Toneel

Mij die ge graag in het donker ziet Abattoir fermé

Ik ben geen 'Poppie'

Een afdaling in de onderwereld. Dat belooft ‘Mij die ge graag in het donker ziet’ te zijn. Met Abattoir Fermé kan dat absurd, amusant én duister worden, als je terugdenkt aan hun eerdere stukken waarin de witgeschilderde gezichten van de acteurs, het fysieke spel en de groteske ode van Stef Lernous aan taboe en vunzigheid, perfecte ingrediënten werden voor een extreem duivelse wereld.

Mij die ge graag in het donker ziet
Lotte Ogiers KC Nona, Mechelen meer info download PDF
11 oktober 2022

De verbazing is groot wanneer we één voor één door het kralengordijn lopen en geen rood hellevuur, maar een biljartgroen tapijt moeten oversteken. Het publiek verzamelt zich in een seventies-decor waar ook de vier acteurs ­met witgeschilderde gezichten ­ thuis zijn en iedereen welkom heten. Beige pluchen poefen, okerkleurige fauteuils, als in een huiskamer verlicht door oranje retrolampen. Wie zoekt die vindt ergens een plaats terwijl de kraalogen van de hertenkop aan de houten muur dit heen-en-weergeloop nog maar eens gade slaan. Alles al eens gezien hebben. De onderwereld van Abattoir Fermé. Want dat is het, toch?

Al snel wordt duidelijk dat Tine Van den Wyngaert, Steve Geerts en Chiel van Berkel acteurs zijn, onderworpen aan de grillen van hun altijd-boze regisseur Kirsten Pieters (slim van Lernous om een vrouw te kiezen voor deze rol). Ze oefenen haar onnoemelijk lange script ‘Mij die ge graag in het donker ziet’ van 1200 pagina’s.

Met hun grote gebaren zijn de usual suspects hilarisch als mislukkende en onzekere acteurs. Tine Van den Wyngaert stottert zich vijf minuten lang door één zin, terwijl Steve Geerts het handje van een suikerwafelvretende Chiel van Berkel moet vasthouden wanneer die een scène voorleest. ‘Tot niets in staat,’ neemt Kirsten Pieters het populistische vooroordeel over luie acteurs in de mond terwijl ze ook nog schreeuwt dat ze best pampers kunnen dragen.

De toon is gezet. De wereld heerlijk herkenbaar gecreëerd. Op een tafel staan witte koffietassen, een thermoskan. De koffietafel denk je er zelf bij: het beeld van witte pistolets met américain preparé die langzaam verkleurt terwijl ook de herinneringen, naarmate de middag vordert, steeds nieuwe vormen aannemen. Een verleden dat iedereen herkent.

Een vrouw die zich terugtrekt in dat verleden omdat het heden een nachtmerrie is. Dat is de premisse van het verzonnen theaterstuk. Het groene tapijt en de vintage meubelen roepen geuren uit die wereld op, het publiek dichtbij, elkaar beglurend, ongemakkelijk schuifelend omdat de lampen niet gedimd zijn. Sigarenrook en whisky, de geur van goedkope lippenstift en stoffen zetels. Abattoir Fermé roept dit op vanuit de buik, alsof niet het hoofd, maar deze weeë opslagplaats de plek van de herinnering is. Hier is het donker. Hier voelt het goed.

Hier schuilt ook herhaling. Het repetitieve is een vast element in de bewegingstaal van het gezelschap. Dat schuilt in details, zoals de acteurs die hun voeten repetitief afvegen aan de voetmat wanneer ze binnenkomen, of Tine Van den Wyngaert en Steve Geerts die soms synchroon gaan zitten. In de herhaling schuilt bevreemding en verwarring, een komisch effect. Een moment om het gekende anders te zien en te beleven. De onderwereld die via de buik naar boven komt. Oncontroleerbaar, zonder het te beseffen, dient wat verborgen was zich in de herhaling aan.

Maar die herhaling schuilt meestal ook in de vertelling bij Abattoir Fermé. Zoals steeds is de verhaallijn een loop. Geen begin en eind, maar een midden dat echo’s overdraagt. Onder leiding van Tine Van den Wyngaert plegen de acteurs verzet (ook hier is de keuze voor een vrouw als leider van he verzet een slimme keuze). Ze zijn geen poppen, geen marionetten onder het juk van een grillige regisseur. Ze hebben gouden bekers gewonnen voor de Komische Inval, hun dochter noemt Japonika, ze hebben een eigen naam. Ze laten hun regisseur hier en nu, voor altijd, achter.

De vuiligheid druipt van de muren terwijl trauma’s absurde vormen aannemen.

En dan wordt alles anders. De zaallichten dimmen. We komen in een huiskamer terecht. Eén van een zuipende ‘Mama’ en ‘Papa’ en hun versteende dochter ‘Pop, pops, poppie’ (Kirsten Pieters). Het is er vreselijk. Tine Van den Wyngaert schildert met haar blozende kaken en rood getuite lippen de moeder af als seksueel roofdier. Haar tong beweegt naar alle kanten wanneer ze mannen (en vrouwen) ziet. Hoewel Chiel van Berkel een getekende Hitlersnor heeft, lijkt hij niet op te kunnen tegen de dictatuur van zijn vrouw. Dankzij de groteske bewegingen en taal van de acteurs heb je maar heel weinig inlevingsvermogen nodig om die huiskamer aan te voelen. De muffe geuren van rook, whisky, en stoffen zetels bevangen je steeds meer. Je zou willen opstaan en weglopen.

Dat is precies wat dochter ‘Pops’ ook doet. Ze schrijft en noteert in haar boek dat ze dicht tegen haar lichaam aandrukt. Met deze zelfgemaakte airbag baant ze zich een weg door de woorden van haar vreselijke ouders. Zelf een uitweg vinden. Niemands ‘Poppie’ zijn.

Wordt ‘Pops’ de tirannieke regisseur? Of is het eerste deel van de voorstelling haar innerlijke wereld waarin zij wel alles te zeggen heeft? Kleine herhalingen en echo’s doen vermoeden dat de twee delen via haar verbonden zijn. Zo schreeuwt Kirsten Pieters als regisseur dat ze de namen van haar acteurs niet wil kennen, terwijl ‘Poppie’ smeekt om met haar echte naam aangesproken te worden. Mama en Papa en de leraar Nederlands (Steve Geerts) vegen hun voeten repetitief en absurd lang af aan de voetenmat. Herinneringen vormen handelingen in het eerste deel.

Deze hel uit de seventies-hel is anders dan verwacht. Wel helemaal Abattoir Fermé. De vuiligheid druipt van de muren terwijl trauma’s absurde vormen aannemen. Dat allemaal recht, en in alle intimiteit, voor onze ogen. Ook voor het publiek is er geen ontkomen aan de theatraliteit van die (acteurs)familie. Zijn wij poppen? Acteurs? In een conservatieve wereld, vormgegeven door herinneringen? Of is voor Lernous enkel hier en nu van tel? Dit theater als hel? Deze wereld als spel? Dat, soms als onderwereld, vaker als andere wereld van de acteur: mij die ge graag in het donker ziet.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login