S 62° 58', W 60° 39' Franck Chartier / Peeping Tom
Peeping Tom rocks their own boat
In my experience, never trust a GPS to guide you to where you ought to go. The same goes for S 62° 58', W 60° 39', this latest Peeping Tom production whose title enumerates the GPS coordinates of a marooned vessel. What starts out as a dramatic shipwreck situation, develops into an engulfing tragicomedy that sweeps us through the history of Peeping Tom, takes feigned swipes at toxic masculinity and pokes ironic fun at Frank Chartier, the company’s co-founder and the director of the piece whose disembodied voice attempts to order the action throughout. All this on foaming surges of hilarity.S 62° 58', W 60° 39' opens on a listing sailboat, run aground on an ice bank. Lurching and rolling in gale-force winds, one valiant survivor tries to secure the mooring rope, but not before a frail-looking child, clad only in his underwear, slips off the deck and disappears beneath the ice. After that, the ship’s radio breaks down: even the cries of mayday can no longer be heard.
The antics of the seven surviving crew smack of vaudeville, each a very spectacular numero in their own right. Their one-liners drew plenty of chortles around me, but their deeper concerns, and indeed that of the piece itself, seem linked to the survival of their artistic integrity and the inexorable crumbling of their longstanding relationship with theatre and indeed with ‘Franck’, the “Castellucci of Molenbeek”, himself.
The portentous setting and the middle-fingers to the climate crisis are gestures supporting the more personal narratives. Lauren Langlois gives the kiss-of-life to a fish but laments that the endangered species is, in fact, made of polyester, and Romeu Runa dons a carnivalesque headdress when instructed to “play the iceberg”.
Despite the belly laughs, the show is not a farce.
The performers’ prowess is the mainstay of show. From Chey Jurado’s rippling contortions during which his limbs appear to be attached to strings so much do they defy gravity, to Marie Gyselbrecht’s, aka Mimi’s, monologue: having discarded her prosthetic pregnant abdomen, she wails that she can no longer perpetrate Franck’s “crazy perverted fantasy” of women as perpetual victims who lose their children. And then there’s Sam Louwyck’s laconic love song about licking, sung submerged to the shoulders in ice.
But despite the belly laughs, the show is not a farce. The existential calamity of the ageing artist with nothing left to say, the plywood shipwreck in a Shakspearian storm, the clichéd drama of the dying diva whose life is nothing outside the theatre, are loosely tacked together with the theme of Franck’s, fictional or otherwise, father and mother issues. Family traumas that have motivated and marked the company’s work from the start. We gradually understand the child drowned at the beginning of the piece and then buried at the end, is also ‘Franck’.
When there is nothing left? When nothing or everything is resolved? What happens when it’s all over? The piece offers no answer, but there is a coda, in the form of a prodigious performance by a ‘possessed’ Runa. To divulge more would be a spoiler, but we were all on our feet at the end. By unabashedly pulling many a classic theatrical trick and lever, this doomsday, epic, mise-en-abîme is curiously uplifting: the therapy for the malaise it describes perhaps. In any case it seems to be saying: the show must go on.
Nederlandse vertaling
Peeping Tom in woelig water
Vertrouw nooit op een GPS om te geraken waar je wil zijn, is mijn ervaring. Dat gaat ook op voor S 62° 58', W 60° 39', de nieuwste Peeping Tom-productie met in de titel de GPS-coördinaten van een vastgelopen schip. Wat begint als een dramatische schipbreuk ontpopt zich tot een tragikomische vloedgolf die de zaal meesleurt in het backstage reilen en zeilen van Peeping Tom, met schijnbewegingen naar giftige mannelijkheid en ironische uithalen naar Frank Chartier, medeoprichter van het gezelschap en de regisseur van het stuk. Die probeert vanaf een onzichtbare plek met zijn stem de situatie onder controle te houden. Dat alles op golven van hilariteit in de zaal.
S 62° 58', W 60° 39' begint op een gekapseisd zeiljacht, tussen ijsschotsen. Een dappere overlevende probeert slingerend in een zware storm de landvasten te zekeren. Een tenger kind in ondergoed glijdt het dek af en verdwijnt onder het ijs. De scheepsradio begeeft het: hun mayday zal niet te horen zijn.
Van dan af gaan de zeven overlevende bemanningsleden in vaudeville modus met capriolen en oneliners die aan elkaar gewaagd zijn, de ene al gekker dan de ander. Ik hoor veel gegrinnik om me heen, maar de inzet van zowel de performers als van het stuk snijdt dieper. Het gaat er om artistieke integriteit, om de onomkeerbare neergang van hun jarenlange relatie met het theater en ja, ook met 'Franck', de "Castellucci van Molenbeek".
De klimaatcrisis die ze op de korrel nemen In deze onheilspellende omgeving is aanzet voor persoonlijker verhalen. Lauren Langlois onderbreekt haar mond-op-mondbeademing van een bedreigde koraalvis uit haar thuisland om te lamenteren dat haar exemplaar van polyester is en de hyperkinetische Romeu Runa zet een zotskap op als hij de opdracht krijgt om “voor ijsberg te spelen".
De acteerprestaties van de performers dragen de show. Chey Jurado tart de zwaartekracht met ledematen die aan touwtjes lijken te hangen terwijl draaibewegingen door zijn lijf golven. Marie Gyselbrecht, alias Mimi gooit in een lange jeremiade haar zwangere buikprothese af want ze heeft het wel gehad roept ze, met Francks "geschifte, perverse fantasie" over vrouwen als eeuwige slachtoffers die alsmaar hun kinderen kwijtspelen. En dan is er nog het laconieke liefdesliedje dat Sam Louwyck zingt - het gaat er over likken - terwijl hij tot aan zijn schouders in het ijs vastzit.
Lachsalvo's alom, maar dit stuk is meer dan een klucht. De existentiële crisis van de ouder wordende kunstenaar die niets meer te zeggen heeft, dit multiplex scheepswrak in een Shakspeariaanse storm, het clichématige drama van de kwijnende diva wiens leven buiten het theater niets voorstelt, dat alles is hier losjes verweven met ‘Francks’ eigen, al dan niet fictieve, vader- en moederissues. Familietrauma’s en -thema’s zijn al altijd humus en vliegwiel geweest voor de creaties van het gezelschap. Langzaam daagt het dat het verdronken kind uit het begin van het stuk - het zal aan het eind begraven worden - ook 'Franck' is.
Wat als er niets meer is? Als alles of niets afgewikkeld en opgelost is? Wat als ‘het’ voorbij is? We krijgen geen antwoorden, wel een virtuoze coda van een 'bezeten' Runa. Meer verklappen zou een spoiler zijn, maar aan het eind veerde het publiek gezamenlijk recht voor het applaus. Door ongeremd alle klassieke theatertrucs en -hefbomen boven te halen, is dit epische, gelaagde doemscenario merkwaardig opbeurend geworden - een therapie voor de malaise die het beschrijft.. In ieder geval lijkt het te zeggen: the show must go on.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz