Toneel

Le passé Julien Gosselin / Si vous pouviez lêcher mon coeur

Léonid Andreev of een afdaling in de krochten van de ziel

In de voorstelling ‘Le Passé’ hangt Julien Gosselin met zijn gezelschap ‘Si vous pouviez lécher mon coeur’ een beeld op van de Russische schrijver Léonid Andreev. Rond 1900 was hij net zo beroemd als Tsjechov of Gorki, maar toch raakte hij in de vergetelheid. Onterecht toont deze virtuoze, rijke voorstelling aan. Centraal staat ‘Katherina Ivanovna’, een stuk over de psychologische ondergang van een vrouw. Gosselin plaatste daar vier andere teksten naast. Het zijn fascinerende intermezzi, telkens in een andere stijl. Al verwijst Gosselin met de titel van de voorstelling naar theatervormen uit het verleden, dit werk biedt geen nostalgie, maar een stuk lillend, hedendaags toneel.

Uitgelicht door Johan Thielemans
Le passé
Johan Thielemans De Singel, Antwerpen meer info download PDF
25 september 2022

De jonge Franse regisseur Julien Gosselin werkte tot nog toe met hedendaags teksten van auteurs als Michel Houellebecq, Roberto Bolaño en Don DeLillo. In ‘Le passé’ grijpt hij echter terug naar oudere vormen van toneel, in het besef daarin een rijkdom schuilt die vandaag ongebruikt blijft. Vandaar dus die titel: ‘Het verleden’. Hij kwam tegelijk de Russische schrijver Léonid Andreev op het spoor. Die genoot rond1900 grote roem dankzij talloze kortverhalen en vele toneelstukken. Gosselin greep dus niet alleen qua vorm, maar ook qua inhoud terug naar het verleden.

Het resultaat is een lange, overrompelende toneelavond. Centraal staat ‘Ekatherina Ivanovna’, een stuk in de lijn van Tsjechov, maar dan veel heftiger van inhoud. De echtgenoot van Ekatherina verdenkt zijn echtgenote van overspel en wil haar doodschieten. Gelukkig missen zijn kogels, zodat Ekatherina naar haar zuster Lisa kan vluchten. Beide vrouwen blijven de spil waarrond vier mannen draaien. Het zijn mensen van betere stand: een politicus, een schrijver en een schilder.

Het stuk biedt niet zozeer een verhaal dan wel een schets van mensen die hun plek in de wereld niet vinden. Seksueel verlangen, onvrede en wispelturigheid brengen deze groep vrienden samen maar drijven ze ook weer uiteen. Ongelukkige koppels kan je kennen uit Tsjechov, maar Andreev legt meer nadruk op de seksuele component. Niet alleen wisselen deze mannen en vrouwen vlot van partner, ze lijden ook onder tegenstrijdige gevoelens. Rust en vrede vindt niemand.

Het ergste slachtoffer is Ekatherina, die langzaam in waanzin verglijdt. In het laatste bedrijf wil de schilder het portret van Lisa, een oude liefde schilderen, maar het einde van die passie staat hem daarbij in de weg. Hij verzoekt Ekatherina daarom om te poseren als Salomé. Tijdens die sessie ondergaat ze een opstoot van schizofrenie. Tijdens haar dans der zeven sluiers, slaan haar lichaam en haar geest op hol. Voor de ogen van de mannen (én van het publiek) gaat Ekatherina geestelijk ten onder, zonder dat iemand hulp weet te bieden.

Dit aangrijpende thema volstond nog niet voor Gosselin. Voor elke bijkomende tekst koos hij een andere theaterstijl. Bij het stuk ‘Requiem’ projecteert hij de tekst op een zwart scherm. Het resultaat is een soort symbolistisch theater van de verbeelding. We lezen een klacht van een theaterdirecteur, die in het publiek slechts houten poppen ziet zitten. Op het einde schijnt een fel licht de zaal in – wij, de toeschouwers, zijn dan die dode poppen.

De tweede tekst gaat over jongelui die verdwalen in het woud en overeen verkrachting. Het is een voorbeeld van de griezelverhalen waar Andreev in uitblonk. (In bloemlezingen van griezelverhalen zou er nooit een tekst van zijn hand mogen ontbreken). De actrice Carine Caron begint met een sobere voorlezing uit een boek om later over te schakelen naar een gestileerde voordracht helemaal alleen op het voorplan van het toneel. Het is beheerst en gestileerd, met sierlijke armbewegingen die de tekst ondersteunen. De keuze van die plek op het toneel is eveneens een verwijzing naar een toneeltechniek uit het verleden.

Tenslotte krijgt het kortverhaal ‘In de mist’ een verrassende vorm. Het beschrijft een familietafereel. Centraal staat een adolescent die met zijn seksualiteit in de knoop ligt, en dan ook nog vaststelt dat hij aan syfilis lijdt. De vier spelers zijn gemaskerd, de basiskleur is wit en zwart alsof je een film ziet uit de jaren dertig van de vorige eeuw.  Gosselin citeert hier het expressionisme en laat de vertelling openbloeien tot een wilde en vrolijke komedie.  (Daar de vier spelers maskers dragen, kunnen ze niet praten, en worden de stemmen gelipt door collega’s in de orkestbak).

De waanzinscene van Victoria Quesnel  groeit uit tot een anthologiemoment.

Deze vermenging van verschillende acteerstijlen ‘uit het verleden’(Gosselin) resulteert in een bijzonder rijke voorstelling, een collage van theatrale representatievormen die eenheid van stijl afwijst. In alle registers zijn de acteurs ronduit schitterend, met een speciale pluim voor Victoria Quesnel. Ze maakt het heftig aangezette realisme van Gosselin waar, onder meer door haar buitengewone stembeheersing. Daardoor kan ze als ‘bezetene’ vele stemmen laten klinken. Haar ongewoon lange waanzinscène, die zowel vocaal als fysiek extreem is, groeit uit tot een anthologiemoment. Gosselin kan zijn acteurs tot hun uiterste drijven.

Uit de opeenstapeling van deze verhalen rijst een pessimistisch mensbeeld vol pijn en onvervuld verlangen op. Voor geluk en harmonie is hier geen plaats. In het kortverhaal ‘De heropstanding van de doden’ is er een valse hoop, want alles zal mooi en perfect worden en de doden zullen een ideale wereld vinden – maar dat, zegt Andreev ironisch, zal na het einde van de geschiedenis plaatsvinden. Een magere troost, dus.

Ondanks de verschillende speelstijlen blijft Gosselin in ‘Le passé’ wel trouw aan zijn ‘cinéthèâtre’. Zijn uitzonderlijke scenografe Lisetta Buccellato creëerde uiterst realistische Russische interieurs na. Zo is er de badkamer waar vele drama’s én seksuele ontmoetingen zich afspelen. In het huis filmen twee cameramannen de actie. Het is een regie binnen de regie, uitgevoerd met gevoeligheid en precisie. Het realisme dat aan Stanislavski doet denken, wordt ondergraven door voetlicht – een rij kaarsen die er op wijzen dat dit allemaal theater is. Boven het speelvlak hangt een scherm waarop we intiem de acteurs kunnen volgen. Er zijn ook enkele spectaculaire scènewissels. Terwijl het doek open blijft maakt het Rusland van 1900 bijvoorbeeld plots plaats voor ruwe kartonnen huizen. Dat puur theatrale decor vormt de inleiding tot de expressionistische episode in het stuk.

Even prominent is de aanwezigheid van toneelmuziek, live uitgevoerd in een orkestbak. Elektronische klanken, die vaak luidruchtig in de actie tussenkomen, vermengd met lyrische passages op de piano met zang van een contratenor (Maxence Vandevelde). Er verschijnt zelfs een lang citaat van de muziek uit Griegs ‘Peer Gynt’. Gosselin kent muziek dan ook grotere rol toe dan vele muziektheaterproducties.

De weigering van eenheid van toon levert een fascinerend schouwspel op. Gosselin schuwt de moeilijkheden niet. ‘Le passé’ duurt vier uur, maar verveelt geen moment door Gosselins zin voor spanningsopbouw. Alles heeft een perfect ritme en drijft op vele visuele verrassingen. Het woord ‘generositeit’ is hier helemaal van toepassing. Het gaat niet alleen om de liefde voor het theater, maar om theater als feest. Als NTGent graag uitpakt met de slogan ‘Histoires du théâtre’ , is het deze ‘Passé’ van Gosselin die dit waar maakt. Het genre theater heeft een lange traditie, is nog lang niet dood – zelfs in de handen van een groep blanke theatermakers.  Bij Gosselin spreekt toneel het verstand, de verbeelding en het begrip aan. Bij Andreev vindt Gosselin een diep pessimisme, een bittere en confronterende spiegel van de ziel, door zijn aanpak levert hij een avond die achteraf alleen maar vreugde oplevert, pure theatervreugde.

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login