Dans

Rizoom! Iris Bouche / Opera Ballet Vlaanderen

Oud verlies, nieuwe rituelen

‘Rizoom!’, de nieuwe productie van Opera Ballet Vlaanderen, brengt het verhaal van een gemeenschap die zoekt naar nieuwe rituelen om met verlies om te gaan. Overal ter wereld bestaan al eeuwenlang talloze rituelen en tradities, maar wat als deze tekortkomen? En wat gebeurt er met een groep als iemand zich niet aan de traditie houdt? Verdriet, woede, angst, maar ook steun en liefde komen aan bod in de voorstelling. Met een krachtige choreografie van Iris Bouche en een indrukwekkende compositie van Kobe Proesmans en Aarich Jespers geeft ‘Rizoom!’ kleur aan verlies.

Uitgelicht door Roosje Mestdagh
Rizoom!
Roosje Mestdagh Opera Gent meer info download PDF
02 mei 2022

Nauwelijks zichtbaar staat een man in de schaduw op het lege podium. Het publiek, dat bijna voor de helft uit jonge kinderen bestaat, neemt uitgelaten plaats op de zachte rode stoelen van de Gentse opera. Ze merken de in het grijs gehulde man met rode schoenen en muts amper op. Met de handen op zijn rug en de ogen gericht op de grond, wiebelt hij zachtjes van het ene been op het andere. Het licht in de zaal dimt en achter de man verschijnen drie oranjerode tl-lichten op de grond, die langzaam naar boven glijden. De stilte breekt wanneer hij een tamboerijn achter zijn rug vandaan haalt en die beroert.

Lang staat hij daar niet alleen. Zijn muziek lokt grote en kleine dansers en muzikanten van alle kanten (ja, ook uit de zaal) naar het podium. Elk van hen is gehuld in kleurrijke gewaden, een mix van verschillende stoffen geven een veelheid aan texturen. Kostuumontwerpster Alexandra Hoàng Gilbert dook daarvoor in de stock van de Opera. Kledingstukken die ooit vervaardigd werden voor balletten en opera’s worden in ‘Rizoom!’ de grondstof voor nieuwe creaties. Vergeten kostuums komen hier opnieuw tot leven. 

De groep op het podium groeit. Ze wordt niet alleen groter, maar ook rijker aan kleur en kracht. De gemutste tamboerijnspeler die zonet nog in zijn eentje zachtjes stond te wiebelen, wordt nu omringd door een twintigkoppige bende. Op het ritme van de tamboerijn, en ondertussen ook een lijsttrommel en gitaar, beginnen ze in groep synchroon te stampen, klappen en springen.

Ondertussen worden achter hen stellingen het podium op gerold. Ze hebben verschillende etages waarop allerlei muziekinstrumenten staan. Net als voor de kostuums ging ook scenograaf Wietse Bovri in de stock op zoek naar herbruikbaar materiaal voor de scenografie. Hij stootte op oude stellages die hier een nieuwe functie kregen als orkestpodium. Ze zijn aan de voorzijde bespannen met talloze verticaal gespannen dunne draden, die samen een indrukwekkend doorzichtig doek vormen. Daardoor zijn de contouren van de instrumenten en de muzikanten, al naargelang de lichtinval, meer of minder zichtbaar. Een heel bijzonder effect .

Componisten Kobe Proesmans en Aarich Jespers zijn de oprichters van het hedendaagse kamerpop-collectief ‘The Colorist Orchestra’. Het ensemble staat bekend voor zijn onconventioneel gebruik van diverse muziekinstrumenten en geluid, van verschillende soorten percussie tot gitaar, van fluit tot contrabas en piano. Bovendien creëren ze ook zelfgemaakte instrumenten. In ‘Rizoom!’ hoor je veel klankkleuren die eerder zeldzaam zijn in opera’s. De marimba -een soort xylofoon, brengt bijvoorbeeld een verfrissend, nieuw geluid met zich mee.

Ruzies en nachtmerries passeren het podium.

Eens de muzikanten hun plaats gevonden hebben op de stellingen, breekt de groep met de overgebleven dansers open. De jonge dansers van ‘de!Kunsthumaniora’ in Antwerpen en vier volwassen dansers vormen een kring. Op de meeslepende muziek dansen unisono een rondedans. Zo herken je de groep als een gemeenschap die aan elkaar vasthangt dankzij traditioneel gedeelde rituelen. De choreografie speelt dan ook sterk met traditie: je herkent bekende danspassen en -figuren als een grand jeté of het voetenwerk van Ierse tapdans. Die strakke houdingen worden afgewisseld met soepele, organische bewegingen die choreografe Iris Bouche ontleende aan traditionele Thaise dans, een verhalende dans waarin dieren een grote rol spelen.

Plotse springt een wit licht aan en valt de muziek stil. In het midden van de kring staat Lucie Vansina, een van de jonge dansers, stokstijf stil. Voor haar staat een man die we nog niet eerder zagen, volledig in het wit gekleed, het gezicht verborgen onder een grote witte kap. Traag stapt Lucie van de man weg en haalt uit de coulissen een kastje op wielen tevoorschijn, dat ze langzaam naar voor het podium oprolt. Lage onheilspellende muziek doet haar intrede. De groep schaart zich bij Lucie en elkeen legt een hand op de schouder van een ander. Ze nemen afscheid. Van wat of van wie wordt niet vernoemd, maar dat doet er niet toe. De witte man neemt de kast met zich mee en de groep vormt een slinger. Als een processie volgen ze hem over het podium, behalve Lucie. Zij wil geen afscheid nemen, of toch niet zoals de rest dat doet.

Terwijl Jacob Ingmar-Dodd, een van de volwassen dansers, Lucie tegenhoudt en probeert te kalmeren, transformeert Jacques De Bock de kast om tot een grote muziekdoos. Uit de grammofoon klinkt een stuk uit ‘Rinaldo’ (1711), een opera van Georg Friedrich Händel, ingezongen door Liesbeth Devos, zangeres bij het Symfonisch Orkest Opera Ballet Vlaanderen. Later zal ook een aria uit Giuseppe Verdi’s ‘La Traviata’ (1853) te horen zijn. De ontroerende dans tussen Jacob en Lucie toont het verdriet dat gepaard gaat met verlies.

Vanaf nu komen vele stadia van rouw aan bod. Ontkenning, boosheid, onderhandeling, verdriet en uiteindelijk ook acceptatie. Ruzies en nachtmerries passeren het podium. Dat steun in tijden van verlies onontbeerlijk is blijkt ook al uit een duet tussen Pauline De Laet en Marie Limet, een danseres met één arm. Ze wikkelen zich samen in een jas en hun lichamen versmelten. Op die manier dansen ze samen, onherkenbaar wiens arm de welke is. In de indrukwekkende en uitbundige choreografieën volg je zo een gemeenschap die zich voorbij een veelheid aan emoties waagt. Het rouwen krijgt daardoor iets moois en ontroerend, juist omwille van dat speelse karakter. Het moet niet altijd donker of zwaarmoedig zijn.

‘Rizoom!’ vermengt vele tradities om dit verhaal te vertellen. Opera mengt zich met popmuziek, ballet mengt zich dan weer met rituele dansen en dierlijke bewegingen. Aan de hand van referenties naar bestaande beelden en bewegingen zoekt de groep naar een nieuwe taal. Oude tradities dienen als opstap voor nieuwe. Net als een rizoom, een ondergrondse wortelstok, voortdurend groeit en vertakt, zijn ook dans en muziek continu in beweging. Verlies en het rouwen om verlies gebeurt niet in een rechte lijn, maar kent verschillende fases. ‘Rizoom!’ neemt je mee in die zoektocht dankzij haar levendige muziek en kleurrijke choreografie.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login