Opera

Dead Little Girl Jean-Luc Fafchamps / Eric Brucher / Ingrid von Wantoch-Rekowski

Live streaming als experiment

Afgelopen weekend deelde de Munt een opera-première via live streaming met zijn publiek. ‘Dead little girl’ is het eerste luik van de trilogie ‘Is this the end?’ van Jean-Luc Fafchamps (muziek) en Eric Brucher (libretto). De volgende delen worden verwacht in 2021 en 2022. Misschien was live streaming een noodoplossing vanwege de coronacrisis, maar regisseur Ingrid von Wantoch -Rekowski wist dat nadeel in een voordeel om te buigen. Intrigerende muziek en enkele puike zangpartijen voegden het hunne toe aan deze boeiende ervaring, ondanks een teleurstellend libretto. 

Dead Little Girl
Pieter T’Jonck De Munt (via live-streaming), Brussel meer info download PDF
16 september 2020

In ‘The facts in the case of Mr. Valdemar’, een kortverhaal van Edgar Allan Poe, sterft een man terwijl hij onder hypnose gebracht werd. Hoewel onbetwistbaar dood blijft zijn stem toch klinken, als een ziel die niet verlost raakt van het lichaam door de hypnose. Dat verhaal heeft quasi niets te maken met ‘Dead little girl’, op één detail na: ook in dit werk komt de stem los van het personage.

We zien de zangers nu eens op het podium van de Munt, waar ze de partituur van Jean-Luc Fafchamps in een concertante uitvoering met verve verdedigen. Op andere momenten waren ze echter rond in ruimtes van de Opera waar het publiek nooit komt, zoals ondergrondse gangen, het onder of het boventoneel. Daar zingt Sarah Defrise, in de rol van het gestorven meisje uit de titel, nu net niet, hoe hard ze ook probeert contact te leggen met ‘de man’ (Amaury Massion), ‘de vrouw’ (Albane Carrère) of de vele andere personages die ze ontmoet in de onderwereld.

Dat is een boeiend idee van de regisseur. Het plugt rechtstreeks in op de essentie van opera: een spel waarin de stem de drager is van de emoties, of zelfs de ziel, van de personages, en zo deels los komt te staan van hun lichamelijke aanwezigheid. In een gewone theatersetting kan je dat echter moeilijk hard maken, tenzij je de ‘stomme’ scènes vooraf filmt en dan over de concertante uitvoering heen projecteert, op een gaasdoek bijvoorbeeld.

Maar toen kwam de Covid19-crisis. Die maakte het quasi onmogelijk om het project live te brengen. Daarom greep de Munt naar een ongewone methode: het live deel van de voorstelling speelt voor een lege zaal, maar het publiek kan toch volgen door live-streaming. Meteen wordt het versnijden van live-beelden en film een vanzelfsprekendheid. Je staat er nauwelijks bij stil terwijl je kijkt maar de filmbeelden van Jean Claude Wouters nestelen zich precies tussen de livebeelden. Misschien onbedoeld groeide de opera zo uit tot een experiment in de mogelijkheden om door live-streaming een extra betekenislaag toe te voegen.

Even onbedoeld -dat beklemtoont het programma- is de griezelige gelijkenis tussen de een publiek dat afwezig blijft en de crisis waar we ondertussen precies zes maanden in zitten en waarin het leven niet echt herneemt, noch helemaal stilvalt. De gelijkenis met de schemerzone tussen leven en dood die Orpheus trotseerde om zijn geliefde terug te halen is, in de context van opera, moeilijk te missen.

Bizar, zelfs tragisch, was wel dat dirigent Patrick Davin de dag voor deze internet-première, of hoe noem je zo’ n voorstelling, plots overleed. Naar mijn gevoel nam Peter De Caluwé, directeur van de Munt, de juiste beslissing door de voorstelling toch te laten doorgaan. Het is een eerbetoon aan de dirigent, en voegt bovendien op een -alweer- onbedoelde maar passende wijze een shot ‘realiteit’ toe aan het stuk.

Hoe pakt dat nu uit? De partituur van Fafchamps intrigeert in elk geval. Een klein orkest van 18 man omvat zowel kopers en strijkers als een elektrische gitaar en basgitaar, en percussie die gaat van pauken tot exotische percussie-instrumenten maar ook drums. Het resultaat is iets wat je als ‘Weill meets Schoenberg meets rockmusic and pop’ zou kunnen omschrijven.

Fafchamps citeert daarbij uitbundig uit de muziekgeschiedenis, met knipogen naar zowel Wagner als Jim Morrison. Het zeskoppige koor zingt het allemaal aan elkaar. Fafchamps creëert zo zeker voor het ‘Meisje’ Sarah Defrise ook onvermoede kansen om al wat ze vocaal in huis heeft uit de kast te halen. Een missie die ze met overtuiging volbrengt. Opmerkelijk is ook dat hij haar technisch kunnen contrasteert met het folkrock timbre van Massion.

Even opmerkelijk is dat die bevlogen vertolking ook aanwezig is in de filmfragmenten. Defrise belichaamt er overtuigend een jonge hipster, met gebleekt haar, opzichtige make-up en hitsige kleren. Ze begrijpt maar niet wat haar overkomen is. Ze gaat zo op in die rol dat je pas na enige tijd merkt dat ze dezelfde performer is als de zangeres die je ‘live’ ziet. Massion en Carrère zijn op film minder overtuigend, net zoals andere personages die opduiken aan gene zijde van het leven, zoals Dante Allighieri, Orpheus, een Walküre of Jim Morrison.

Vooral als de spoken uit een ver verleden opduiken dreigen de filmscènes wat potsierlijk te worden. Dat ligt minder aan de muziek, de regie of de zang- en acteerprestaties, maar vooral aan het libretto van Eric Brucher. Het is de achillespees van de voorstelling. Het libretto mist dramatische spanning of evolutie. Het is een reeks tekstflarden die los naast elkaar, met een overdaad aan soms gratuite referenties.

Zo last hij ‘luchtige’ scènes in waarin bedrijven reclame maken voor de dood als ultieme rust of ultiem orgasme. Jaja… Dat we leven in een maatschappij die uit alles geld wil slaan was me ook wel al eens opgevallen, maar deze grap  is zo opzichtig en zwaar op de hands dat het nauwelijks geestig, laat staan prikkelend wordt.

Dat bezwaar treft de hele tekst: ze is te gewichtig, te geforceerd diepzinnig. Als je daar abstractie van maakt, zie je hier echter wel een boeiend experiment dat nieuwsgierig maakt naar de volgende delen, of ze nu komen via live-streaming of gewoon in de zaal te volgen zullen zijn. To be continued .

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login