Performance

En quête des marges fluctuantes / Letters from Attica Guy Woueté / Begüm Erciyas

Every inside has an outside

‘Every Inside has an outside’ is de titel van de eerste reeks voorstellingen die het Kunstenfestivaldesarts presenteert na de lockdown. Vele ervan hebben een ongewoon format. De actie ‘En quête des marges fluctuantes’ van Guy Woueté of ‘Letters from Attica’ van Begüm Erciyas bijvoorbeeld. Ze bieden elk op hun manier ook een verklaring voor de wat cryptische titel van dit mini-festival. 

En quête des marges fluctuantes / Letters from Attica
Pieter T’Jonck Buurt van Koninklijke Sint-Mariakerk, Schaarbeek
Kunstenfestivaldesarts
meer info download PDF
06 september 2020

De actie van Guy Woueté is snel verteld. Hij staat met een megafoon op een schavotje op het kleine pleintje voor de Koninklijke Sint-Mariakerk in Schaarbeek. Achter hem houden twee mensen een spandoek overeind waarop (in het Engels) te lezen staat:

‘Comfortabel genesteld in een veilige hoek van de wereld, die elke dag gereinigd wordt door ‘buitenlandse’ vuilophalers terwijl de rest van de wereld huilt. Heb je dan echt geen besef van de kost van je welbevinden? Of doe je gewoon alsof?’

Als je dichterbij komt geeft hij je een blaadje mee waar dezelfde tekst in drie talen op genoteerd staat. Misschien zegt hij ook nog andere dingen -hij staat er uren lang- maar ik had niet het geduld om dat te achterhalen…

De keuze van de plek betekent hier alles: het pleintje is door tramsporen en een drukke autoweg afgesneden van het gewone voetgangersverkeer. Haast niemand zet hier een voet. Het omgevingslawaai maakt het bovendien onmogelijk om te horen wat de man zegt, ondanks de megafoon. Het enige wat enigszins ‘werkt’ is het spandoek, omdat het pal in de as van de Koningsstraat plaats vat. Die Koningsstraat is het symbolische hart van de natie, maar net aan deze kerk gaat de ‘veilige’ vijfhoek wel over in de groezeliger buurt van het voormalige slachthuis.

Een bekende sociale figuur: de man die het volk toespreekt om zijn verontwaardiging te uiten

Woueté herneemt zo een bekende sociale figuur: de man die het volk toespreekt om zijn verontwaardiging te uiten. De man die het volk letterlijk doet stilstaan bij een kwestie. Maar door dat te doen op deze plek toont hij meteen de zinloosheid van die actie aan. Niemand staat nog stil bij iets. Er is ook geen plaats meer die dat op een vanzelfsprekende manier zou toelaten. Misschien was deze plek wel ooit bedoeld als ontmoetingsruimte voor voetgangers. Als een publieke ruimte dus. Ze verwerd echter tot een circulatieruimte, een transitruimte. Een niet-plaats.

De enigen voor wie de straat toch nog een leefruimte is, zijn de ‘buitenlanders’ waarvan sprake. Dat zie je trouwens op het aanpalende Koninginneplein, waar dat aansluit op de Haachtse Steenweg. Er hangen steeds massa’s mensen zonder duidelijk doel rond aan café’ s, groezelige handelszaken en kantoortjes van Western Union etc. Maar zijn zijn geen stedelijk ‘publiek’ dat zijn stem over de publieke zaak kan verheffen.

Een vreemde kortsluiting is dat: de mensen die de straat (nog) gebruiken zijn de mensen die er hun stem niet kunnen laten horen. Wie wel zou moeten luisteren, staat daar niet bij stil, omdat de politieke ruimte die er nu toe doet allang virtueel geworden is. Door één simpele actie demonstreert Woueté zo de patstelling waar we als samenleving in beland zijn: we hebben geen ruimte meer om elkaar te horen en te zien. Wat niet betekent dat er geen potentieel conflict broedt in de harten en de geesten. Dat maakt Woueté, tegen beter weten in, toch publiek. Hij is de ‘outside’ van een vergeten, of genegeerde ‘inside’.

Telefoontje spelen

‘Letters from Attica’ van Begüm Erciyas heeft een totaal verschillend uitgangspunt: hoe communiceren vanuit een positie van totaal isolement. Ze neemt een kleine groep mensen mee naar een parkje. Het is een alternatieve verbinding over de steile heuvel tussen de Poststraat en de Groenstraat. Het is buitengewoon populair als buurtpark, ook al ligt het aan de Poststraat verscholen achter foeilelijke kantoren. Na zeven uur ’s avonds is het echter gesloten -om veiligheidsredenen wellicht. Daardoor zag ik de voorstelling niet in ideale omstandigheden: terwijl het er bij voorstellingen voor 19 u één en al drukte is, was er bij mijn séance om 19 u geen mens meer. Dat had zeker een impact op de ervaring van het werk.

‘Letters from Attica berust immers op een simpel principe. Mensen begeleiden je naar een positie in het park die met een cijfer op de grond aangeduid is. De afstand tussen die posities is -je raadt het- anderhalve meter. De bezoekers vormen zo een ketting langs een zigzaggende keermuur in het park. Daardoor ziet niemand de hele groep: je hebt telkens maar zicht op een zevental mensen van een groep van een kleine twintig man.

Eens op je positie krijg je een blaadje met volgende tekst:

 ‘Hoewel kwetsbaar is het overbrengen van een bericht van persoon tot persoon de meest zekere manier om geen spoor ervan achter te laten. Discretie zorgt ervoor dat de boodschap alleen de eerstvolgende persoon bereikt. Zelfs als de leden van de keten elkaar niet kennen, noch de ontvanger van de boodschap, is de zorg voor de boodschap wat alle leden delen’.

Het is de ‘score’ van wat zal volgen. Van boven naar beneden komen er woord per woord, soms zin per zin, mondelinge boodschappen die je moet doorgeven aan de volgende in de rij. Soms keert de volgorde om, als er een antwoord komt op een boodschap. Het lijkt als twee druppels water op het kinderspelletje ‘telefoneren’.

De boodschappen die doorkomen hebben echter niets van een kinderspel. Het zijn brieven die Sam Melville, geboren Grossman, tussen 1969 en 1971 schreef in de Attica gevangenis. Hij was daar opgesloten omwille van bomaanslagen die hij pleegde op publieke gebouwen in New York. Het was zijn protest tegen de Vietnam oorlog. Hij slaagde erin de rivaliserende etnische groepen uit de gevangenis te verenigen voor een opstand tegen het onmenselijke gevangenisregime. Bij die opstand, in 1971, werd hij, net als vele anderen, brutaal neergeschoten en gedood.

Het is een vreemde ervaring: ruim een uur boodschappen doorgeven waarvan de betekenis maar langzaam, woord per woord, prijsgegeven wordt. 

Het is een vreemde ervaring: ruim een uur boodschappen doorgeven waarvan de betekenis maar langzaam, woord per woord, prijsgegeven wordt. De globale inzet van de strijd van Melville blijkt zelfs pas helemaal op het einde. Hij wil een wereld waarin er zorg gedragen wordt voor iedereen. Maar voor het zover is, krijg je vooral een idee van de verschrikkelijke isolatie waarin hij verkeerde.

Het ‘spelletje’ zou die sensatie moeten overbrengen. Bij de séance die ik volgde lukte dat niet helemaal: het werd een soms wat lacherige, gezellige bedoening als je een woord niet helemaal begreep of als een zin zo verbrokkeld doorkwam dat je hetzelfde woord wel drie of vier keer moest zeggen. Als vanzelf gingen alle deelnemers ook fluisteren. Maar toch: iedereen deed wel zijn uiterste best om de boodschap zo goed als maar kon door te geven. Zo ontstond een merkwaardige band

Het moet helemaal anders zijn als je omringd bent door joelende kinderen en er voortdurend mensen passeren langs jouw post. Het zal dan al heel mooi zijn als je je verstaanbaar kan maken aan de volgende deelnemer. Het isoleert de deelnemers ook sterker. Ze staan meer alleen, in het zicht van het leven om hen heen. Maar wellicht wordt de band tussen de deelnemers zo ook sterker. Het gevoel dat er iets op het spel staat, al weet je niet wat.

Toch is ‘Letters from Attica’ nooit een triviale oefening. Het werk laat voelen wat het betekent als leden van een groep, en bij uitbreiding een samenleving, uit elkaar gespeeld zijn. Hoe moeilijk gedachten en verlangens dan hun weg naar buiten vinden. Hoe vertrouwen en geheimhouding plots weer een rol spelen. Het werk is daardoor het spiegelbeeld van de tragiek van Guy Woueté’ s poging om een publiek aan te spreken. Hier is het publiek afwezig, maar wordt een groep bevochten. Zodat gedachten en verlangens een uitweg kunnen vinden naar buiten. Ook dat rijmt met het motto ‘Every inside has an outside’. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login