Dissident Lara Staal / NTGent
Weg met PISA!
Dissidenten die machtsverhoudingen in vraag stellen heb je overal, ook op de schoolbanken. Leerlingen die de willekeur van leerkrachten niet pikken, of de relevantie van de leerstof betwisten. Ze bekopen dat vaak met strenge straffen. Zijn ze rebels without a cause, of zijn ze de kanaries in de koolmijn, die detecteren hoe management-denken het onderwijs corrumpeert? Na ‘Dissident’ van Lara Staal ben je geneigd het tweede te denken. Ze laat zo’ n ‘dissidenten’ aan het woord. Dat levert geen ‘sterk’ theater op, maar het stuk kan wel tellen als virulente kritiek op het onderwijs vandaag.
‘Dissident’ begint met een filmpje waarin een tiental jongeren vertellen wat er misliep in hun schoolcarrière zodat ze weggezet werden naar het TSO of -O Schande- het BSO. Vijf van die jongeren zijn aanwezig op het podium. Ze zitten op bureaustoelen, aan witte formica tafeltjes, als ambtenaren in de dop. Voorlopig blijven ze door een witte kap over hun gezicht anoniem.
Daar komt verandering in als Eliaz op zijn rolstoel plaats neemt in het spotlicht, alsof het om een ondervraging ging. Hij vertelt dat hij deelnam aan dit theaterexperiment, omdat hij toch niets beters te doen had. Op school lukte het immers niet. Toch koos Lara Staal hem aanvankelijk niet uit om deel te nemen aan de uiteindelijke voorstelling. Hij paste niet bij de rest. ‘Waarschijnlijk was ik niet voldoende slecht. Het is hier de omgekeerde wereld. Op school moet je volkomen aangepast zijn om mee te doen, hier was het: hoe onaangepaster, hoe beter’ merkt hij droogjes op.
Nu gaan de maskers af. De vijf jongelui -Isaac, Eliaz, Haroun, Seppe en Siham, maken meteen de spelregels duidelijk. Deze keer zijn zij de baas. Zij gaan les geven, wij moeten luisteren en zwijgen. Wie tegenstribbelt of niet oplet: gsm afgeven. Een paar toeschouwers zijn ook echt de pineut. Je herkent meteen de machtswillekeur van de schoolfrik. Een pijnlijke parodie.
Er duikt nog een zesde figuur op. Serdi Faki Alici heeft de schoolbanken duidelijk al ver achter zich gelaten, maar als hij in een filmpje vertelt hoe hij ooit vernederd werd (‘Ze gaven me een nul. Kan je je dat voorstellen? Een nul!’) zie je dat de pijn daarover nog steeds ettert. Hoezo, hij kon niets? Hij werd toch een succesvolle muzikant? Dat bewijst hij ook, als MC van dienst als er af en toe een feestje uitbreekt.
Onderwijs vandaag gaat over presteren en excelleren. Wie niet mee kan is daar zelf schuldig aan.
De dissidente leerkrachten kondigen hun lessen aan op een elektronisch schoolbord. Twaalf stuks in totaal. Het zijn stuk voor stuk aanklachten. Les 1 bijvoorbeeld. Waarom bevat het curriculum achterhaalde leerstof? Waarom worden de leerlingen daar niet bij betrokken? Les 2: scholen richten zich op een type-leerling. Waarom hebben ze geen oog voor diversiteit. Les 3: Onderwijs vandaag gaat over presteren en excelleren. Wie niet mee kan, is daar zelf schuldig aan. Wie vond die onzin uit? Les 4: wat vertellen objectieve standaarden als de PISA methode werkelijk over leerlingen?
Soms frons ik mijn wenkbrauwen. Als parate kennis afgeschreven wordt als ballast denk ik dat het kind met het badwater weggegooid wordt. Die heeft wel degelijk nut, denk ik, als een kader om je te oriënteren. Maar inderdaad: niet als in steen gebeitelde waarheid. Dat kader mag best ook wel ruimer zijn dan Europa. Of wat kritischer voor de zegeningen van de ‘Joods-Christelijke beschaving’. Als het woord ‘dekolonisatie valt denk ik ook: dit hebben ze zelf niet bedacht. Dat fluisterde de regisseur hen in. Hoe dan ook: de uitkomst van elke les, zoals ‘Inclusieve school’ of ‘gedekoloniseerde school’ belandt niet op het elektronisch bord, maar wordt met stiften op een grote kast (dat blijkt later een snoepautomaat) of een op zijn kant gezette tafel geschreven. Het eindigt als een stevig eisenpakket.
Stilaan leer je de leerlingen kennen. Je merkt hoe slim de groep samengesteld is. Isaac is de denker, Haroun de agitator, Siham de flegmatieke, ironische beschouwer, Seppe de gekwetste ziel, Eliaz de bemiddelaar: het is een school in het klein. Ze hebben allemaal hun eigen eitje te pellen met het systeem. Dat kom je aan de weet door korte films, tussen de lessen door, waarin leraars, ouders en tenslotte een onderwijsexpert aan het woord komen. Sommige verhalen zijn hartverscheurend. Het huilen staat Isaacs vader nader dan het lachen als hij vertelt dat zijn kind op zijn negende al leed aan een depressie. Hij zegt het met een soort ongeloof. Hoe kon het zover komen? Maar ook wat de leerlingen op het podium zeggen is soms ontstellend. Als Seppe vertelt dat hij het gewoon niet kon opbrengen om enthousiast mee te doen, omdat hij liever ‘niets’ doet, signaleert hij pijnlijk accuraat dat het onderwijs voor dromers geen plaats heeft. Het gaat inderdaad alleen over presteren.
Of over controleren en disciplineren.
Of over controleren en disciplineren. In een pijnlijk hilarische scène legt Siham Isaac ‘incidentrapporten’ voor. ‘Je bent je boek vergeten. Waarom is dat. Hoe ga je dat in de toekomst vermijden? Hoe kan de school je daarbij helpen?’ Stel je maar voor dat je als kind, in de beklaagdenbank, op zo’n vragen moet antwoorden. ‘Ik was verstrooid’ zal dan wel niet pakken, en schuldig ben je toch… Het is haast zo mensonterend als een stalinistisch proces. Toch maakt Isaac er een grandioze klucht van met zijn sarcastisch pertinente antwoorden.
Zo’n scène onthult hoe weerloos jongeren zijn in een systeem dat focust op presteren, meten en disciplineren, zeker als de school hen de middelen onthoudt om te reflecteren over hun situatie, noch aandacht heeft voor wie ze -afgezien van de meetresultaten- zijn. Ze worden zelfs weerloos gemaakt door ze als ‘dom’ of ‘lui’ weg te zetten. Tot ze het zelf misschien geloven.
Daardoor duurt het tot op het einde van het stuk voor alle ‘eisen’ samenkomen in één coherente analyse. Een pedagoog van de UGent geeft daartoe in een film de aanzet. Hij merkt op dat veel onderwijsmiserie ontstaat doordat management denken de pedagogie koloniseert. De drop-outs ziet hij als de kanaries in de koolmijn van het débacle dat er het gevolg van is. Onderwijs gaat over een ander soort ‘winst’ dan die van managers, en valt niet zomaar te meten. (Wie kent inderdaad niet een ingenieur of een professor die ooit voor ‘de domoor van de klas’ versleten werd?).
Ik stel me voor dat deze groep daarover heftig discussieerde, en zo leerde gedachten en gevoelens te ordenen tot een analyse en een strijdwapen -al dan niet met een zetje in de rug van Lara Staal. Je ziet ze groeien van rebels without naar rebels with a cause. Dat leerden ze niet op school. Het resultaat is een manifest dat komaf maakt met de ideologie van Minister Ben Weyts, die jongeren ziet als ‘kapitaal’ dat de school ontwikkelt en monitort. Weg met die neoliberale flauwekul, eisen deze jongeren. Daar voegen ze ook positieve aanbevelingen aan toe, zoals een eerherstel voor het beroep van leerkracht. Getekend: ‘Uw startkapitaal’. Een laatste filmpje toont hoe ze dat manifest werkelijk aan de Minister overhandigden. Die was daar, naar eigen zeggen, opgetogen over. Zou het?
Tot slot. Als je enkel kijkt naar de ‘performance’ van de spelers, dan is dit geen ‘sterk stuk’. Ze brengen de rol die ze hier spelen, niet altijd even overtuigend. Daardoor sleept het stuk nogal. ‘Vondsten’, zoals schijnwerpers op de zaal, zijn ook niet bijster origineel. Toch is dit belangwekkend, omdat het spel en zeker de films veel losmaken in de zaal, op een manier die enkel in een live situatie denkbaar is. Het doet je zo beseffen dat er een enorme maatschappelijk debat braak ligt in het onderwijs, en dat leerlingen daarbij betrokken moeten worden. Dat nuance niet het sterkste punt is van dit stuk moet je maar voor lief nemen. Je kan op een kleine twee uur tijd nu eenmaal niet alles zeggen over een beleid dat al decennia ontspoort. We staan zelfs niet meer aan de top van de PISA rankings! Misschien begint er nu her en der toch iemand echt na te denken?
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz