Toneel

The Window of Spaceship 'In-between' Toshiki Okada / chelfitsch

Wurmen voor meer ruimte

In ‘The Window of Spaceship ‘In-between’’ gaan we op ruimtereis met vier bemanningsleden en hun androïde klusjesman. Verder komen in beeld: een alien gehuld in noppenplastic en een souffleur. Hoewel de voertaal Japans is, zien twee van de crewleden er bijzonder wit en westers uit. Ook hun twee collega’s zijn hoewel oosters niet Japans, lees ik achteraf in de zaaltekst. Regisseur Toshiki Okada vertelt er dat hij binnen een langlopend project anderstaligheid op het podium en erbuiten wil openbreken. De linguïstische nuances van de voorstelling vallen voor Japans-onkundigen moeilijk in te schatten, maar iets zegt me dat net die situatie extra voer levert voor deze bijna twee uur durende parabel over openheid voor andere perspectieven

The Window of Spaceship 'In-between'
Lieve Dierckx KVS BOL, Brussel in het kader van Kunstenfestivaldesarts 2024
27 mei 2024

Hun ruimteschip is een constructie in gele en roze tinten: een golvende, lilaroze wand over de breedte van het podium die doet denken aan een skatemuur - een omgeving die durf en balans vergt, kan je stellen. De wand loopt door tot aan een breed, manshoog open raamwerk vooraan, geverfd in geel. De crewleden zullen het bovenste deel ervan regelmatig als uitkijkvenster gebruiken.  Opzij een tafeltje dat zo naast een ouderwets ziekenhuisbed kan staan. Hier doet het dubbel dienst als sprekend koffieplateau en verbeelde deur naar de dienstruimte van het schip. Een rij felwitte ledlampen snijdt diagonaal door de ruimte, dwars door de roze achterwand.  Een van de lampen flikkert.

‘Opgepast, de koffie is heet, u kan er zich aan branden’, waarschuwt de digitale stem van de koffiemachine keer op keer. Het is het soort nutteloze info die met veiligheid van de gebruiker niets te maken heeft.  Hier is ze het contrapunt voor een bodemloos gebrek aan houvast bij de vier crewleden. Eentje (performer Ness Roque, van Filippijnse afkomst) wil ruimtemuziek vinden die op geen enkele manier klinkt als aardemuziek, want die maakt haar te nostalgisch. De discussie die volgt opent het thema van perspectief: de alien die geen weet heeft van geluidsgolven beweegt haar plastic armen als vleugels op en neer, en wil weten of dat dan muziek is. Nee, zegt de een. Dat hangt ervan af, volgens de ander. Wat is muziek eigenlijk? En, in welke mate moet je afstand kunnen nemen van hoe die in jouw oren klonk op aarde? 

Het personage van de souffleur is in de hele constellatie een van de stukjes die na de voorstelling voor puzzelplezier zorgen.  Met wat eruitziet als een opengeslagen tekstbundel in zijn hand volgt hij de anderen op de voet. Hij staat wanneer zij staan, zit wanneer zij zitten. Hij doet denken aan de zwartgeklede figuren uit het Japanse kabuki-theater die de acteurs op het podium omkleden en technisch bijstaan, maar geacht worden om ‘onzichtbaar’ te zijn. Ze zijn er en ze zijn er niet. Dit personage vind ik zelfs niet terug in de credits van de voorstelling. 

Mooi is hoe de performers de voortdurende perspectiefwissels fysiek heel eenvoudig neerzetten. Een bemanningslid (de Chinese Qiucheng Xu) speelt zijn gesprek na met de Minister van Onderwijs die hem aanwees om het belang van correct taalgebruik in de ruimte te propageren. Hij wisselt telkens van de ministerstoel naar zijn eigen staande positie, terwijl de andere performers van op de vloer commentaar leveren.  Wanneer hij zijn interne tweestrijd beschrijft, stapt hij op een plek links van hem, dan weer naar rechts en terug. ‘Eigenlijk was er geen tweestrijd, je wist dat je niet wilde, maar je kon niet anders’, weet een ander crewlid uit eigen ervaring. Waarna het gaat over rationele versus intuïtieve beslissingen. 

 Mooi is hoe de performers de voortdurende perspectiefwissels fysiek heel eenvoudig neerzetten.

Dezelfde eenvoud zit in het taalgebruik. In Japan geldt regisseur Okada als vernieuwend door zijn ‘arme’ podiumtaal die klinkt als in de meest basic conversaties tussen mensen. Het verdoezelt in dit geval wellicht het mogelijke verschil tussen de twee professionele en de vier amateurperformers.  Wel zorgt de vlakke zegging na zowat een uur voor een dip in de aandacht van het publiek.  Een aantal toeschouwers houdt het dan voor bekeken en loopt naar buiten. Wie overblijft lijkt minder alert te reageren op de humor

Want die humor is er, in lijntjes die door de hele voorstelling lopen. De androïde klusjesman bijvoorbeeld wil de luchtfilters van het schip aan een trager tempo schoonmaken om er meer voldoening uit te halen. Een androïde met ideeën over werkethos? Daar maken de anderen snel schoon schip mee. Intussen negeren ze gemakshalve dat hij wel degelijk een eigen willetje heeft. Die ene flikkerende lamp vervangt hij pas als hìj vindt dat het zover is, niet als zij het hem vragen. Hij is bovendien de enige die het zonder koude coma redt tijdens de passage door het wormgat naar een volgend zonnestelsel, ergens in de buurt van Saturnus. 

De androïde is de enige ook die toen de alien zag verschijnen, terwijl de anderen er maar niet over uitraken hoe en wanneer die hun ruimte is kunnen binnendringen. Wel hebben ze al snel door dat ze geen partij zijn voor de intelligentie van de nieuwkomer die er al meteen in slaagt hun taal te leren. Zo lopen er voortdurend ironisch te lezen sociale en politieke metaforen door het stuk. Voor toeschouwers in het minder diverse Japan komen die wellicht een stuk harder aan. Bovendien vertelt Okada  er in de brochuretekst bij dat de alien en de androïde de enige échte Japanners en échte acteurs zijn in de voorstelling. Dat komt binnen.

Gaandeweg blijkt het hele stuk een flashback naar wat er gebeurde voor het schip door het wormgat ging – waar geijkte begrippen over tijd en ruimte onderuitgaan. Regelmatig kijkt de crew door het venster, schijnbaar de zaal in. Maar hun ogen zijn niet op ons gericht: ze kijken de onmetelijke ruimte in om de afstand naar dat wormgat in te schatten.  Want daar draait het om: het gat waar je je moet doorwurmen om uit je krappe zelf te komen, op het podium, en ernaast. De durf om baan te geven aan nieuwe perspectieven, die van de ander en die van een nieuwe wereld. Wat mij betreft slaagt Okada met glans in die missie.

 

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login