Muziektheater

Chou Chassol

Orkest van beeld en klank

De voorstelling ‘Chou’ van de Franse muzikant en componist Christophe Chassol speelt radicaal in op het thema van de polyfonie: verschillende stemmen volgen met uiteenlopende melodieën ofwel dezelfde tekst, ofwel hetzelfde ritme. Op die wijze componeert hij een klassiek maar vrolijk plaatje van Brussel. Met niet veel meer dan wat beelden en twee muzikanten verweeft hij de chaos en de opeenhoping van culturen en leefsferen tot een muzikaal samenspel.

Chou
Elie Agniel Online / Kunstenfestivaldesarts meer info download PDF
12 mei 2021

Christophe Chassol, gefascineerd door Brussel, knoopte voor ‘Chou’ gesprekken aan met diverse Brusselaars op hun lievelingsplekken in de hoofdstad. Een operazangeres in De Munt, een jazztrompettist in de Archiduc en een pianist in zijn huis in Elsene. Maar evengoed een rapper in zijn Koekelbergse studio, een Molenbeekse hiphopartieste, een stedenbouwer aan het justitiepaleis en een vrouw uit Matonge.

Iedereen pakt uit met zijn/haar uiteenlopende interesses. Toch focust Chassol niet op deze gesprekspartners en hun verhalen. Hij grijpt ze aan om deze stemmen op alle denkbare manieren te laten versmelten tot één geheel. Het onderzoek naar meerstemmigheid staat hier voorop.

Tegen de achtergrond van een projectiescherm zien we twee muzikanten: Chassol aan de keyboards en zijn drummer Mathieu Edward ernaast. Op het scherm brengen de Brusselaars hun solo of tekst. Chassol lijkt eerst het materiaal te willen tonen waar de muzikanten mee aan de slag zullen gaan. Beetje bij beetje eigen de muzikanten zich de stukken toe.

Hij speelt eerst hun melodie na op zijn keyboard, en ontwikkelt die dan tot een polyfoon muziekstuk. De drummer van zijn kant pikt het tempo van de woorden op en gaat ermee aan de haal. Geleidelijk gaan de originele klankfragmenten zo op in de ritmes en melodieën van de muzikanten. Woorden en spreekritmes worden puur muzikale bouwstenen. Chassol verzint bijvoorbeeld eerst een eigen beat voor de tekst van de rapper, maar verdraait uiteindelijk ook zijn eigen invulling, tot het oorspronkelijk ritme van de raptekst verdwenen lijkt.

Voor een nieuwe plaat zou dit op zich al voldoende zijn. Maar Chassol drijft het thema van polyfonie nog verder. In de presentatie van de beelden zelf bijvoorbeeld. Bij fragmenten van La Boum in het Terkamerenbos stelt hij vredevolle parkgangers naast hardhandig politieoptreden, onder een soundtrack die tegelijkertijd vrolijk klinkt en aanzet tot rebellie. Beelden van treinsporen en tunnels aan begin en einde van de voorstelling worden in spiegelbeeld ontdubbeld, waardoor de vluchtlijnen van sporen, perrons, treinstellen en wanden een ritmisch contrapunt vormen.

De inhoud van de filmfragmenten lijken zo geregisseerd dat ze op elkaar inspelen. Zo vertelt een man dat de stellingen van het justitiepaleis zelf in de stellingen hebben gestaan, en diezelfde stellingen komen dan nog eens aan bod in een ander interview. Of nog: de trompettist speelt dezelfde melodie als de operazangeres en de Molenbeekse hiphopartieste, maar ze doen dat elk in een andere toonaard.

Zelfs de scenografie volgt deze meerstemmigheid. Nu eens lichten de beelden op, en verdwijnen de muzikanten naar de achtergrond, dan weer komen de muziekspelers in de schijnwerpers, als ze aan de slag gaan met wat net getoond werd. Beeld en muziek spelen zo op elkaar in. Nog straffer: het gespiegelde lijnenspel vanuit de trein lijkt de twee muzikanten fysiek en muzikaal uit elkaar te drijven.

De zoektochten naar de verschillende uitingen van dit meerstemmig spel zijn ook een polyfonie op zich, die uitmondt in het stuk zelf. Deze voorstelling lijkt daardoor de ideale oplossing te hebben gevonden voor het scherm thuis. Chassol brengt een afgewerkt geheel, hij lijkt wel een dirigent van een orkest met een resem atypische instrumenten. Of dat geheel hermetisch afgesloten is of zelfs volledig uitgedacht, het doet er uiteindelijk niet toe. Het is net fijn om, zonder diepgaande analyse, herhalingen van thema’s te herkennen met telkens nieuwe beelden, of juist oude thema’s te zien en horen omgevormd worden tot een nieuwe melodie.

Het enige spijtige is dat de polyfonie een zekere dwangmatigheid in zich houdt. Als analytische tool om orde in een chaos te zoeken, leidt dit vaak tot een monotoon beeld van de stad. Bij momenten voelen de keuzes voor de types Brusselaars en hun lievelingsplekken wat als cliché. Zelfs de nevenschikking van beelden van politie en parkgangers op La Boum verliest door het strenge stramien ten dele zijn kritische gehalte. Het wordt deel van een spel, waarvan Brussel en de Brusselaars. Maar het voelt evengoed als bijkomstig aan het doel van het stuk. Brussel en de Brusselaars niet het onderwerp zijn, maar slechts de aanleiding. Deze onderneming levert zo geen kritische analyse van de hoofdstad. Maar in ruil krijg je een beeld- en klankcompositie die aangenaam goed in elkaar zit.

(Er is een extra voorstelling op 16 mei gepland)

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login