Voyeur Verona Verbakel
Kind in een harteloze wereld
Getuigenistheater plaatst je als kijker altijd in een moeilijk parket. Het schendt de afspraak dat de speler niet samenvalt met zijn/haar personage, en wij in de zaal dat weten maar doen alsof we dat vergeten. Suspension of disbelief. We leven mee, voor een uur of zo, maar daarna keren we terug tot de orde van de dag. Dat laatste lukt niet als iemand een eigen, schokkend, verhaal vertelt. Dat is wat Verona Verbakel doet in ‘Voyeur’. Ze laat echter wel voorzichtig, maar duidelijk merken dat hoe onzeker dat ook voor haar voelt. Daardoor komt ze toch tot een verhaal dat haarzelf overstijgt. ‘Voyeur’ is een timide, maar niet mis te verstane aanklacht tegen een harteloze wereld.
Voor de duidelijkheid: de première van ‘Voyeur’ was te zien op het Kiem Festival in de Grote Post in Oostende. Een festival voor pril werk. Als ik de website van Verbakel lees, ontdek ik nochtans een vrouw die als een paard gewerkt moet hebben om te staan waar ze staat: twee diploma’s magna cum laude, en een rits optredens in theatervoorstellingen, TV-series en films. Niet min voor iemand van jaargang 1992. Ergens in ‘Voyeur’ zegt ze het ook: in een uitzichtloze situatie moet je kiezen voor een oplossing. Dat is of de liefde – de keuze van haar zus – of werk. Dat was de keuze die zij maakte, blijkbaar. Maar hier moet ze toch iets kwijt over de liefde die haar ontbrak.
Verbakel laat zich in dit stuk trouwens niet kennen als een topactrice of een diva. De zaal alleen al spreekt dat tegen: de studio op de eerste etage van de Grote Post is kaal, eerder klaslokaal dan theater. Er is nauwelijks een decor dat die indruk verdoezelt. Er is enkel een klein lichtbord waar met tape de cijfers 2.0.2.3. op geplakt zijn en vier glanzende, aaneengesloten tegels een beetje rechts van het midden. Verder een paar spots op de grond, vlak voor de stoelen voor bezoekers. Dat is het. Alles moet hier van haar spel komen. Veel riskanter wordt het niet voor een speler: het is erop of eronder.
Verbakel komt op met een krukje. Het eerste wat ze doet is de bordjes verhangen: 2023 wordt 2000 en even later 1997. In 2000 was ze acht jaar. Ze vertelt meteen dat er iets mis was met haar moeder. ‘Dit is een dag als een ander’ was haar moeders codewoord voor ‘Laat mij gerust, ik kan jullie niet aan’. Enig lichtpuntje was de nieuwe stiefvader, een brandweerman, die wel top was. Dat begrijp je maar gaandeweg. Net zoals je maar gaandeweg begrijpt dat er eerst een andere man was, ‘mijn biologische vader’. Zonder in detail te treden suggereert Verbakel dat hij aan toxicomanie leed en behept was met een bovenmatige belangstelling voor het lijf van zijn twee dochters. Ze mochten hun blote benen aan niemand ter wereld laten zien: dat was zijn privilege. Een griezel van een vent.
Een verwarde moeder, een grensoverschrijdende vader en een echtscheiding: het is het recept voor een ontzetting uit de ouderlijke macht. Dat overkwam Verona en haar zus. Als geboefte werden ze afgevoerd van hun school naar een gesloten instelling met meer jongens dan meisjes. Met een begeleidster nr. 1 die van harteloosheid en controlezucht haar USP gemaakt had. Met een andere begeleider die het bij gluren hield als de zusjes in bad gingen.
Privacy of schroom? Nooit van gehoord. Menselijke warmte? Wat bedoelde U? Het trieste hoogtepunt komt als de biologische vader toch weer bezoekrecht kan afdwingen om zijn dochters te begluren. Het moment waarop Verona, 8 jaar oud, haar tanden laat zien, met dank aan haar stiefvader. En wij, kijkers, gluren al die tijd mee. Met toenemende, plaatsvervangende schaamte.
