Toneel

De stem van vingers Thomas Bellinck en Said Reza Adib / Robin

Graven in onze vingers

‘De stem van vingers’ is de nieuwste etappe in Thomas Bellincks reeks ‘Simple as ABC’ waarin hij het Europese (im)mobiliteitsregime onderzoekt. Samen met de Afghaanse journalist Said Reza Adib maakte de Brusselse kunstenaar een voorstelling waarin ze zich toespitsen op de fijne, kronkelende groefjes in onze vingertoppen. Ze vormen patronen die gsm’s en laptops kunnen ontgrendelen, maar die ook bepalen wie al dan niet een grens over mag. Met een slimme scenografie en met zorgvuldig gewogen woorden schetst ‘De stem van vingers’ geduldig de problematiek rond immigratie. 

De stem van vingers
Roosje Mestdagh Oostende, Atheneum tijdens TAZ, Theater Aan Zee
31 juli 2023

‘Why don’t you call them persons or humans instead of data subjects?’  ‘De stem van vingers’ opent met een gesprek tussen Thomas Bellinck (vertolkt door Jeroen Van der Ven) en een vertegenwoordiger van de Europese Commissie, gespecialiseerd in biometrie (rol van Musia Mwankumi). Data subjects, dragers van leesbare informatie, is de bureaucratische term voor vluchtelingen. Geen 'mens' of 'persoon', zelfs een naam is er niet. Nee, alleen de data zijn van tel, data die huizen in de kleine oppervlakte van de vingertoppen.  

Overheden gebruiken dactyloscopie, het meten en herkennen van vingerafdrukken, om te bepalen en controleren wie de grens mag oversteken en voor wie de poort gesloten blijft. Sinds 2015 staat de Europese Commissie ook dwang toe als asielzoekers weigeren om hun vingerafdrukken te laten nemen. Om aan dit ontmenselijkend en criminaliserend controlemechanisme te ontsnappen gaan asielzoekers soms ver om de dunne groeven van hun vingers onleesbaar te maken. Maar ook daar heeft de controlerende overheid oplossingen voor gevonden: ondertussen gebruiken grenswachters lasers die tot onder de huidoppervlakte scannen.  

‘De stem van vingers’ verbeeldt de onmenselijke behandeling van asielzoekers aan de hand van een bedachtzame scenografie. 

Acteurs Musia Mwankumi en Jeroen Van der Ven scheppen interview gewijs een beeld van de schrijnende Europese grenspolitiek, ondersteund door een simpele, interessante scenografie (Kopspel en Jolan Moonen). Halverwege het podium scheidt een doorzichtig doek het speelvlak in twee delen. De acteurs staan achter het doek, gehuld in een lang zwart gewaad dat verdwijnt in de donkerte om hen heen. Enkel hun hoofden zijn uitgelicht met twee geeloranje spots. Een afstandelijk en bevreemdend beeld dat de onmenselijkheid van grensregimes spiegelt. 

De vervreemding maakt dan plaats voor een les geschiedenis. Als in een kinderverhaaltje vlak voor het slapengaan schetsen Van der Ven en Mwankumi de oorsprong van de vingerafdruk als meetinstrument. Dat verhaal gaat terug tot de Britse statisticus Francis Galton (1822-1911), de bezieler van de eugenetica. Ondersteund door projecties van allerlei statistieken en wiskundige formules, verdiepen de twee acteurs zich middels een 19e-eeuwse projector in het levenswerk van Galton. Galton ontwikkelde een systeem op basis van de fijne groeven of papillairlijnen in onze vingers waarmee hij mensen wilde onderverdelen in zij die ‘gewenst’ en zij die ‘ongewenst’ zijn. Zijn op racisme en discriminatie gebaseerd classificatiesysteem zal vanaf zijn ontstaan deel uitmaken van de grenspolitiek.

In het derde deel van de voorstelling treden Van der Ven en Mwankumi van achter het doek en vertellen de brief na die Said Reza Adib ooit aan Galton richtte. In die brief schetst hij de eeuwigdurende weg die hij samen met zijn vrouw en twee jonge zoons aflegde om van Iran tot ergens in Europa te geraken. ‘Ergens waar het veilig is’. Op hun vlucht voor het gevaar in Iran en Afghanistan komen ze van het ene kamp in het andere terecht. Van de ene schrijnende situatie in de andere. En telkens smeerden grenswachters een dikke vloeistof op hun vingertoppen om vervolgens elke vinger neer te drukken op een scanner. En telkens weer leek die groene, lichtgevende lijn van de scanner te zoeken naar misdaden die zich diep in de groeven van hun vingers zouden verschuilen.  

Van der Ven en Mwankumi wisselen elkaar af tijdens de vertelling. Wanneer de een spreekt, steekt de ander geduldig één voor één rood oranje tulpen in kleine gaatjes in het podium. De mooie woorden uit de brief die ze zorgvuldig en met een zekere zachtheid brengen, staan haaks op de gruwel die Adib en zijn gezin ondergingen tijdens hun acht jaar durende tocht. Ondertussen ontpopt er zich gestaag een zee van tulpen, een Afghaans symbool van vrijheid.  

Said Reza Adib en Thomas Bellinck verbeelden in ‘De stem van vingers’ de onmenselijke behandeling van asielzoekers aan de hand van een bedachtzame scenografie. Het persoonlijke verhaal van Adib steekt scherp af tegen de kilte van het data subject, zonder dat het daarbij té persoonlijk wordt. Als tijdens enkele intermezzo’s het zoontje van Adib in het Afghaans van één tot honderd telt en een tijd later al aan duizend driehonderd en zoveel zit, geeft dat de uitzichtloosheid weer die miljoenen vluchtelingen doorstaan. ‘De stem van vingers’ vertelt hun verhaal zonder haast, waardoor het de kans krijgt om in zijn volledigheid bij je binnen te komen. 

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login