Toneel

Die Anderen Anne-Cécile Vandalem / Schaubühne am Lehniner Platz

Duistere geheimen in de eindtijd

Het gebeurt zelden dat een Belgische regisseur door een Duits Stadstheater gevraagd wordt. Anne-Cécile Vandalem is de eerste vrouw die deze eer te beurt viel, en wel meteen in de roemruchte ‘Schaubühne am Lehniner Platz’ in Berlijn. Op uitnodiging van Thomas Ostermeier creëerde ze er ‘Die Anderen’ naar een eigen scenario. Net als in haar eerdere stukken, zoals ‘Arctique’, brouwt ze uit haar scepsis over ons wereldbeeld en een pessimistische kijk op de toekomst van de planeet een gitzwarte, waanzinnige thriller. Hoog tijd misschien dat we in Vlaanderen eens vaker kijken wat er in Franse theaterhuizen gebeurt? 

Die Anderen
Pieter T’Jonck Schaubühne am Lehniner Platz, Berlijn meer info download PDF
05 december 2019

Mocht er een klimaatcrisis uitbreken, het zou wel eens afgelopen kunnen zijn met onbeperkte mobiliteit en communicatie. Kleine gemeenschappen zouden dan, zoals in het verleden weer op zichzelf teruggeworpen worden. Als die klimaatcrisis ook nog een vluchtelingenstroom op gang bracht, zou het dan kunnen gebeuren dat vluchtelingen verzeilen op plekken waar al jaren geen vreemde meer kwam. Wat zou het gevolg zijn? Dat is wat Vandalem afvraagt in ‘Die Anderen’.  Het werd een bijtende cultuurhistorische en sociaalpolitieke reflectie, verpakt als polar.

Het scènebeeld van ‘Die Anderen’ evoceert op verbluffend realistische wijze een klein dorp in een donker woud. Christophe Engels en Caroline de Schepper (‘Ruimtevaarders’) plantten ‘echte’ sparren neer, met in het midden daarvan het pension ‘Das alte Kontinent’, dat -nomen est omen- zijn beste dagen gekend heeft. Dat bouwsel kan ronddraaien en toont dan ook andere dorpslocaties zoals het gemeentehuis, het kabinet van een psychiater of een woning. Links van het gebouw, verloren tussen de bomen, staat een oude Volkswagen Kever. Het wordt nooit licht in dit woud. Er is enkel de vale schemer van een straatlantaarn en licht dat uit de ramen valt. Aanhoudend klinkt ook het geluid van de regen.

Je ziet niet alleen het dorp, je dringt ook binnen in de gebouwen, want camera’s bespieden er zelfs de kleinste hoekjes van. De beelden verschijnen op een groot scherm boven het podium. Niets blijft zo verborgen voor onze blik, zoals de onhebbelijke hobby van de hoteluitbaters om dieren op te zetten. Al is dat natuurlijk een illusie, want Vandalem houdt de touwtjes stevig in handen. Druppelsgewijs voegt ze informatie toe over wat zich werkelijk achter de muren en in de geesten van de bewoners van het dorp afspeelt. Dat doet ze van meet af aan. Het verhaal, zo kondigt het scherm aan, speelt zich af in 2023. Het regent onafgebroken sinds 8 maanden. Maar ‘de echte oorzaak’ van de gebeurtenissen, lees je, is van veel vroegere datum. Er is dus een geheim. ‘Suspense’.

Meteen daarna snijdt het beeld naar Alda (Jule Böwe), de uitbaatster van het motel. Ze lijkt voor zichzelf te spreken terwijl ze het ontbijt klaarmaakt voor haar zoon Emil. Ondanks het vroege uur zit ze al volop aan de sterke drank. Ze vermeldt terloops dat het dorp volledig afgesneden raakte van de buitenwereld, zodat het hotel in geen tijden nog gasten had. Even heeft ze het over een discussie die ze had met haar zoon Emil. Die vroeg haar, in het kader van een schoolopdracht, of zij zou ingestemd hebben met de ‘Anschluss’ van Oostenrijk bij Duitsland in 1938. Het zet je even op het verkeerde been, ook al omdat de camera nadrukkelijk focust op een vooroorlogs plakkaat met een jachttoelating. Wordt dit een drama over de gevolgen van WO II? Maar die Emil is nergens te bekennen, en het is ook hoogst onwaarschijnlijk dat zo’n gevoelige materie zomaar onderwerp van een schoolopstel zou kunnen zijn. Wat is hier werkelijk aan de hand?

Pas dan merk je dat ze niet spreekt met haar zoon, maar met een oudere man, Owen (Felix Römer), die bedachtzaam luistert terwijl hij dierenkoppen snijdt uit een stuk hout. Ook daar strooit Vandalem een hint uit: blijkbaar zijn niet alleen de hoteluitbaters geobsedeerd door dode beesten. Zijn attitude is die van een therapeut: hij countert elke vraag met een wedervraag, en herformuleert elke uitspraak als een vraag. Pas later zal je ontdekken dat hij niet alleen zielenarts is, maar ook burgemeester of hoofd van de politie -het wordt nooit helemaal duidelijk. Wel duidelijk is dat hij een pacificerende rol speelt in dit kleine dorp, al is dat op een ambigue manier.

Vanaf dit eerste gesprek besef je dat hier iets verzwegen wordt dat zo zwaar weegt dat Alda heil zoekt in zowel therapie als drank. Ze is niet de enige die een uitweg zoekt. Haar man René (Kay Bartholomäus Schulze)doet dat ook. Hoewel er geen gasten meer zijn klust hij neurotisch aan het gebouw, alsof er zo dadelijk busladingen vol bezoekers zouden arriveren. De zaken komen echter op scherp te staan als Alda een man aanrijdt. Die Ulysses (Bernardo Arias Porras) blijkt een klimaatvluchteling, die heil zoekt voor de branden in het Zuiden in meer noordelijke streken. Blijkt dat het in 2023 verboden is om die mensen nog  bij te staan, en dat daar ook strenge straffen op staan. Het brengt Alda in gewetensnood, want ze durft de man niet naar een hospitaal brengen -dat zou een schuldbekentenis zijn- maar kan hem ook niet laten verrekken. Dus verstopt ze hem in het hotel. Of beter gezegd: ze sluit hem op, want ze wil niet dat hij nog ooit wegkomt.

Vanaf het eerste gesprek besef je dat hier iets verzwegen wordt. 

Is het omdat hij haar zou verklikken? Het lijkt niet waarschijnlijk, want Vandalem stelt de man enigszins stereotiep, op het karikaturale af, voor als de vermoorde onschuld. Even karikaturaal en vreemd is een meisje, Luise (Ruth Rosenfeld), dat in vossenpelzen gehuld rondhangt in het dorp, en met haar liederen commentaar levert bij de gebeurtenissen. Ze neemt mee de zorg voor de vluchteling op. Ze lijkt over magische krachten te beschikken, maar misschien is ze ook gewoon niet goed snik. Hoe ze in die toestand beland is wordt nooit duidelijk, al vermoed je dat het iets te maken heeft met die gebeurtenissen uit het verleden waar iedereen zo hardnekkig over zwijgt, maar toch steeds naar verwijst.

De rest van het dorp, die onmiddellijk lucht krijgt van de aanwezigheid van Ulysses, is heel erg tegen zijn verblijf. Niet alleen omdat het niet mag van de wet, maar ook omdat die vluchtelingen toch allemaal schobbejakken en moordenaars zijn, of niet soms? Marge (Stephanie Eidt), de zus van Alda, voert de hetze aan. René ziet de bui hangen en spoort Ulysses aan om te vertrekken. Hij geeft hem zelfs driehonderd euro. Als Marge dat geld ontdekt besluit ze meteen dat hij het wel moet gestolen hebben, waarop burgemeester Owen -die daar voor het eerst zijn ware gelaat toont- zegt dat hij het geld in bewaring zal houden, zonder overigens te twijfelen aan de waarheid van Ulysses’ woorden.

Maar ook nu neemt de plot een verrassende, en zeer veelbetekenende wending, want achter de rug van het dorp doet Marge avances naar Ulysses, die ze verwart met haar overleden echtgenoot Marc. Wat haar er achteraf dan toch weer niet van weerhoudt om Ulysses ervan te beschuldigen dat hij haar aangerand heeft. Het verhaal loopt slecht af voor Ulysses. Even slecht vergaat het ook Suzanne (Veronika Bachfischer), een sociaal assistente die kort daarna in het dorp komt informeren naar Ulysses. Ze vermoed dat hij daar is, op basis van een bericht dat vanaf zijn gsm verstuurd werd. Via die Suzanne ontdek je dat het dorp slecht aangeschreven staat vanwege een slachtpartij op de school tien jaar eerder die sterk aan die van de Columbine High School in Colorado in 1999 doet denken. Maar als je denkt dat dat het hele geheim is waaronder het dorp gebukt gaat zit je fout. Pas in de nasleep van het drama werd een nog grotere misstap begaan, maar dat kan ik hier niet vertellen zonder het kijkplezier te bederven. Behalve dan dat Suzanne ontdekt op welke gruwelijke manier het dorp elk jaar een zoenoffer brengt voor die ‘oerzonde’, met de psychiater als hogepriester van het ritueel.

Het stuk lijkt op Oidipous Koning van Sofokles

In deze ontknoping ontdek je dat de thrillerstructuur van het stuk eigenlijk maar een voorwendsel is om verborgen driften in de samenleving zichtbaar te maken. Daarin lijkt het stuk op ‘Oidipous Koning’ van Sofokles, maar dan in een hyperrealistische setting. Vandalem duwt ons met de neus op het besef dat we lang niet zo ‘verlicht’ en beschaafd zijn als we denken, en dat het de laatste jaren steeds slechter gaat. Primitieve, tribale instincten zijn in dit stuk terug van nooit weggeweest, aangevuurd door natuurrampen die we zelf veroorzaakt hebben. Het is een onbarmhartig, haast klinisch beeld van de staat van de mensheid.

Dat is niet helemaal zonder problemen. Het stuk hinkt op twee benen: de thriller en de genadeloze maatschappelijke analyse. De thriller is het glijmiddel om andere kwesties ter sprake te brengen. Vaandalem toont vreemdelingenhaat als excuus is om niet te kijken naar problemen waar we niet mee om kunnen. Vandaar ook de talloze speldenprikken naar de huidige politiek rond vluchtelingen. Het belangrijkste thema is echter de geheimdoenerij: Vandalem laat zien dat mensen dwangmatig een deel van hun gedachten en gevoelens voor zichzelf en anderen verbergen omdat ze er geen uitlaatklep voor vinden. Maar dat wreekt zich finaal.

De uiteenzetting van die complexe intrige gaat op de duur echter nogal wegen op de vaart in het stuk. Je begrijpt waarover het gaat lang voor je de ‘uitleg’ krijgt – al verrast die dan wel in zijn radicaliteit. Daartegenover staan echter fantastische acteerprestaties. Zowel Jule Böwe als Felix Römer brengen hier uitzonderlijke vertolkingen. Ze houden steeds stand op de smalle grens tussen tragische figuur en karikatuur in de belichaming van het conflict tussen primitieve driften en verlichte principes waar elke mens vandaag, in deze spannende tijden, mee kampt. Maar ook de andere acteurs doen hun rol meer dan recht aan. Daardoor gebeurt er ook iets in de zaal. Dat is niet min. Een uitstekend programmaboekje biedt overigens heel wat context bij dit duistere, ontstellende verhaal. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login