Dans

Larsen C. Christos Papadopoulos / Leon & The Wolf

Ijselijk traag de diepte in gezogen

‘Larsen C.’, zo heet een 10.000 jaar oude ijsplaat op Antarctica waar in 2017 een enorme ijsberg van afbrak. Onder invloed van oceaanstromingen, wind en getijden beweegt deze ijsmassa zo traag dat de beweging nauwelijks waar te nemen valt. Choreograaf Christos Papadopoulos vertaalde dit verschijnsel in dans in de gelijknamige voorstelling die Julidans opent: hoe je op weg kan zijn naar iets nieuws zonder het oude al verlaten te hebben.

Uitgelicht door Marina Kaptijn
Larsen C.
Marina Kaptijn Stadsschouwburg Amsterdam, in het kader van Julidans Festival meer info download PDF
06 juli 2022

De eerste danser duikt, klein en ver, op in het schemerduister achter op het toneel. Alleen zijn rug zien we. Zijn wervelkolom tekent zich af als een donkere, harde streep op zijn verlichte rug. Net als de schimmen in Plato’s grot zien we de vervormde schaduw van zijn gestalte op het achterdoek. Hij beweegt uiterst traag. Zijn voeten, bijna onzichtbaar in het donker, verplaatsen hem als rupsbanden die de grond niet lijken te verlaten, zijn hoofd hangt omlaag, de nek diep gebogen.

De bundel licht in dit eerste deel van de voorstelling doet denken aan zonlicht dat door de donkere dieptes van de koude zee een scheepswrak bereikt. Veel blijft onzichtbaar. Je moet je eigen verbeelding aanspreken om het beeld te completeren.

Na die eerste danser volgen er nog meerdere. Ze zijn allen gehuld in zwarte, deels glimmende kostuums. Hun bewegingen lijken op de lichtstrepen op een foto die getrokken is met een te lange sluitertijd. Traag en uitgerekt in tijd verlopen ze, als voortekens van wat komen gaat, maar er nog niet is. Je merkt kleine, subtiele bewegingen in de kaak, de kin, de pols. Een beep die het ruisende achtergrondgeluid doorbreekt heeft de impact van een harde knal, en lokt scherpe reacties uit. De sliertige mist op het toneel draagt bij aan een sfeer van leegte en afwachting.

Gaandeweg, op het tempo van een lavalamp die overstroomt, bouwen Papadopoulos en zijn dansers alles op. Hoe meer licht er komt, hoe groter ook de bewegingen. Zo ontstaat een formatie van zes dansers die samen bewegen. Haast onmerkbaar verandert die van vorm als één van de dansers net niet synchroon met de anderen beweegt of een andere richting kiest. Alsof dat precies de schuring veroorzaakt die nodig is om iets nieuws te beginnen.

Mijn waarneming was veranderd, zoals het programmaboek al voorspelde

Die subtiele traagheid contrasteert met het middendeel van de voorstelling als de groep deze kleine verschuivingen overneemt en laat groeien. Plots lijken de dansers wel een zwerm vogels die over de hele breedte en diepte van de scène trekken. Georgios Kotsifakis voert die zwerm aan over de helling van deze podiumvloer. Die is achteraan wel 36 cm hoger dan vooraan, zodat hij zijn vaart moet remmen als hij de toneelrand nadert, maar dan toch nog over het publiek op de eerste rij heen hangt.

Stilaan evolueert de choreografie naar disco pasjes: ‘stap tik, stap tik’. Van links naar rechts bewegen de zes dansers, in een soort grapevine: stap zij, stap achter, stap zij, sluit. Het is niet zo simpel as ik het hier opschrijf, want de dansers zijn perfect op elkaar ingespeeld en hun bewegingsimpulsen blijven subtiel, alsof ze gedreven worden door de luchtstromen die over het podium jagen, net zoals ‘Larsen C.’ door waterstromen in beweging blijft. 

Heel de tijd versterkt het prachtige lichtontwerp van Eliza Alexandropoulou de impact van ‘Larsen C.’, zeker als bij het hoogtepunt van de voorstelling voor even de luchtstroom die de dansers lijkt te bewegen nu over ons, de stervelingen in het publiek, heen stroomt. Na de voorstelling keek ik door dat licht met andere ogen naar de avondlucht, het licht en de wolken. Mijn waarneming was veranderd, zoals het programmaboek al voorspelde.

Jammer alleen dat effecten zoals handen die door een mistbank heen steken of lichtbundels die over het publiek schijnen de handeling, en dus ook de magie wat verbreken. De weeë, zoete geur van de mist herinnerde me eraan dat theater altijd ook een beetje kunstmatig is, een ‘make believe’.

De voorstelling eindigt even eenzaam als hij begint. Eén overgebleven danser beweegt zijn onwaarschijnlijk lange rechterarm achter zijn rug om tot naast zijn linker heup, alsof een onzichtbare begeleider hem zachtjes van het toneel afvoert. Het verpletterend mooie beeld gaf me kippenvel. Niet van de kou.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login