Je wil het niet weten, maar je blijft toch luisteren. In de eerste plaats omdat ‘Voyeur’, op wat schoonheidsfoutjes na, een bijzonder goed geschreven tekst is. Ze springt van de hak op de tak van het moment waarop de meisjes opgepakt worden tot de dag dat een schooldirectrice hen plompverloren zegt dat ze ontslagen werden uit de instelling. Waren ze in die instelling even vergeten mee te delen. Je gelooft je oren niet.
Dat kind probeert zin te geven aan een onbegrijpelijke gebeurtenissen die niemand haar ooit verklaart.
De tekst is zo sterk omdat ze, op wat sneren van de volwassen Verona na, het verhaal vertelt vanuit het perspectief van het kind dat ze ooit was. Dat kind probeert zin te geven aan onbegrijpelijke gebeurtenissen die niemand haar ooit verklaart. Dat maakt haar vroegrijp: ze doorziet al vroeg wat de ‘liefde’ van haar vader voorstelt. Maar dat haar moeder het laat afweten, dat blijft knagen.
Wat intrigeert is dat Verbakel haar tekst eerder declameert dan speelt. Bij elk zinnetje heeft ze een gebaar of een gelaatsuitdrukking, soms wat onbeholpen. Ze laat haar stem vaak nogal abrupt en zelfs geforceerd van gefluister naar geschreeuw overslaan. Het voelt allemaal wat te bedacht en teveel gerepeteerd aan. Daardoor wordt de actrice nooit volop haar personage zoals je misschien zou verwachten bij een persoonlijk verhaal. Ze houdt het verhaal op een armlengte van zich af.
Dat al te bedachte zit ook in de enscenering. Die speelt nadrukkelijk, en enigszins overbodig, met de vier glanzende tegels. Op vier momenten verplaats Verbakel één van die tegels naar een andere plek. Telkens onderbreekt ze dan haar verhaal om in een korte, mimische scène, een moment van bewustwording fysiek vorm te geven. Als ze laat zien hoe ze voor haar biologische vader een Barbiepop moest spelen is dat erg pertinent. Maar bij het eerste intermezzo toont ze haar verwarring met een wat krampachtig expressionistische dans, waarvan de betekenis je, op dat ogenblik, ontgaat.
Eigenaardig genoeg groeit die wat stroeve speelstijl uit tot een kwaliteit. We zien een volwassen vrouw die teruggaat naar het moment dat ze geen stem had, maar object was van machinaties die ze niet kon – en mocht – begrijpen, maar die haar gevoel van waardigheid, van er mogen zijn, diep schonden. Begin zo maar aan je leven. Het is nooit uit te leggen. Als je dat toch zou willen doen is het tien keer slikken, want het is maar de vraag of je pijn ooit erkend zal worden als niets in je kinderjaren je dat vertrouwen gaf. Dat is wat je hier ziet gebeuren. Tien keer slikken voor je spreekt.
Dat vraagt moed. Ik voelde er een diepe sympathie voor de moed van deze vrouw om haar verhaal te brengen in een onooglijk zaaltje, en zonder de hele trukendoos van acteurs open te trekken. Het is dan ook geen verhaal dat je er zomaar uit flapt. We mogen zien hoe lastig het voor haar moet zijn om te beseffen dat dit afschuwelijke verhaal helaas wel haar verhaal is.
Dat verhaal komt ook op een bijzonder moment. De hele goegemeente put zich vandaag uit in verontwaardiging over misbruik in de kerk. Terecht. ‘Voyeur’ maakt echter duidelijk dat de overheid geen haar beter was als het op harteloos wegkijken aankomt. Anders gezegd: wanneer keken we zelf weg? Hier lukt dat niet meer. Er is iets in de onvolmaakte vorm van de voorstelling dat toch volmaakt duidelijk de pijn en de kwetsbaarheid van een kind tot een ‘J’ accuse’ laat uitgroeien. Dat is straf.
(Het Kiem Festival loopt nog tot en met zondag 8 oktober 2023)
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz