Dans / Toneel

Confession Publique Angélique Wilkie / Mélanie Demers

Wie is Wilkie?

                                    In haar tekst ‘Confession publique’ probeert de Canadese choreografe Mélanie Demers uit te spreken wat haar maakt tot wie ze is. Ze stoot daarbij op het probleem dat niet ondubbelzinnig vastligt wat eigen is en wat de buitenwereld (met geweld) opdringt. Angélique Wilkie brengt die tekst, in een regie van Demers, als een indrukwekkende solo waarin maatschappelijk geweld voortdurend om de hoek loert.         
Uitgelicht door Pieter T’Jonck
Confession Publique
Pieter T’Jonck Schauspielhaus Wien, in het kader van Impulstanz meer info download PDF
15 juli 2023

Wilkie zit achter haar drumstel bovenop twee tafels pontificaal onverschillig toe te kijken hoe het publiek het kleine zaaltje van het Schauspielhaus binnenstroomt. Een somptueus avondkleed van zilver schakels, een ragfijn maliënkolder in vele laagjes, doet haar schitteren. Enkele vazen in Chinees porselein staan rond dat drumstel, vervaarlijk dicht tegen de rand van de tafels. Gaat Wilkie hier potten breken?

Als het zaallicht dan dooft begint ze plots als bezeten te meppen op het drumstel, als een vrouwelijke Max Roach. Ze schreeuwt luid en opgewonden. Als om haar de pas af te snijden – of ongelukken te voorkomen – haalt Anne-Marie Jourdenais de vazen weg. Vervolgens verdwijnen ook de cimbalen, de snaredrum, de floortom en de basdrum. Wilkie mag nog even op de pedaal van de  basdrum trappen tot ook een van de twee tafels verdwijnt. Ontdaan van haar attributen kijkt ze wat verweesd voor zich uit en produceert dan, als op commando, een gemaakt stralende lach.

In ruil voor het drumstel krijgt ze nu een microfoon. Met een onbewogen gezicht laat ze die boven haar hoofd rondzwieren als een lasso. Ondertussen vertelt ze bijna toonloos over faits divers uit haar leven. Hoe ze eens met een taxi van Tarragona naar Montpellier reed. Hoe Pina Bausch haar niet aannam na een auditie, maar haar wel heel bijzonder vond. Over haar jeugdjaren. Waarop ze laag na laag haar zilverkleurige gewaad uittrekt en afgeeft tot ze naakt achterblijft.

Hoe vreemd ook, het leek me een volkomen vanzelfsprekende handeling, om niet te zeggen dat ik al vanaf de eerste drumslag verwachtte dat Wilkie zich zo letterlijk bloot zou geven. Het moet iets te maken hebben met dat bijzondere openingsbeeld: de combinatie van breekbaarheid – de vazen –, kracht – het drumstel – en pralerige, overmoedige, stoere chic – het zilveren kleed. Het lokt als vanzelf de vraag uit wat daar onder zit. Dat komt letterlijk in beeld.

    Die demonstratie van de Westerse blik op zwarte mensen voelt heel ongemakkelijk aan.    

Maar niet zomaar: Wilkie is hier niet, zeker niet alleen, de baas. Jourdenais blijft dan wel steeds op de achtergrond, maar zij is het wel die bepaalt hoeveel plaats en middelen Wilkiekrijgt. Ze bespeelt Wilkie, bijna als een pop die veel kunstjes aankan. Of, erger, als een onderzoeksobject. Eens naakt objectiveert Wilkie inderdaad zichzelf. Ze staat eerst frontaal voor ons, toont zichzelf vervolgens in profiel links, ruggelings en in profiel rechts, als een ‘inboorling’ voor de camera van een 19e-eeuwse ‘volkenkundige’. Die demonstratie van de Westerse blik op zwarte mensen voelt heel ongemakkelijk aan.

Daar en dan komen bij Wilkie vragen op. Wie is ze? Wat is haar inhoud? Jourdenais helpt haar op weg door een vaas aan te bieden waar ze briefjes uit kan opdiepen. Maar wat ze daarop leest lijkt niets te betekenen. Inhoud lijkt maar te ontstaan door psychisch of fysiek geweld en het verzet daartegen. Dat bleek al in de antropologische scène, maar keert als motief nog vaak terug.

In volgende scènes dringt Jourdenais haar bijvoorbeeld terug in een afhankelijke, weerloze rol. Wilkie ziet er plots stukken ouder uit als Jourdenais haar behandelt als een behoeftige bejaarde. Zonder toestemming trekt ze haar ondergoed en kousen aan die Wilkie haat.

Even confronterend is het moment waarop Wilkie praat over prille seksualiteit, want weer is geweld in het spel. Ze vertelt hoe ze als puber aangerand werd in een chique woonbuurt. Ze doet dat terwijl ze buikspreekt. Haar lippen bewegen niet en haar ogen kijken doods voor zich uit. Het is alsof iemand anders dan zijzelf het verhaal doet. Het is een onthutsend beeld van cognitieve dissonantie.

Als een soort troostprijs meet Jourdenais Wilkie finaal een bontjas aan. Ze ziet er zo plots weer heel wat ‘beter’ uit, maar er zit een soort tristesse in het beeld die heel lang blijft nazinderen, ook als het applaus lang voorbij is. Indrukwekkend.         

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login