Toneel

La lettre Milo Rau / Festival d' Avignon

Het theater en het leven

Tiago Rodrigues wil, als directeur van het festival van Avignon, de bewoners van naburige dorpen en stadjes bij het festival betrekken. Elk jaar geeft hij een regisseur daarom de opdracht een stuk op het getouw te zetten dat met een minimum aan middelen elke dag in een andere feestzaal kan spelen en een breed publiek aanspreekt. Dit jaar nodigde hij Milo Rau daarvoor uit. ‘La lettre’ is rough theatre in de beste Brechtiaanse traditie, maar ook een ‘Histoire du théâtre’: Rau toont waar persoonlijke levens en toneelspel elkaar raken en tekenen.         

La lettre
Pieter T’Jonck Forum des Angles, Les Angles, in het kader van het festival d' Avignon
19 juli 2025

Milo Rau noemt ‘La lettre’ een Volksstück, een stuk dat het doet met wat voorhanden is. Of zoals Arne De Tremerie, een van de twee spelers, bij het begin van het stuk het zegt: “Twee uur tijd om alles op te stellen en dan spelen”. Ik zag het in ‘Le Forum des Angles’, ondanks de pompeuze naam een wat armtierig schoolfeestzaaltje in Les Angles, een voorstad van Avignon.

Hoewel de inwoners van Les Angles niet in dichte drommen opdoken, deed Rau de idee van Rodrigues wel alle eer aan, niet in het minst door het geweldige spel van zijn acteurs, de Vlaming Arne De Tremerie en de Française Olga Mouak. Het decor bestond uit niet veel meer dan een tafel, een paar stoelen, een beatbox en op de achtergrond drie vlaggen: een rode, een witte en een blauwe. Allicht een verwijzing naar de Franse vlag, al leek het me ook een knipoog naar de filmtrilogie ‘Trois couleurs Bleu/Blanc/Rouge' (1993-1994) van Krzysztof Kieslowski. Die gaf daarin zijn ironische kijk op de Franse revolutionaire leuze ‘Liberté, Egalité, Fraternité’. Hier gaat het om de persoonlijke verhouding van de spelers tot boegbeelden uit de (theater-)geschiedenis, zoals ‘De Meeuw' van Anton Tsjechov en de geschiedenis van Jeanne d’ Arc.

Het stuk begon met een brief die De Tremerie bovenhaalde. Zijn grootmoeder, Nina De Tremerie, vertrouwde die hem toe kort voor haar dood. In die brief schreef haar moeder haar dat ze noodgedwongen voor altijd het huis zou verlaten. Nina was toen slechts negen jaar oud. Het belette haar later niet om een belangrijke radiostem te worden: ze presenteerde jarenlang ‘Café Cultuur’ (tenminste: dat beweerde De Tremerie, maar ik hoorde nooit van ene Nina De Tremerie, noch van haar programma Café Cultuur, en voor één keer deed Google er ook het zwijgen toe. Maar si non é vero, é bene trovato). Haar grootste droom, de rol van Nina spelen in ‘De Meeuw’ van Tsjechov, maakte ze echter niet waar. Ze projecteerde haar verlangen dan maar op haar kleinzoon, Arne. Die hield er een levenslange obsessie aan over om het personage van de jonge schrijver Konstantin Gavrilovitsj Trepljov te spelen.

Mouaks grootmoeder hoorde stemmen, net als de maagd van Orléans, en stierf ook door het vuur. Niet van de brandstapel, maar van een onopgehelderde brand.

Zo ontmoette De Tremerie trouwens Olga Mouak: ze deden allebei auditie voor een Franse productie van dat stuk. Geen van beiden werd geselecteerd, maar ze hadden wel zin om samen iets te maken. Mouak, die in Orléans woont, maar wiens ouders afkomstig zijn uit Kameroen en Ile de Réunion, biechtte in het stuk dan op dat ze niet echt iets heeft met ‘De Meeuw’, maar des te meer met het verhaal van Jeanne d’ Arc, ook afkomstig uit Orléans. De echte reden van haar fascinatie verklapte ze pas later: Mouaks grootmoeder hoorde stemmen, net als de maagd van Orléans, en stierf ook door het vuur. Niet van de brandstapel, maar van een onopgehelderde brand.

Al die informatie vuurde het duo in de kortste keren op het publiek af. Vooral De Tremerie kon het grappen en grollen daarbij niet laten. Hij vertelde hoe hij als kind al genoot van toneelstukken met een stuntelige Pierrot die van het ene ongeluk in de andere ramp tuimelde omdat hij niet luisterde naar de waarschuwingen van zijn jeugdige publiek. Hij deed dat in zijn beste Gentse Frans, met heel veel haar op dus. Het werd een gesmaakte grap op zich. Hilarischer werd het pas echt toen hij het publiek zo ver kreeg dat het hem, als Pierrot, waarschuwde voor de man met het pistool. Zo ‘stierf’ hij een eerste keer, met Mouak als dader.

Van dan af spraken De Tremerie en Mouak af om elkaar te helpen bij de enscenering van zowel ‘De Meeuw’ als het verhaal van Jeanne d’ Arc. Om zijn oma bij het verhaal te betrekken had De Tremerie (dat beweerde hij toch, alweer) met behulp van AI haar stem synthetisch gereconstrueerd. De beatbox speelde van dan af ersatz-oma en ook ersatz-Arkadina. Om de andere personages in te vullen deed het duo beroep op de zaal. Een toeschouwer mocht mee op het podium paraderen met pancartes bij de verschillende scènes. Nadat ‘De Meeuw’ zo met het nodige misbaar in sneltreinvaart passeerde, kwam Jeanne d’ Arc aan de beurt. Met één wel heel straffe scène: Jeanne/Olga werd tijdens haar proces op de rooster gelegd door niemand minder dan Isabelle Huppert zelf (!) (of tenminste: door een opname van haar stem).

Bij Pierrot was de dood een grap. In de tweede moordscène ging het over de echte doden in Srebrenica.

Op onnavolgbare manier speelde Rau het in dit stuk klaar om ook de persoonlijke geschiedenis van de acteurs in het spel te brengen. De Tremerie vertelde over de dag dat zijn vriendin hem dumpte. Mouak biechtte op dat haar ouders haat bestaan als actrice compleet negeerden. Op dat moment kantelde er iets in het stuk. Zolang het ging over ‘De Meeuw’ of Jeanne d’ Arc hing er een uitgelaten, lacherige sfeer in de zaal. Het publiek had duidelijk schik in dit soort houtje-touwtje theater en in zijn bijdrage daaraan. Maar het lachen verstomde eens het ging over de persoonlijke verhalen van de spelers. Zo was er een pakkend telefoongesprek tussen Mouak en haar moeder. Compleet fictief, uiteraard, maar toch voelde het waarachtig aan. Daarna ging het over een stuk waarin De Tremerie ooit een blauwhelm speelde die sneuvelde in Srebrenica. Die moordscène werd hier herhaald, met Mouak als moordenaar. De gelijkenis met de eerdere scène waarin Mouak Pierrot neerknalde was overduidelijk, maar het verschil ook. Bij Pierrot was de dood een grap. In de tweede moordscène ging het over de echte doden in Srebrenica.

De Tremerie voegde daar een merkwaardige anekdote aan toe. Ooit kluste hij bij als cafépianist. Niemand luisterde ooit aandachtig naar zijn spel. Toen hij op een dag met opzet in zijn hand sneed - hij demonstreerde het ook deze avond - had hij plots wel alle aandacht. Daarom gaat theater zo vaak over sterven en dood, zo concludeerde hij: dat is wat mensen wezenlijk bezig houdt. Theater is een manier om met dood (of doodslag, of de symbolische dood van een afwijzing) om te gaan.

Daarmee was de cirkel rond. De Tremerie las terug de brief voor die zijn oma ooit kreeg van haar moeder. Alsof daar de verklaring lag voor haar hang naar theater, die ze dan weer op haar kleinzoon overdroeg. Net zoals Mouak via het theater in het reine wou komen met het verhaal van haar grootmoeder. Een onverwacht diepzinnig einde van wat begon als uitgelaten volkstoneel.

(PS: de voorstelling speelt nog op veel plaatsen in Frankrijk, maar voorlopig niet in België. Dat is jammer. Mocht één of ander theaterhuis een gaatje in zijn agenda hebben…?)        

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login