Speaking Characters Wannes Deneer
Geluid boetseren
Recent sloegen Monty Platform 0090, wpZimmer, C-Takt en Vincent Company de handen in elkaar voor een Antwerpse versie van het van oorsprong Nederlandse festival ‘Beyond the black box’. Het festival doet precies wat het belooft: werk presenteren dat weliswaar een theatraal aspect heeft, maar niet in een zaal vertoond wordt. Die alternatieve locaties (en vormen) scheppen een bijzondere relatie tussen kijker en maker, en brengen soms heel andere betekenissen voort dan gewone voorstellingen. De geluidskunst die Wannes Deneer toont in ‘Speaking Characters’ was daarvan een voorbeeld: geen theater, geen beeldende kunst, geen concert, maar iets daartussen, met een heel eigen ‘toonaard’.Onze wereld is vol geluid, niet zelden synthetisch, artificieel geluid, van muzak tot popmuziek. Toch denken we er nog zelden over na hoe dat geluid ontstaat, of dus: hoe luidsprekers werken. Het principe is nochtans simpel: je verbindt een magneet met een membraan en hangt daar een spoel van koperdraad voor. Als er stroom door die spoel loopt ontstaat een magnetisch veld dat de magneet meer of minder aantrekt of afstoot, naargelang amplitude en frequentie van de stroom die door de spoel loopt. Het membraan – een materiaal dat trillingen goed geleidt - gaat dan mee vibreren met de magneet of de spoel. Die vibratie veroorzaakt luchtdrukgolven of dus: geluid. Zo eenvoudig is het. In plaats van zelf een gespannen vel of een snaar te beroeren laat je de elektrische stroom het werk voor je doen. (Een microfoon werkt net omgekeerd: een maagneet begint te trillen door luchtdrukgolven, en wekt zo elektrische stroom op in de spoel, die dan weer naar een luidspreker kan gaan of opgeslagen kan worden).
De artistieke kwestie is dan: wat kan je doen met dat fenomeen? Gangbare luidsprekers zijn zo ontworpen dat ze natuurlijke klanken getrouw nabootsen. De piano die je hoort klinkt net echt. Maar dat is geen natuurwet. Je zou de spoelen, de magneten en de membranen ook zo kunnen kiezen dat ze een ongehoord geluid voortbrengen bij een bepaalde input, bijvoorbeeld bij het resultaat van een eerdere opname, of gewoon bij een willekeurige sequentie van elektrische pulsen. Je zou ook de elektrische input kunstmatig kunnen genereren: dan bouw je een synthesizer. Dat fenomeen kent iedereen: na WO II gingen talloze muzikanten, niet in het minst rockmuzikanten, op zoek naar een specifieke sound, een klankenpalet dat niet op natuurlijke wijze op te wekken valt. Jimi Hendrix bijvoorbeeld stelde sound centraal in zijn werk. Een gigantische industrie stortte zich sindsdien op de productie van toestellen die specifieke sounds voortbrengen, met luidsprekers die ze haarscherp weergeven. Iedereen weet hoe je die gebruikt, maar het onderliggende principe raakte vergeten.
De werken gaan niet uit van een strikte logica, maar van een verbeeldingsrijke omgang met de banaalste materialen
Enter Wannes Deneer. Hij bouwde met eigen handen, met materiaal dat je in elke betere doe-het-zelf zaak vindt zijn eigen luidsprekers. Die zien er over het algemeen niet echt als luidsprekers uit. Je zou in een buis van verfrommeld papier op een statief van dunne, aan elkaar geschroefde houten latjes eerder een hipster sfeerlamp dan een luidspreker zien. Een vel aluminiumfolie, een dubbel vel plastic folie of een geplooid blad karton, allemaal opgehangen aan fragiele buizen, ze lijken al helemaal niet op luidsprekers, net zo min als een plastic watervat. De beste kandidaat voor iets wat je als een luidspreker kan identificeren is nog de kartonnen doos waar ‘luidsprekers’ op staat, en waar inderdaad een ordinaire luidspreker in verwerkt is met ordinaire tape. Maar al die dingen maken wel geluid. Soms een nogal vreemd getik en gereutel, maar soms ook geluid dat op een menselijke stem lijkt. Het palet is zo breed dat je een hele tijd kan doorbrengen in de installatie ‘Speaking characters’.
Terwijl je daar bent kan je ook neuzen in de schetsen en materiaalstalen die tentoongesteld zijn op twee tafels op schragen. Die schetsen zijn bijzonder: ze bevatten korte notities, schema’s en tekeningen die een onderzoekstraject en een verwachte uitkomst uitzetten. Niet zoals een wetenschapper dat zou doen, met formules en referenties, maar zoals een amateur-uitvinder, een bricoleur, in de zin die Claude Lévi-Strauss eraan gaf, tewerk gaat. Ze gaan niet uit van een strikte logica, maar van een verbeeldingsrijke omgang met de banaalste materialen, zolang ze maar voorhanden zijn. Dat is het mooie, zelfs vertederende van deze kleine, maar heel fijne installatie: ze toont dat je niet moet wachten op grote bedrijven om een oorspronkelijke sound te ontwikkelen. Kijk gewoon om je heen, en je vindt alles wat nodig is om klank te ‘boetseren’, zoals Deneer het zelf omschrijft.Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz