Toneel

Sartre en de Beauvoir Stefaan Van Brabandt / Zuidelijk Toneel

Twee filosofen, één liefdesgeschiedenis

Stefaan van Brabandt schetst in ‘Sartre en de Beauvoir’ een portret van een mythisch koppel : twee filosofen met een fascinerende liefdesgeschiedenis. Het theaterkoppel Sien Eggers en Frank Focketyn geeft virtuoos gestalte aan deze boegbeelden van het Franse existentialisme. 

Sartre en de Beauvoir
Johan Thielemans NTGent meer info download PDF
01 maart 2022

Stefaan van Brabandt schreef eerder al portretten van filosofen als Socrates en Karl Marx. Nu groef hij zich in het leven van twee mythische Franse intellectuelen in: Simone de Beauvoir (1908-1986) en Jean-Paul Sartre (1905-1980). Van Brabandt concentreerde zich op hun biografie, en dan vooral op hun bijzondere liefdesgeschiedenis. Hij bedt hun filosofische ideeën in dat emotionele verhaal in.

Van Brabandt laat de twee protagonisten tot het publiek spreken vanuit een hiernamaals. Vandaar dat ze beiden met een zekere afstand over hun gecompliceerd emotioneel leven kunnen vertellen. Bronnen hierover zijn er genoeg, want beide schrijvers hebben uitgebreid over hun afkomst, hun opvattingen en hun liefdesperikelen gepubliceerd. Van Brabandt zocht naar een manier om een duidelijke theatrale lijn te distilleren uit de berg documenten over hun leven en denken.

Vele, en belangrijke aspecten laat hij zo onbesproken. Van Brabandt heeft het minder over de kronkelige politieke keuzes van het koppel dan over hun emotionele en sentimentele perikelen. De Beauvoir groeide op als een braaf meisje, met een strikte katholieke opvoeding. Al heel vroeg zette ze God echter aan de kant. Zo vond ze als studente vlot aansluiting vond bij de gedachtewereld van haar medestudent Jean-Paul Sartre. Die poneerde dat het leven intrinsiek zinloos is, maar dat net dat de vrijheid van de mens bepaalt. Als er geen essentie is, blijft alleen het loutere bestaan over, en dat moet je zelf vorm geven. Dat was de kerngedachte van het existentialisme. Die leverde Sartre na WO II grote roem op. Hij werd de maître à penser van een hele generatie.

De Beauvoir herkende zich helemaal in deze levensopvatting, die een frontale aanval opende op de burgerlijke opvattingen van het Franrijk van die tijd. Het koppel paste die theorie ook op het eigen leven toe. Hoe verliefd ze ook waren, ze weigerden te trouwen. Dat was te burgerlijk en dus onaanvaardbaar. Ze sloten een pakt dat bepaalde dat ze elk hun vrijheid behielden. Voor Sartre een vrijbrief om zijn vele verliefdheden te volgen, ondanks zijn verknochtheid aan de Beauvoir.

Ook de Beauvoir volgde haar eigen (amoureuze) pad. Ze wilde vooreerst geen kinderen. Dat vertelt ze in dit stuk in kleuren en geuren. Kinderen dringen een afhankelijkheid op, die tal van verplichtingen meebrengt. Zo hinderen ze de ontplooiing van de vrouw. Het feminisme pikte dat strijdpunt gretig op, en maakte van de Beauvoir een voorvechtster en een idool. Maar zelf wilde ze geen feministe genoemd worden. De vrije liefde voor man én vrouw was veel belangrijker.

De Beauvoir beleefde dan ook een intense liefdesverhouding met de Amerikaanse, linkse schrijver Nelson Algren. Het stuk haalt dat even aan, zodat het een anekdote lijkt, terwijl het om een jarenlange passionele verhouding ging. Die liep pas op een breuk uit doordat Algren geen plaats zag voor Sartre in de verhouding. Hoe pijnlijk dat was kom je in deze voorstelling niet te weten. Ook haar escapades met jonge meisjes, die vaak schandaal uitlokten, blijven onderbelicht.

We leren Sartre hier kennen als een intellectueel briljant figuur met vele kleine kantjes. De Beauvoir stipt die fijntjes aan in dialogen waarin de figuur van de man ironisch wordt onderuitgehaald. Als hij sterft, blijft de Beauvoir echter wel aan hem verknocht. Ze blijft, zo zegt ze, voortdurend met hem praten. De tekst besluit zo met een soort zedenles of optimistische conclusie: liefde kennen is het belangrijkste in het leven, als tegengif tegen de zinloosheid van het bestaan. De relatie tussen Sartre en de Beauvoir wordt zo bezegeld als één van de grote liefdesgeschiedenissen van de vorige eeuw.

Van Brabandt zet in zijn tekst in op een licht ironische toon

Cruciaal is dat Van Brabandt in zijn tekst inzet op een licht ironische toon. De eerste replieken staan meteen haaks op het beeld van ‘ernstige’ filosofen. Sartre imiteert het gekwaak van een eend: het is een moment vol humor dat de hele voorstelling bepaalt. Al zijn leven en gedachten heel handig in de tekst vervlochten – na afloop weten we waar het existentialisme voor staat-, toch valt de nadruk op het persoonlijke. We zijn getuige van een soort biecht van een koppel met een atypisch emotioneel leven.. We kijken met verwondering naar twee mensen die zich een heel eigen levensstijl aanmeten.

Dat doet bij het publiek vragen rijzen: kan een koppel zulk een vrije verbinding aan? Werden ze nooit geplaagd door dodelijke jaloezie? Was er literaire afgunst tussen deze twee sterren van de Franse literaire wereld? Nooit laat deze tekst een drama zien. Hij scheert zelfs langs de rand van gekeuvel over herinneringen. Pijnlijke en contradictorische momenten uit deze biografieën blijven onderbelicht of afwezig. Over de schandalen rond de Beauvoirs liefde voor jonge meisjes hoor je weinig. Over de grillige politieke keuzes van Sartre evenmin. De existentialist evolueerde tot marxist en daarna rabiate maoïst. Telkens was hij overtuigd van zijn absolute  gelijk. Hij was een radicale criticus van de Franse politiek in Algerije, maar verdedigde ook de Baader-Meinhof groep. Van Brabandt lost ook geen woord over de kinderen die zowel Sartre als de Beauvoir apart adopteerden (wat natuurlijk een heerlijke paradox is in het licht van de Beauvoirs verzet tegen het moederschap).

Van Brabandt geeft dus zeker geen compleet beeld van deze uitzonderlijke persoonlijkheden. De tekst is erg vriendelijk voor beiden. Al het zure is verdoezeld. Het mocht wel wat meer schuren. Is het een teken des tijds dat het dubbelportret vooral over ‘hij en zij’ gaat, en  politieke en ideologische kwesties ontwijkt? Toch blijft het een intelligente tekst die op een consequent lichte en ironische toon een boeiend maar onvolledig portret schetst van een excentriek koppel.

Dat is natuurlijk heerlijk materiaal voor spelers. Door de keuze van de vorm gaat alle aandacht naar de vertolkers. Ze zitten aan een tafeltje (zeg maar: op een Parijs terras) en ze komen niet van hun stoel. De behandeling van de tekst gebeurt met de grootste subtiliteit: de woorden en replieken krijgen leven dankzij een gewisselde blik, of een lachje of een pauze.

Het is van de hoogste virtuositeit. Frank Focketyn is wat verwaand, en sluw. Hij komt over als de leider in dit koppel. Naast hem zit Sien Eggers. Zij kijkt toe, en maakt de scherpste opmerkingen – telkens met de repliek ‘ik mag dat toch opmerken’. Toch ontstaat in deze dialoog een diepe band tussen de personages. Ze hebben hun emotionele moeilijkheden gekend, maar ze zijn steeds verknocht gebleven op een niet banale manier. In dit theatrale hiernamaals hebben ze elkaar alles vergeven. Zowel Focketyn als Eggers brengen een verbluffende eerlijkheid  over– alles lijkt spontaan, en geloofwaardig.

Die acteerkwaliteit maakt dit tot een zeer opmerkelijke voorstelling. Ze ziet af van elk oppervlakkig effect. Twee mensen die praten: het vergt van het publiek een geconcentreerd luisteren. Na afloop heb je sympathie voor de twee persoonlijkheden. Tussen beide spelers is er een warmte die op het publiek overslaat. Als het licht dooft veert de zaal recht: een welverdiende staande ovatie.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login