Dans / Muziektheater

Now we are earth / an orchestra Nicole Beutler Projects

Mooie gedachten maken nog geen sterke kunst

Dat het niet goed gaat met de wereld is stilaan een gemeenplaats. In sommige kringen toch. Elders, in een andere bubbel, heersen alternatieve waarheden, en die hakken er stevig in. ‘Now we are earth / an orchestra’ van Nicole Beutler laat zich daardoor niet van de wijs brengen: de goede boodschap is op komst. Of ze aankomt is een andere vraag.         

Now we are earth / an orchestra
Pieter T’Jonck Opera Antwerpen
28 april 2025

‘Now we are earth’ is het derde deel van ‘Rituals of transformation’. Het eerste deel omschreef Beutler als “een beeldende dansopera”. In ‘GINKGO or: 56 million years ago there were palm trees on the North Pole’ dansen en zingen de performers op de puinhopen van de beschaving zoals we ze kennen, begeleid door bewerkingen van het ‘Requiem’ van W.A.Mozart en ‘Le Cygne’ van Camille Saint-Saëns. Een zwanenzang, inderdaad. Voor het tweede deel, ‘Atmen’ liet Beutler zowel de zaal als het podium van ITA Amsterdam overwoekeren door mossen en planten: een voorstelling over een langzame, mogelijke wederopstanding. Over opnieuw ademen. Lucht scheppen.

‘Now we are earth’ is het hoopvolle slot van de cyclus. Het programma zegt het luid en duidelijk: “NOW WE ARE EARTH gaat over verbinding zonder dwang, hoop zonder zelfbedrog, empowerment zonder uit te sluiten. In de kern ligt de gelijkwaardigheid van alle levende organismen, zorg en aandacht voor de aarde en alles wat daar leeft, met verantwoordelijkheidszin, bewustzijn en liefde. Dit is een liefdesverklaring aan de aarde. De aarde wordt ons liefdeslied”.

Aan dat liefdeslied komt naast zang ook dans en mime te pas. Wellicht kende de voorstelling een moeilijke bevalling. De foto’s in het programmaboek tonen in elk geval een scenografie die complexer en gevarieerder is dan die bij de première in Antwerpen. Er sneuvelden blijkbaar ook nogal wat kostuums. Verwonderlijk is dat niet: hoe draag je in tijden als deze een boodschap van hoop en liefde uit zonder naïef te lijken – of te zijn?

De voorstelling opent met een scène die de ongewone rode draad in de voorstelling introduceert. Vijf van de zeven performers staan op één lijn vooraan. Margarida Constantinos kijkt het publiek recht in de ogen, met een ondeugende twinkeling. Ze trekt haar schoenen uit en steekt haar armen omhoog. Zo blijft ze ons aankijken terwijl de anderen haar transformeren tot een bruine rat met een dikke vacht, een lange staart, klauwen aan handen en voeten en tenslotte een rattenkop. Ze lijkt te genieten van haar transformatie tot ongedierte. Later duikt ook Lia Witjes Poole geregeld op als een witte rat. De rat verschijnt in dit stuk namelijk niet als ‘ongedierte’ maar als symbool voor een andere, meer ‘verbonden’ manier van leven.

Zo staat de mens toch weer centraal in deze liefdesverklaring aan alle levende wezens.

Waarom dat zo is blijkt pas in het vierde van de vijf ‘gezangen’ van dit stuk. Ratten zijn evolutionair maar ook sociaal een erg succesvolle diersoort. Grote steden tellen vaak net zoveel ratten als mensen. Toch zien we ze als vieze beesten. Door de rat op te hemelen zet de voorstelling haar praktijk om in wat ze in theorie belijdt: een liefdesverklaring aan alle leven, ook als dat de mens niet zint. Toch is het een paradoxale boodschap. Ratten krijgen hier immers, zoals in de fabels van de la Fontaine, menselijke trekjes: ze vertellen iets over ons aan de hand van vermeende karaktertrekken van dieren. Zo staat de mens toch weer centraal in deze liefdesverklaring aan alle levende wezens.

Veel tijd om daarover na te denken is er echter niet. Meteen daarna voeren de zeven dansers, in kekke wit-zwarte pakjes – kostuumontwerpster Jessica Gertrude Helbach bedacht voor elke danser een andere snit – een eerste dans op, op de sterk ritmische, intrigerende elektronische score van Gary Shepherd. Schokschouderen gaat over in sierlijke armzwaaien en heen en weer wiegende lichamen tot zich een groepsdans met de allure van een elegant ballet aftekent. Tegelijk beginnen de dansers door elkaar heen, in strakke ritmes, woorden en zinnen, gebouwd rond begrippen als ‘one’, ‘many’, ‘circle’, ‘cell’, te prevelen en te scanderen, op het ritme van de bewegingen. Die bewegingen lijken daardoor bijna op woorden van een taal, een danstaal, op een manier die in het 19e-eeuwse ballet gangbaar was, al neemt Beutler hier als choreograaf veel meer vrijheid.

Wat opvalt is de diversiteit van de groep, niet alleen qua kleur. Er treden ook oudere dansers als Anna Herrmann of Lia Witjes Poole van het Berlijnse ‘Dance On’ Ensemble aan. Dat is een statement: dit is een intergenerationele groep. Deze voorstelling wil iedereen aanspreken, iedereen betrekken bij de zaak. De groep is bovendien van vele markten thuis: zingen, acteren, dansen en musiceren. Het tweede gezang is uitgelaten. Met kleurrijke doeken om lendenen en schouders muteert de groep tot een dolle bende kermismuzikanten. Hillary Blake Firestone ontlokt aan een speelgoedtrombone zelfs fantastische klanken. De grootste verrassing is echter dat plots tientallen mensen her en der in de zaal meezingen met de performers. Het is een verbluffend effect. Mensen die samen zingen over hun verlangens, het is krachtiger dan welk leger ook. Denk alleen maar aan de burgerrechtenbeweging in de VS in de jaren 1960. Maar zelfs in het theater jaagt het een siddering door de zaal. Dit koor, en de composities die Timo Tembuyser ervoor schreef blijken, samen met de muziek van Shepherd, het geheime wapen dat de voorstelling – voor even - geloofwaardig en pakkend maakt.

Dat effect blijft wel niet duren. Vanaf het derde gezang lijkt alles wat Beutler ons op het hart wil drukken min of meer verteld. De performers houden dan een dance battle in geel-zwarte pakjes – alweer met een andere snit voor elke danser. Wat die kostuumwissel betekent is onduidelijk. Ze lijkt vooral bedoeld om de aandacht gaande te houden. Dat euvel treft ook het vierde gezang. Een aantal zangers uit de zaal hebben zich dan al achteraan op het podium verzameld. De bruine rat legt nu – in de woorden van Peter Verhelst – uit hoe ratten een superieure vorm van samenleven ontwikkelden. Dat holistische discours verhult echter ternauwernood zijn antropomorfisme en klinkt zo nogal leeg. In de volgende scène bouwen de dansers – deze keer in opzichtig kleurige badpakken -met hun lichamen allerlei constructies met een rode draad als letterlijk bindteken. Een naar mijn smaak al te krampachtig gezochte verbeelding van het concept ‘verbinding’.

Er wringt niets in de bubbel van deze ‘beeldende dansopera’. Zelfs ratten zijn hier leuk.

Het einde laat zich raden: de zangers die zich nog in de zaal bevonden, beklimmen nu ook het podium. Het is een indrukwekkend grote groep, van alle leeftijden, kleuren en geslachten. Nicole Beutler spreekt zelf het envoi uit dat al in het programma te lezen was. Een indrukwekkende koorzang volgt. Het publiek veert recht en geeft een ovatie. Zoals te verwachten en te voorzien was. Iedereen onderschrijft het pleidooi van Beutler. Niemand lijkt zich daarbij af te vragen waarom men in de echte wereld liever wapens hoort kletteren en zweert bij leuzen als ‘Drill, baby, drill’. Er wringt niets in de bubbel van deze ‘beeldende dansopera’. Zelfs ratten zijn hier leuk.

Terugblikkend voel ik zo toch vooral irritatie. Mooie, inventieve momenten genoeg. Indrukwekkende koorzang en puike composities van Shepherd en Tembuyser, zeker. Maar ook heel veel vorm um sonst. De overdaad aan kostuums van de performers bijvoorbeeld. Of de rattenkostuums, zo aaibaar als speelgoeddieren. Aan het decor van Lena Newton, een gestaag ronddraaiende stang waaraan transparante linten hangen kon ik ook al geen touw vastknopen, behalve dat ze Minna Tiikkainen de kans boden om – alweer - fantastische lichteffecten te creëren. Dat verhult niet dat hier niets ‘gebeurt’. Hier valt over weinig na te denken. Diep geraakt word je evenmin. Het is allemaal vooral mooi. Mooie gedachten, mooie beelden, mooie gezangen. Te mooi, als je weet hoeveel mensen lak hebben aan dit soort holistische discours, of het zelfs haten. Dat lijkt hier een detail, maar dat is het niet. Schone gedachten leveren geen sterke kunst op. Jammer maar helaas.         

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login