Opera

Cosi fan tutte Wolfgang Amadeus Mozart, Lorenzo da Ponte, Dmitri Tcherniakov, Thomas Hengelbrock

Cosi fan tutte of de demonische filosoof van Dmitri Tcherniakov

Voor het operafestival van Aix-en-Provence nam de  de Russische regisseur Dmitri Tcherniakov het overbekende werk van Wolfgang Amadeus Mozart onder handen. Van hem mag je een originele insteek verwachten. Hij turnde de komedie om tot een bitter commentaar op huwelijkstrouw én op manipulatieve macht. Het werk kreeg een ongemene diepte met een andere afloop – dé verrassing van zijn lezing. Deze ‘Cosi’ hoort thuis in de rij van ijkpunten in de opvoeringsgeschiedenis van de beroemde opera.

Cosi fan tutte
Johan Thielemans Aix-en Provence, Théâtre de l’Archevêché, in het kader van Festival Aix-en-Provence download PDF
14 juli 2023

‘Cosi fan Tutte’ is een lichte, ironische komedie. Het plot is zo vederlicht dat je vaak hoort dat het jammer is dat Mozart het libretto van Lorenzo da Ponte met zoveel mooie muziek heeft overgoten. De opera past in de sfeer van de 18de-eeuwse maskerades en rolverwisselingen, met mensen de zich verkleden – van jonge, blanke officier in een Turks soldaat of van een meid die dan eens verschijnt als een dokter en later als een notaris. Het zijn elementen die voor Tcherniakov de impact van het verhaal voor een hedendaags publiek verkleinen. Hij paste enkele radicale ingrepen toe.

In zijn benadering geen spielerei, maar een pijnlijk spel met grote psychologische diepte. Voor Tcherniakov mag een libretto geen vrijbrief zijn voor het banale.

Bij ‘Cosi fan Tutte’ bedacht de regisseur dat de perikelen van twee koppels rond de standvastigheid van hun huwelijkstrouw een boeiender probleem zouden opleveren als de vertolkers van middelbare leeftijd zijn. Dat was een eerste grote ingreep. De cast die hij samenstelde bestaat dus uit veertigers en vijftigers die de opera al zongen toen ze jong waren. De keuze heeft gevolgen voor de betekenis van het verhaal want met die verschuiving plaatst Tcherniakov de actie in de huidige tijd.

Ergens in een mooi landschap staat een moderne villa - luchtig, veel glas. Er is een leefruimte en twee slaapkamers. Een smalle trap leidt naar enkele aparte vertrekken van de heer des huizes, Don Alfonso. Hij organiseert er een parenclub, bijgestaan door de wulpse Despina. Zij is de kamermeid, die een verhouding heeft met haar baas.

Als intro zorgt Tcherniakov voor een tweede radicale ingreep door het orkest nog even achterwege te laten, en een scène met huiselijk geweld te tonen tussen de heer en zijn dienster.

Op een vrijdag komen vier échangisten een weekend lang genieten. Het gaat om twee oudere koppels. Aan een rijkgevulde tafel speelt de heer des huizes in geel kostuum voor gladde gastheer. Hij stelt het programma voor: laten we een spel spelen waarin we jullie huwelijkstrouw op de proef stellen. De mannen zijn enthousiast, de vrouwen kijken voorlopig geamuseerd toe.

We maken de eerste pogingen tot verleiding mee - de verkleedpartij die erbij hoort beperkt zich tot het masker dat de heren dragen. De dames wankelen niet. Vol overtuiging zingt Dorabella (fraai en krachtig gezongen door Claudia Mahnke) dat ze standvastig is als een rots.

Maar in het tweede deel raakt alles uit de haak. Dorabella laat zich inpakken en dan komen de gevoelens los. Jaloezie steekt de kop op in een hartverscheurende aria van haar echtgenoot Ferrando, een gekwetste man nu (gezongen door Rainer Trost met een heldere tenorstem die je graag Mozartiaans noemt). Maar als hij zich bij de andere dame, Fiordiligi (een heerlijke Agneta Eichenholz), laat gelden zal ook hij uiteindelijk die ander in zijn armen krijgen. Zijn concurrent kijkt toe, wil tussenkomen, maar Tcherniakov laat zijn Don Alfonso alle stadia van het spel manipuleren.

De gastheer triomfeert wanneer hij het weekend weet te bekronen met een huwelijk tussen de gewisselde koppels. Maar dan krijgt zijn machtshonger hem pas goed in de greep. Don Alfonso haalt er een geweer bij waarmee hij iedereen in bedwang houdt om dan zijn slachtoffers te vernederen: het gelaat van de vrouwen schminkt hij zwart, waarna hij hen dwingt om rond te kruipen op de vloer. Hij voert er een uitzinnige dans bij uit op de woorden van da Pontes zedenles: ‘Gelukkig is de man… die zich in alle lotgevallen door de rede laat leiden’. Net deze passage gold doorheen de opvoeringsgeschiedenis van de opera als toonbeeld van de Verlichting.

Wat doorheen de opvoeringsgeschiedenis van de opera gold als toonbeeld van Verlichting verwijst Tcherniakov met zijn theatrale ingrepen naar de prullenmand.

Tcherniakov vernietigt deze boodschap met zijn theatrale ingrepen. Niet de koele filosoof uit het oorspronkelijke libretto staat hier op het toneel, maar een bezeten man wiens machtswellust en manipulatiedrift leiden tot een fascistisch regime. De oorsprong hiervan, zo luidt de boodschap van Tcherniakov, schuilt in zulke misleidende burgerlijke theorieën. Maar wanneer de demonische vreugdedans voorbij is en Don Alfonso uitgeput in een luie stoel valt, neemt Despina het geweer en schiet hem dood.

Meteen krijgt deze laatste scène nog een andere politieke inhoud. De engel van de wraak is verrassend genoeg het kamermeisje Despina (vertolkt door de rijzige Amerikaanse sopraan Nicole Chevalier). Ze is hier niet de meegaande, onderdanige meid, in theatertermen de soubrette, maar een sterke vrouw. Nadat ze eerst met de heer des huizes samenspande om zijn spelletjes volgens plan te laten verlopen is ze nu als enige opgewassen tegen zijn manipulaties. Haar rode jurk kondigde al de kleur van de revolutie aan. Nu ook voor haar de grenzen overschreden zijn komt ze in opstand – op de laatste akkoorden van de opera.

Als het doek valt, ben je getuige geweest van een radicale avond. Alle noten zijn er, maar door het fysieke acteerwerk krijg je een volstrekt andere inhoud die het werk radicaal in het heden plaatst.

Daarbij moet gezegd dat Tcherniakov een meester is in het regisseren van zijn zangers. Hier leidde hij de cast naar genuanceerd, psychologisch acteren, van een waarachtigheid die tot overtuigende actie voert. In een programmaboek bij ‘L’opéra de quat’sous’ (ook op het festival te zien) lees je zure opmerkingen over het verdoemde realisme dat regisseurs best afzweren. Telkens opnieuw wordt die stelling tegengesproken door belangrijke voorstellingen die zich niet in deze avantgardistische theorie laten inschrijven. De kracht van gefundeerd realisme ervaar je ook in het werk van Tcherniakov.

Tcherniakov had een uitstekende ploeg zangers ter beschikking.  Als Fiordiligi is de Zweedse Agneta Eichenholz een krachtige vrouw, die haar standvastigheid breed kan inzingen. De rol biedt ook een breed palet aan emoties. In de aria waarin ze met zichzelf in de knoop raakt, laat ze zang en acteerwerk perfect fuseren. Al even goed is de Dorabella van de Duitse Claudia Mahnke. Eerst als een meer gereserveerde burgerdame, een patroon waar ze uitbreekt om voluit plaats te geven aan sensualiteit. De Ferrando van de Duitse tenor Rainer Trost is eerder schuchter. Hij zingt een personage dat zich niet opgewassen voelt tegen zijn taak, wat een gevoelige, wanhopige aria oplevert - net voor hij toch zal triomferen. Het personage van de Canadees Russell Braun is assertiever en zekerder van zichzelf. Hij is de veroveraar die Dorabella het eerst over de streep krijgt.  Tcherniakov heeft voor elk personage een helder psychologisch portret uitgetekend.

Heel apart is de Don Alfonso van de Oostenrijker Georg Nigl. Traditioneel is hij de spelleider en manipulator op de achtergrond, een filosoof die een bittere waarheid wil naar boven spitten. Bij Tcherniakov is hij de centrale figuur. Zijn Don Alfonso is een ijdele en niets ontziende regisseur. Een bij aanvang wat te mistrouwen spelleider, evoluerend naar een destructieve, demonische aanwezigheid. Van de filosoof van Mozart of da Ponte blijft niets over. Georg Nigl, die we al langer kennen als uitstekend acteur, krijgt hier alle ruimte. Op geen enkel ogenblik staat hij ons toe om deze Don Alfonso aantrekkelijk te vinden. Hij toont bij uitstek hoe de lezing én herlezing van bekende stof bij Tcherniakov een heel aparte, maar overtuigende draai krijgt.

Dat Tcherniakov alles naar theatercodes wil toeschuiven blijkt ook uit de behandeling van de recitatieven. Het zijn echte gesprekken, vaak onderbroken door lange stiltes. De muziek zet pas in als de zanger er psychologisch klaar voor is. Dat veronderstelt een fijn afgestemde samenwerking met dirigent Thomas Hengelbrock. Hij staat in voor een dynamische interpretatie met het uitstekende Balthasar Neumann Orkest.

De ‘Cosi fan tutte’ in de regie van Tcherniakov haalt de operaliefhebber en operakenner compleet uit hun comfortzone. Door een intelligente herlezing van tekst en intrige wordt dit verhaal relevant voor vandaag. Tegenover de moraal van de achttiende eeuw plaatst de Russische regisseur een donkere morele en politieke visie. Tekst en muziek blijven, maar de theatrale invulling biedt een nieuwe inhoud. De ondertitel van de opera luidt: ‘De School voor de Geliefden’. Tcherniakov maakt er een school voor de burger van. Een belangrijke voorstelling.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login