia Cortès tegen de onzichtbare grenzen die het (zwarte) lichaam inperken. De hiphopcultuur van  de jaren ’90 en de fantasy beelden van het Afrofuturisme zijn haar gereedschap.

DARKMATTER
Roosje Mestdagh Beursschouwburg Brussel, in het kader van Kunstenfestivaldesarts
18 mei 2022

In de vale mist die hangt in de Gouden Zaal van de Beursschouwburg springen twee figuren, een man en een vrouw, vooraan op het podium in het oog. Het zijn anonieme ‘bodies’, niet alleen door hun streetwear -sneakers, losse broek en hoodie- maar ook door het spiegelende masker, als het vizier van een motorhelm, dat hun gezicht verbergt.

De vrouw ligt achterover voor de man die op zijn knieën zit. Traag laat zijn hand een zwarte smurrie langs zijn vingers naar beneden druppelen op de ontblote borsten van de vrouw. De smurrie verhardt daar tot een tweede, rubberen huid. Het is een dubbelzinnig, intrigerend beeld: de passiviteit van de vrouw die onder de lome handen van de man -een alien vermomd als bum- de rubberen pantserhuid van een cyborg krijgt.

Tijd in overvloed om ondertussen het podium af te speuren. Vooraan is de vloer smetteloos wit, maar achteraan wordt ze vlekkerig en vuil zwart, en is ze bezaaid met troep – iets als vervuilde katernen papier of lappen stof die door de wind in die hoek verzeilden. Dat grillige oppervlak gaat over in een wand van half transparante plastic stroken, als de flappen van de koelcel van een supermarkt, behalve dan dat de onderkant ervan ook beklad is met zwarte smurrie.

Als de performers recht komen en hun vizier afzetten verdwijnen ze achter die achterwand van plastic flappen. Hun schaduwen suggereren dat daar één of ander buitenaards experiment aan de gang is. Of zitten wij juist aan de achterkant en vindt het experiment plaats op de scène? Verwarrend is het wel. Je weet nog niet meteen hoe je dit zou kunnen lezen.

Maar dan maken de performers terug hun entrée op het voortoneel. En hoe. Menzo barst uit in een rap, waar je door de snelheid haast geen woord van verstaat -op het nadrukkelijk herhaalde ‘Who’s the puppeteer?’ na. Maar daar gaat het, zo zal blijken, dan ook om: de vraag wie aan de touwtjes trekt, wie bepaalt hoe we onszelf zien, en vooral, hoe we zelf die touwtjes in handen kunnen nemen.

Het gaat dus over verbeelding. Lichamelijke verbeelding. Hoe denken we ons lichaam, wat kan het zijn, doen, tonen, verbeelden? Maar dan vanuit een zwart perspectief, niet vanuit het beeld dat witte mensen over zwarte mensen hebben en ook inplantten bij zwarte mensen.

Een combinatie van Afrofuturisme -zwarte cyborgs- en de principes van chopped and screwed

Al van bij het openingsbeeld voel je dat Menzo die verbeelding van een andere ‘black body’ ging zoeken bij het Afrofuturisme, een alternatieve, zwarte versie van sciencefiction die zich al in 1974 manifesteerde in de legendarische film (en muziek) ‘Space is the place’ van Sun Ra. Je ziet er een toekomst waarin nu eens niet de witte mens de leiding neemt, maar zwarte tradities de weg wijzen. Dat is ondertussen al lang geen underground meer. Net zo min als de hiphop en rapcultuur die -in het spoor van gospel , soul en R&B – de muziekcultuur gingen bepalen.

Die vroege warehouse rap en hip hop, en dan in het bijzonder de chopped and screwed-stijl zijn de tweede inspiratiebron. Dat las ik toch in het programma dat ik achteraf, samen met de tekst van de raps, meekreeg. Het is muziek die muziekfragmenten drastisch vertraagt en verhaspelt door scratching, met een ongewoon klankspectrum, en dito beleving als gevolg.

De formule van ‘DARK MATTER’ is dus een combinatie van Afrofuturisme -zwarte cyborgs- en de principes van chopped and screwed . De uitkomst: fragmentarische bewegingen, breuken die allesbehalve organisch aanvoelen. Alsof de performers tegen grenzen, al zijn dat dan maar de muren van de zaal, aan beuken. Het is alsof ze willen losbreken uit beknellende verbanden.

Dat verloopt in vier etappes. Eerst dansen Menzo en Cortés vlak voor de plastic flappen achter het podium waarachter een zacht wit licht schijnt. Hun lichamen worden als bewegende tekeningen die dansen op zwarte grond. De muziek klinkt traag en zwaar. Het voelt alsof we worden meegezogen in een ver verleden.

Kort daarna ontdoen Menzo en Cortès zich van hun hoodie. Ze dansen verder in ontbloot bovenlijf. De muziek klinkt als het overdonderend geluid van een gigantisch ruimteschip. De dansers bewegen nu krachtiger en agressiever. Ze springen in het rond, botsen tegen elkaar en tegen de muren op. Ze beklimmen zelfs de leuning van de publiekstribune. Het lijkt alsof ze gevangen zitten en zich willen bevrijden uit hun kooi.

Die bevrijding komt alweer als een agressie. Cortès strompelt over het podium met een emmer zwarte vloer laat gutsen. Menzo volgt zijn voorbeeld. Ze braken ook zwarte vloeistof uit op de vloer en elkaar. Het is een uitputtingsslag waarin een nieuw lichaam geboren wordt, met blikkerende tanden en een mechanisch oog.

Vermoeid en uitgeput zit Cortès daarna op zijn knieën in de natte zwarte vloeistof. Met gebogen hoofd leidt hij het derde deel in met een rap, die door een echokamer gestuurd werd. ’Can you hear the whispers / telling us their secrets / treating us like creepers / keeping us sleepless.’ De rap geeft hem de kracht om te verrijzen. Op de achtergrond, onzichtbaar, zingt Menzo mee: ‘Homeless, Boneless, Careless, Formless.’

Als Menzo weer opduikt is ze nog slechts gehuld in een nauw aansluitende latex short en lakleren laarzen tot halverwege haar dijen, met torenhoge hakken. Die dwingen haar om voorzichtig over het gladde podium te schuifelen. In die penibele outfit trekt ze de plastic flappen achter de speelvloer omhoog, als een baldakijn. Cortès, ondertussen ook uitgedost met een latex slip en lakleren laarzen, staat haar bij.

Alsof ze genoeg hebben van de hele travestie die ze doorliepen ontdoen ze zich tenslotte ook van de laarzen en het latex ondergoed. Alsof die hele charade niet meer hoeft. Ze proesten het zelfs uit, hoe kwetsbaar ze daar ook staan, poedelnaakt op Menzo’s rubberen borstpantser na. Samen hernemen ze de rap waarmee Menzo het stuk opende. ‘Who’s the puppeteer?’ is weer de vraag. Maar nu ze hun black body in het volle licht tonen is het antwoord duidelijk: ‘We are’. Ze hebben zich ontdaan van de kleren -de vormen- die hen ketenden. Ze zijn vrij.

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login