UFO - Hommage to Katalin Ladik Jule Flierl en Irena Z. Tomažin
Ongehoorde vrouwenstemmen
Het woord ‘legs’ betekent ‘benen’ in het Engels, maar een Fransman leest het als ‘legaat’ of ‘nalatenschap’. Het ‘Legs’ Festival van Charleroi Danses exploreert dan ook erfgoed op het gebied van dans en performance. Een voorstelling als ‘UFO – Hommage to Katalin Ladik’ van Jule Flierl en Irena Z. Tomažin is daarom gefundenes fressen voor het festival: twee performers gaan hier aan de slag met het gedachtengoed van Katalina Ladik, een artieste uit het voormalige Oostblok, die baanbrekend was op het terrein van concrete poëzie, performance en stemexperimenten.
Katalin Ladik (1942, Novi Sad) is één van de vele naoorlogse -vrouwelijke- kunstenaars uit Oost-Europa die in het Westen onopgemerkt bleven. Pas door Documenta 14 (2017) kreeg deze ‘Yoko Ono van de Balkan’ op hoge leeftijd de erkenning die ze verdiende met haar werk rond stem en poëzie. In de catalogus van die Documenta lees je dat Ladik in de eerste plaats dichteres was, maar papier een te statisch medium vond. Ze gebruikte haar eigen, vaak naakte, lichaam als ‘papier’ voor sensuele, individuele en politieke teksten. Ze was zo’n buitenbeentje dat ze al snel als ‘UFO’ weggezet werd.
In de voorstelling hoor je haar, via een cassetterecorder, getuigen over de controverse die haar werk veroorzaakte. Ze stelt daarbij de -terechte- vraag waarom het zo’n schandaal was als ze haar eigen teksten opvoerde, terwijl het geen probleem was geweest als ze als actrice teksten van anderen op net dezelfde manier zou gebracht hebben. Alsof ze de poëzie te schande maakte.
Het bijzondere van die performances lag, nog steeds volgens Documenta, voor een groot deel in haar stemgebruik: ‘Her vocal compositions were constructed around the material quality of sound. Stripping language of meaning, the artist broke it down to phonemes to expose the primeval, instinctive, and mechanical aspects of language. Her staggering vocal range (from overtones to bass) turned each of her public appearances (…) into a social event. In dynamic instability, Ladik finds freedom; in incomplete definition, potential; in active indecision, an escape from easy generalizations’.
Niet verwonderlijk dat Jule Flierl en Irena Z. Tomažin gefascineerd raakten door deze vrouw. Ze werken immers zelf ook op het snijpunt van performance, dans en vocale expressie. Ladik moet voor hen zowat een rolmodel zijn. De voorstelling ‘UFO – Hommage to Katalin Ladik’ opent dan ook met een lange opname van een interview met Ladik.
Van een imitatie van Ladik is echter geen sprake. De twee vrouwen, de ene met lang zwart haar, de andere kaal geschoren, dragen een fantasierijk pak: een lang hemd dat een patchwork is van kleurige stofjes en draden boven een wijde harembroek met ruitpatroon. Met ronde spiegels laten ze lichtvlekken op de achterwand van het podium spelen: een directe evocatie van het woord ‘UFO’ uit de titel. Heel langzaam draaien ze rond tot de spiegels het publiek in de ogen schijnen.
De stemmen komen, als een autonoom expressief medium, los van hun lichaam
Daarna gaan ze vooraan op het podium zitten om, met het publiek, te luisteren naar een (tweede?) interview met Ladik. Ze spelen het af op een ouderwetse cassetterecorder -een knipoog naar de tijd toen Ladik zelf optrad. Terwijl ze de woorden vertalen en becommentariëren komt hun lichaam in beweging als een houterige marionet, alsof ze naar een nieuwe bewegingstaal zoeken die past bij het bevrijdende discours van Ladik.
De kat komt echter pas werkelijk op de koord als het gaat over stemmen. Die stemmen komen, als een autonoom expressief medium, los van hun lichaam. Hoe dat gaat? Ze zwieren aan een lange, gevlochten koord een ‘flosj’ rond waarin een luidspreker verborgen zit. Het is die luidspreker die het woord neemt. De stemmen verschuiven daardoor ook van de ene naar de andere performer, komen dichter bij hen, als ze het koord inhalen of rond hun nek laten wentelen, of verwijderen zich, als ze het touw vieren.
De voorstelling komt zo helemaal los van de figuur van Ladik zelf. Het gaat over de stem als zowel een uiting van de ziel als een instrument om als vrouw indruk te maken -door ze te laten zakken- of juist misbaar te maken. Flierl en Tomažin borduren verder op dat thema, niet altijd met even geslaagde vondsten. Zo werd me nauwelijks duidelijk waarom ze plots achter een platte kunststof lens gaan staan die hun gezichten onnatuurlijk groot doet opbollen. Noch waarom er boven het podium heel veel van die lenzen hangen.
Het einde van de voorstelling is echter prachtig. Terwijl Tomažin steeds maar de letters U-F-O uitstoot, verzint Flierl daar allerlei afwijkende verklaringen bij zoals ‘Uterus for Outsiders’. Het herinnert aan het geloof in de Oudheid dat er een verbinding bestond tussen de stem van de vrouw en haar vagina, en dus ook, dat ‘hysterie’ zich verraadt in het stemgebruik. Dat laatste denken velen vandaag trouwens nog steeds. Dat geeft de steeds schrillere -maar zeer gecontroleerde- kreten van Flierl een erg ironische, zelfs sarcastische lading.
Mooier wordt het nog als Tomažin de letters U-F-O begint te vervormen tot ratelende, klapperende klanken. Het is een virtuoos concert dat ongewone zones van het stembereik aanspreekt. De opwinding die zo ontstaat, en ook zichtbaar overslaat op het publiek, ontlaadt zich tenslotte in een lange rondtollende, unisono uitgevoerde beweging. Op die manier werd deze voorstelling -ondanks enkele mindere, wat langdradige momenten, een mooi eerbetoon aan het oeuvre van Ladik, dat stem, lichaam en geest in beweging wou brengen. Dat gebeurde hier ook.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz