Dans

Αγρίμι (Fauve) Lenio Kaklea

Verwilderd

De Griekse choreografe roept in ‘Αγρίμι (Fauve)’ de sfeer op van de jacht, niet enkel als een strijd tussen mens en dier, maar ook als een ritueel tussen mensen onderling als hun dierlijke, seksuele driften de kop opsteken. De voorstelling werd eerst in de kolommenzaal van de Raffinerie getoond, maar daarna ook op locatie in het Dudenpark. Dat leek een goed idee -het park was ooit een jachtterrein – maar het blijkt moeilijk om op te tornen tegen het spektakel dat het bos zelf biedt. 

Αγρίμι (Fauve)
Elie Agniel Dudenpark, Brussel, in het kader van het Kunstenfestivaldesarts meer info download PDF
24 mei 2023

Half zeven ‘s ochtends, aan de ingang van het Dudenpark. Het is een spektakel op zich, hoe veel toeschouwers moeizaam de berg op strompelen naar de koffietafel toe terwijl vogeltjes lustig kwetteren. Wie de openluchtversie van ‘Αγρίμι (Fauve)’ wil zien moet er iets voor over hebben.

Al liggen er bladeren en takjes, het Dudenpark is geen echt bos. Het was het privaat jachtterrein nabij Brussel van ene Guillaume Duden. Hij doneerde het in 1895 aan Leopold II op voorwaarde dat het zijn naam zou blijven dragen. Symbolisch is de locatie daardoor een uitstekende keuze, want over de jacht zal het hier dus gaan.

Links van de paar bankjes voor het publiek hangt een boksbal of een berenzak in de bomen. In de buurt van de banken staan ook twee speakers en enkele schijnwerpers. Op harde, snelle en luide gitaarriffs vol distorsie komen drie dansers uit het struikgewas. Georgios Kotsifakis draagt een stevige wandelbroek, een fluogele T-shirt en een kap met camouflage-patroon. Lenio Kaklea draagt een gescheurde broek onder een fluogeel topje. De keuze voor fluogeel verwijst naar de fluogele hesjes die jagers boven op hun kledij in camouflage-patroon dragen. Ioanna Paraskevopoulou propte een lange T-shirt met de afbeelding van een wolf tot ver in haar half doorschijnende kousenbroek, die er daardoor van ver uitziet als een heel nauw aansluitende short.

Een voor een stellen de dansers nu een bewegingsthema voor. Kaklea schudt wild met haar heupen en geeft een paar flinke meppen erop. Kotsifakis laat zijn benen razendsnel over elkaar kruisen. Paraskevopoulou sluipt rond op handen en voeten. Als de ene danst kijken de twee andere toe van tussen de bomen. Zo bakenen ze het speelveld af. Na die expositie wisselen de dansers elkaars hitsige bewegingen uit. Het bewegingsmateriaal, ten dele ontleend aan Beyoncé, wektovertuigend het beeld van wilde wezens op. Dat is ook de betekenis van het Griekse woord Αγρίμι : wilde dieren, en bij uitbreiding vrouwen, die zich onttrekken aan het levenspad dat voor hen uitgestippeld werd.

Als de gitaren uitgeraasd zijn keren de dansers opnieuw één voor één, maar veel rustiger nu, naar voor met een lichte pas, tot er plots, als een siddering, iets dierlijks in hun beweging komt. Paraskevopoulou trilt in haar been in het midden van een dansfrase . Kaklea verstijft in een verkrampte houding en kijkt schichtig, als een verschrikt dier, met wijd opengesperde ogen en neus heen en weer. In de zaalversie zou op dit moment de ‘berenzak’ heen en weer zwaaien onder een fel licht en zo grillige schaduwen werpen. Hier niet.

De dansers kruipen zo dicht tegen elkaar dat ze wel een nest jonge katjes lijken

De drie dansers huppelen nu tot diep in het park waar ze chaotische mensenkettingen vormen: terwijl twee dansers vooruitkijken danst er een met het gezicht in de tegenovergestelde richting. Dat doen ze in alle mogelijke variaties tot het register verschuift naar iets wat op een hofdans lijkt. Om beurt neemt elke danser een andere vast, draait erom heen en geeft die dan door aan de derde. Ook die figuur evolueert verder tot een cirkeldans in drie variaties: eerst met de gezichten naar elkaar, dan met de gezichten van elkaar weg en eens met één arm als middelpunt.

Ondertussen leest een stem een tekst voor over een vrouw die haar huis ontvlucht, en in het bos onderdak vindt bij beren die als mensen blijken te zijn. Het is de aanloop naar weer een nieuwe figuur: de drie performers gaan op één lijn op de grond liggen en schuiven, om en om op buik en rug, over elkaar heen. Zo kronkelen ze vooruit als pieren, maar houden ze elkaar ook in de greep: Als een danser wil recht te staan, trekken de twee anderen die terug naar de grond. In een bijzonder warm moment, terwijl de tekst het heeft over de ontdekking van het mens-zijn, kruipen de dansers zo dicht tegen elkaar dat ze wel een nest jonge katjes lijken.

In de finale van het stuk wordt de toon heel wat duisterder. Paraskevopouou diept een lange ijzeren schakelketting op vanachter een boom. Ze trekt hem kort rond de nek van de man, en al snel draait ze hem in hoog tempo rond, terwijl ze zelf ook rond haar as draait. Moe gedraaid zakt ze neer op haar knieën en spant ze samen met de anderen de ketting tussen haar bilspleet en het topje van haar nek. Daarna spannen zij en Kotsifakis de ketting tussen hun opengesperde benen op en laten ze die tegen de grond knallen zodat hij heen en weer golft. Het is een vreemd en uitdagend ritueel. Een wat stuntelige acrobatische oefening sluit het stuk af. contrast met de bewegingen in de rest van het stuk, sluiten de dansers af met een klein moment van wat stuntelige acrobatie als ze om beurt in handenstand bij hun enkels gegrepen worden door de anderen. Daarna hollen ze de berg op, het bos in, waar we ze nog heel lang kunnen volgen.

In het programma lees je dat dit stuk de relatie tussen het dierlijke in de mens, seks en de jacht wil onderzoeken. De bewegingstaal laveert inderdaad tussen sensualiteit, dierlijkheid en ‘kunstigheid’. Het zou ook gaan over de verhouding tussen mens en natuur. Dan is een park, als vermenselijkte natuur, een goede keuze. Het levert zeker mooie beelden op. Wat het stuk over ‘Αγρίμι’, over ‘wilde vrouwen’ mee wilde geven bleef mij echter onduidelijk. Enerzijds omdat de dansers zo vaak van rol wisselden, van jager naar prooi en van verleid(st)er naar hunkerend wezen en omgekeerd, dat het een onbekommerd spel leek. De danstaal was ook lang niet zo ‘wild’ dat ze me deed geloven dat ‘asociale vrouwen’ zich hier aan huwelijk en gezin ontworstelden om zich ongeremd te ontplooien.

Het vroege uur bleek wel een verrassend fijne keuze: geen verkeershinder en vrolijk vogelgefluit in het park. Maar als ik anderen hoorde over de zaalvoorstelling kreeg ik de indruk dat de setting van een echt bos toch nogal wat subtiliteiten liet verloren gaan. Zo eindigde de zaalvoorstelling blijkbaar met een halfnaakte paaldans. Daar is in een bos uiteraard geen beginnen aan, maar het zou me niet verwonderen dat net zo’n scène scherper stelt waar het Kaklea om te doen was. Het is dan ook een gok om echte natuur als decor te nemen, ondanks de symboliek van de plek en het vroege uur. Die natuur zuigt immers als vanzelf alle aandacht op, en dat gaat onvermijdelijk ten koste van de dans.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login