Toneel / Muziektheater / Performance

Billy's Violence Needcompany / Victor Afung Lauwers

Free Jazz op Shakespeare

Ooit verzorgde Jan Lauwers met zijn Needcompany bijzonder zuivere ensceneringen van Shakespeare, zoals ‘Julius Caesar’. ‘Billy’s Violence’ daarentegen is een erg vrije, beeldende commentaar op het thema ‘vrouwen in gevaar’ in het oeuvre van de schrijver. Het resultaat: een free jazz theaterspel , naar een tekst van Victor Afung Lauwers. 

Billy's Violence
Pieter T’Jonck Kaaitheater Brussel meer info download PDF
31 oktober 2021

Vrouwen komen er bij William Shakespeare zelden goed van af. Ze hebben minderwaardige rollen, worden mishandeld, bedrogen en vermoord. Het kwam de grote Engelse theaterschrijver recent op heel wat commentaar te staan. Criticasters gaan daarbij voorbij aan het feit dat Shakespeare wel een groot woordkunstenaar was, maar zijn verhaalstof doorgaans ontleende aan bestaande bronnen. Het zijn niet de verhalen die Shakespeare zo’n groot schrijver maken. Wie zijn stukken zo bewerkt dat alleen het verhaaltje overblijft, houdt weinig meer over dan een paar bijzondere plotwendingen.

Criticasters vergeten ook dat de bard leefde in een tijd waarin bloedvergieten en geweld zo wijdverbreid waren dat het haast een populair vertier was. Als ‘manager’ van een theaterbedrijfje wist Shakespeare dat geweld veel volk zou lokken naar de schouwburg. Dat pleit Shakespeare niet vrij van vrouwonvriendelijke passages, maar het plaatst ze wel in context.

Dat is precies wat Maarten Seghers doet als hij, als een soort orkestleider, het publiek verwelkomt bij het begin van ‘Billy’s Violence’. Naar verluidt zou Christopher Marlowe, die andere grote toneelauteur uit de tijd van koningin Elisabeth I, Shakespeare zo aangesproken hebben (en als het niet waar is, dan is het toch goed gevonden…). Seghers schetst de ruwe zeden van die tijd en hoe die hun sporen lieten in het werk van Shakespeare.

Hij vertelt er meteen bij dat het hier over de vrouwen in tien stukken van Shakespeare zal gaan. Wat je meteen ook te weten komt: het stuk werd geschreven door Victor Afung Lauwers, geregisseerd door zijn vader Jan Lauwers en gespeeld door diens gezelschap Needcompany, dat onder zijn leden ook zijn vrouw, Grace Ellen Barkey, en zijn dochter Romy Louise telt. ‘It’s a family affair’ dus, maar vijf andere performers staan hen bij.

Je kijkt er bij de Needcompany niet meer van op, maar iemand die het gezelschap nooit aan het werk zag zal toch grote ogen trekken bij de verschijning van Seghers. Zijn kostuum alleen al: een weelderig, renaissance-achtig gewaad. Het is helemaal in de stijl van historiserende ensceneringen, behalve dan dat de voorzijde ervan open hangt tot aan zijn kruis. Dat maakt hem tot een bizarre figuur. Zijn ironische toon versterkt dat nog.

Even curieus is het decor: een spierwitte vloer en achterwand, met aan beide zijden van het podium een stang waaraan talloze kledingstukken hangen. Het beeld lijkt sprekend op dat van een chique modeboetiek. Een kleine toonbank links en een paar lage tafels rechts waarop voorwerpen uitgesteld zijn, als accessoires, bevestigen dat beeld. Iets zegt me dat dit smetteloze beeld in de loop van het stuk besmeurd en vernield zal worden- en dat blijkt ook zo te zijn.

De verbeelding wordt steeds wilder en grotesker

Dan begint het. Het eerste personage is Portia, de echtgenote van Brutus in Julius Caesar. Een projectie op de achterwand vertelt het ons. Portia is een bijrol in het stuk van Shakespeare, maar hier  komt ze centraal te staan. Tekst en uitleg krijg je echter niet. Dat Romy Louise Lauwers Portia is spreekt vanzelf, maar als je het stuk niet kent heb je er het raden naar welke rol Nao Albet, haar tegenspeler heeft. In het zwaar aangezette spel blijkt wel dat hij haar echtgenoot is en haar buiten zijn ‘zaken’ houdt. Daar neemt ze geen vrede mee, net zo min als haar moeder (?) Grace Ellen Barkey. Portia slaat terug, eerst met een bloederige zelfverminking, later met een dito zelfmoord.

De tekst hierbij is minimaal: ik denk zo’ n twee blaadjes A4, maar wel opmerkelijk. Zo krijgen de spelers het woord ‘wife’ nauwelijks over hun lippen. Het wordt ‘w-w-w-w-w-wife’. Voortdurend kuchen ze ‘ugh, ugh, ugh’. De spelers springen voortdurend heen en weer tussen Spaans en Engels, met soms ook wat Nederlands erbij. Het is alsof je kijkt naar een vreemd poppenspel, of een soort vrije improvisatie op een basistekst. Met spelers die vrij in en uit hun rol stappen, nu eens mee zijn met hun personage en het dan weer becommentariëren.

Het is een stramien dat in alle volgende portretten weerkeert, maar de verbeelding wordt steeds wilder en grotesker. Een sterk voorbeeld is ‘Julia’, uit ‘Romeo and Julia’, uiteraard. De twee geliefden, Romy Louise Lauwers en Nao Albet, zitten hier tegen elkaar aan op een grote kist in het midden van het podium. Er klinkt een gezoem als van lastige vliegen die rond kadavers cirkelen. De twee zijn compleet in verwarring, alsof ze hier al eeuwen opgesloten zitten. Julia moet dringend naar het toilet. Romeo heeft per ongeluk het dodelijk gif genomen. Het is een morsige, bijna absurde scène die mijlenver verwijderd is van het ‘mooie’ liefdesverhaal. Aardser, ongemakkelijker, maar ook komischer. Stuntelende mensen in een onmogelijk verhaal.

Het gaat crescendo als Maarten Seghers Ophelia met een falsetstem zingend vertolkt. Hij heeft een bizar spraakgebrek: hij lispelt niet maar krijgt de ‘d’ en de ‘t’ niet uitgesproken en vervangt ze dan door een ‘s’. dat maakt zijn tekst half onverstaanbaar zijn. Wat je toch min of meer snapt is dat hij zinspeelt op het beroemde schilderij van de verdronken Ophelia van John Everett Millais uit1851. Tot hij ‘ontmaskerd’ wordt door twee lakeien die een buiksprekerspop onder zijn rokken vinden. Fascinerend om te zien, ook al ontging de betekenis hiervan me grotendeels.

‘Gruoch’, uit ‘Macbeth’ (een alternatieve naam voor de bloeddorstige lady Macbeth) laat dan weer aan duidelijkheid niets te wensen over: alle performers zitten in een reusachtig bad vol melasse, een bruinrode smurrie die hen onherkenbaar maakt. Maar ook dit beeld blijkt meer dan ambigu, want tussen de mensen ontwaar je ook marionetten met een doodskop -een motief dat eerder al opdook. Het is een extreem beeld, omdat de kleverige viezigheid van de melasse dicht bij de afkeer komt die je zou ervaren als je in een echt bloedbad terecht komt. De geur alleen al maakt je wee.

Een bloedernstig -no pun intended- einde

Dat leidt naar het laatste, en sterkste- beeld van dit stuk. Romy Louise Lauwers komt naakt overeind, met een levenloos lichaam -ik zag zelfs niet meer wie het was- in haar armen. Zo speelt ze Imogene, de dochter van koning Cymbeline uit het gelijknamige stuk, die verkeerdelijk gelooft dat de onthoofde man naast haar haar geliefde is. Hier is er geen ironie of zotternij meer, dit is een bloedernstig -no pun intended- einde.

Tegelijk is er de vraag: wat vertelden de spelers ons nu? Zo goed als niemand in het publiek kent wellicht dit nogal warrige verhaal van Cymbeline. Het gaat dus nog alleen om die beelden en die paar zinnen. Ze staan hier volledig op zichzelf. Ze danken hun impact aan het feit dat het geen cinema is, maar een concrete actie. Een uitzinnige actie. Een ‘free jazz’ acteerimprovisatie op de conflicten waar vrouwen in verwikkeld raken terwijl mannen grote oorlogen voeren of waanzinnige plannen beramen. Doorgaans tot scha en schande van de vrouwen.

Je kan Victor Lauwers, als auteur, noch Jan Lauwers, als regisseur, noch de spelers, hier verdenken van enige didactische bedoeling. Over de stukken van Shakespeare kom je hier zeer weinig te weten. Er wordt dus geen verhaal verteld, maar er wordt evenmin een moraal verkocht. Er wordt ook al geen oordeel geveld, niet over Shakespeare, niet over de positie van de vrouw, over niets eigenlijk. Er wordt gespeeld. Het gaat om dat spel, met de meest totale inzet van middelen, in het bijzonder van de performers.

Maar spel is natuurlijk altijd ook een beetje echt. Het doet je meeleven. Het sleurt je mee in deze absurde kosmos. Het hangt er dan maar van af hoezeer je je als kijker wil laten meeslepen in wat er concreet gebeurt. Ik raakte zelf maar zelden in de juiste stemming, maar het gros van het publiek in het Kaaitheater was er duidelijk wild van. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login