Toneel

Angela (a strange loop) Susanne Kennedy & Markus Selg

Eindeloos vergeten

Het Kunstenfestivaldesarts opende dit jaar met de wereldpremière van ‘Angela (a strange loop)’ van het Duitse duo Susanne Kennedy en Markus Selg. Aan middelen geen gebrek in deze topproductie, een gezamenlijke inspanning van vele grote theaters en festivals. Kennedy en Selg zetten verbluffende technologie in om een beeld te schetsen van een wereld die in kringetjes draait rond een gapende leegte, omdat de personages niet in staat zijn werkelijke ervaringen of inzichten aan te maken. Vrolijk word je er niet van. Veel nieuwe inzichten doe je hier evenmin op. 

Angela (a strange loop)
Pieter T’Jonck Théâtre national, Brussel, in het kader van het Kunstenfestivaldesarts
13 mei 2023

Tijdens ‘Angela (a strange loop)’ weet je vaak niet wat je ziet. Bij  aanvang denk je een decor te zien dat iets weg heeft van een Zuid-Europese markthall na sluitingsuur: een opeenvolging van gesloten rolluiken en betonwanden, met daarboven een brede lijst. Daarop staat het woord ‘Exit’ wel vier of vijf keer in grote, rode letters te lezen, met pijlen die twee kanten op wijzen. Op de grond zie je de sporen van een industriële reinigingsmachine die maar niet willen verdwijnen. Om het beeld compleet te maken: tegen een betonwand zit een vrouw onderuit gezakt.

Al snel merk je dat het beeld vol ongerijmdheden zit. De opschriften lijken eerder graffiti dan bewegwijzering. De rolluiken hebben een bizarre fluo-groene kleur. De even felgroene deuren in de betonwanden lijken wel huiskamerdeuren. Hoe langer je kijkt, hoe meer de ruimte er inderdaad als een loft-huiskamer uit gaat zien. Er staat immers ook een even felgroene eettafel en dito stoelen, en tussen twee schuine betonwanden werd een designkeuken verwerkt.

De vrouw die hier verzeilde zit ook niet op de grond, maar op een matras met een rood-wit dekbed, dezelfde kleurstelling als de EXIT opschriften dus. Een knalgroen geverfd beeld voegt een arty touch aan dit interieur toe. Het is een geabstraheerd figuurtje dat zijn lange dubbelgevouwen benen met zijn armen tegen zijn klompvormige hoofd drukt, als in een innige omhelzing van zichzelf. Een artificieel kampvuurtje links van het podium vormt de kitscherige tegenhanger van het beeld.

De keuze voor een artificieel vuurtje is meer dan een leuke vondst. Alles in dit stuk is immers artificieel. En virtueel. Ook het decor. Dat besef je plots als, nog voor het stuk begint, een blauwe tekstband over de decorwanden loopt. Een projectie, ongetwijfeld, maar dan één die de onderliggende wand helemaal uitveegt. Zo daagt het je dat quasi alle wanden, op de schuine betonwanden na, schermen zijn. Eens je dat weet zie je het ‘bedrog’ overal. Bijvoorbeeld in de onmogelijke perspectivische vervorming van de keuken. Het is een foto, uit een advertentie wellicht.

Nog voor het stuk begon raak je zo al in de war. Aan de ene kant willen de makers blijkbaar dat je hun ‘bedrog’ doorziet. Anders hadden ze die tekstband wel achterwege gelaten. Aan de andere kant zijn die filmbeelden zo scherp en zo goed ondersteund door ‘echt echte’ objecten dat je voortdurend weer vergeet dat wat je ziet een illusie is. Tot de makers je er weer met je neus op duwen. Dat effect – een syndroom bijna - van beseffen/vergeten is cruciaal in dit stuk.

De personages beseffen af en toe iets, maar vergeten dat dan steeds weer.

Ook de personages die nu verschijnen gaan gebukt onder dat syndroom. Ze beseffen af en toe iets, maar vergeten dat dan steeds weer. Het verhaal – of wat daarvoor moet doorgaan - draait rond Angela, de vrouw op de matras (Ixchel Mendoza Hernandez). Ze is een influencer die aan een vage ziekte, iets als long covid, lijdt. Daardoor vereenzaamt ze, want ze komt er niet meer toe dingen te posten aan haar followers. Geen leven zonder internet voor haar.

Haar vriend Brad (Dominic Santia) valt geregeld met de deur in huis, zonder dat ooit duidelijk wordt welke relatie ze hebben (op een latere onhandige of zelfs brutale vrijscène na). De eerste keer neemt hij een appel uit een mand op tafel. Als hij erin bijt, blijkt ze van plastic. ‘Ik vergeet elke keer dat ze niet echt zijn’, zegt hij. Het is de eerste keer dat je merkt dat deze personages geen onderscheid meer maken tussen reëel en virtueel. Het ‘onbetrouwbare’ decor weerspiegelt dus hun werkelijkheidsbeleving.

Al heel snel lijkt het zelfs alsof deze personages zelf een soort virtuele simulatie van zichzelf zijn. Hun schaarse woorden volgen niet precies hun gelaatsbewegingen, en hun motoriek hapert wat, alsof ze poppen of tekenfilmfiguren waren. Op de achtergrond hoor je voortdurend – bijna het hele stuk door zelfs – een doffe kuch, als een plaat die vastgelopen is of als een glitch in een klankbestand. Hun gesmak als ze later echt eten wordt zo hard versterkt dat het wel lijkt alsof je paarden hoort. Maar dan besef je ook dat je alweer bedot werd: de stemmen en klanken die we horen zijn vooraf opgenomen. De acteurs lippen alleen hun woorden, en niet eens zo synchroon, maar wel slaafs. Ze hebben zich hun stem, ooit beschouwd als een beeld van de ziel, laten ontstelen.

Dat verklaart het complete gebrek aan dramatische ontwikkeling in het eerste deel van de voorstelling. Er duiken twee andere personages op, maar ze wisselen haast uitsluitend banaliteiten uit. Ze geven ook blijk van een stuitend gebrek aan inleving en affectie. Suzy (Tarren Johnson), een ‘vriendin’ spant hierin de kroon. Ze is totaal gedachteloos en gevoelloos. Zowat het enige wat ze zegt is ‘I don’t know if this works for me’, gevolgd door ‘O.M.G.’(‘Oh my God’). Dat zegt ze zelfs als Angela bloed braakt op een plastic zeiltje dat Brad voor haar uitspreidde. Die Brad doet het nauwelijks beter: hij heeft ‘Fuck’ in zijn repertoire, en zinnetjes als ‘There is something evil in you’ die zo uit een exploitation film konden komen. Taalarmoede gaat hier hand in hand met gevoelsarmoede.

Daarnaast is er ‘Mam’ (Kate Strong), de moeder van Angela. Haar gelaat oogt ouder dan dat van de anderen, en ze draagt ook een ouderwetse zwarte hoofddoek. Een andere generatie. Toch draagt net zo’n sweater en panty’s als Angela, zodat ze er vanaf haar hals uitziet als het evenbeeld van haar dochter. Ze functioneert hier dan ook als een doorgeefluik van ‘stories’ over moederschap etc. maar die stranden hier als een fossiel cliché. Alle levenservaring is eruit weg gesijpeld.

'Mam' is de broncode van de 'strange loops' uit de titel van het stuk.

‘Mam’ is echter wel de broncode van de ‘strange loops’ uit de titel van het stuk. Angela reserveert de weinige affectie die ze voelt namelijk voor haar speelgoedhond. Ze gaat ermee om als een moeder met een wat weerspannig kind. In een latere scène gaat ‘Mam’ net dezelfde manier met haar dochter om als die dochter met de hond. Zo zijn er heel veel scènes, ook sterfscènes, waarin moeder en dochter elkaars woorden en daden spiegelen. Het is alsof zij, en niet enkel zij, op automatische piloot een routine eindeloos herhalen met minieme variaties.

Op een scherm tegen één van de betonwanden verschijnt tijdens de betekenisloze gesprekken tussen de personages af en toe een commentaar als ‘meanwhile’, ‘later’ of ‘previously’. Soms geeft een animatiefiguurtje commentaar of voegt hij onverwacht quasi-mythologische context toe aan het verhaal. En een keer zegt het dat niets hier echt is, dat het maar theater is.

Daarmee haalt hij de stellige bewering onderuit die in het begin van het stuk prijkte op de blauwe banner. Die beloofde namelijk dat we reële feiten zouden zien, gebaseerd op honderden uren interviews. Het zou gaan over een alchemistisch proces in drie fasen verloopt: een zwart begin (Negrido), een witte tussenfase (Albedo) en een rood eindspel (Rubedo). Na een half uur voorstelling lijk je verder weg dan ooit van de realiteit, in elk geval van een menselijke realiteit. Net dan verschijnt het woord ‘Negrido’. We komen in een andere fase terecht, denk je.

Dat klopt ook, in de zin dat er een vijfde, naamloos personage opduikt. Diamanda La Berge Dramm, in het gewone leven een boeiende componiste en performer, is hier de onverwachte room mate van Angela De kaalgeschoren vrouw ziet eruit als een libel of een elf, in een pak van doorschijnend plastic dat haar borsten en achterwerk bloot laat. Of is het een Artemis? De pijlenkoker op haar rug, waar ze een strijkstok uit opdiept, suggereert zoiets Deze sprookjesfiguur echoot de woorden van Angela voortdurend, maar voegt daar ook cryptische uitspraken aan toe.

Zo gaat de voorstelling stilaan de fantasy / science fiction toer op. Angela gaat op instigatie van Diamanda op zoek naar haar ware zelf. Ze verdwijnt uit het leven van de anderen en belandt onder meer in een brandend bos waar ze de raad krijgt om uit zichzelf opnieuw geboren te worden. Mystiek gezwijmel van het genre dat vandaag voor grof geld aan de man gebracht wordt.

Hier raakt het stuk echter in de problemen. Het wordt steeds moeilijker te volgen waar de makers heen willen. De taal mist immers scherpte en de beelden, hoe goed gemaakt ook, zijn één en al cliché. De performers van hun kant krijgen nauwelijks nog de kans om iets toe te voegen aan het visuele geweld. Ze verdwijnen in de complexe machinerie rondom hen. Ze beelden werktuiglijk absurde scènes uit. In één ervan braakt Angela een placenta met navelstreng uit. Daarop volgen sterfscènes, een ritueel rond een totempaal en veel herhalingen of ‘loops’. Allemaal fantasy van het zevende knoopsgat,. Enkel Diamanda La Berge Dramm behoudt, door haar vioolspel, een eigen plek.

Het stuk gaat zo enorm slepen. De deernis die je in het eerste deel nog kon voelen voor het povere bestaan van de personages smelt zo als sneeuw voor de zon. De inzichten die Angela opdeed leken me vooral pseudo-inzichten, even leeg als de personages die hier contouren kregen -gestalte zou een al te groot woord zijn – . Maar dat hoef je geen uur te rekken.

Alle personages, Angela voorop, zijn volledig opgegaan in een vreugdeloze virtuele sociale realiteit 

Wat Susanne Kennedy en Markus Selg in dit stuk suggereren is uiteindelijk niets nieuws. De taalarmoede en de gebrekkige articulatie van gedachten en gevoelens van de personages zijn een pijnlijk, maar een bekend fenomeen. Maar was het ooit anders? Dat ze elkaar weerspiegelen, en zo patronen gedachteloos reproduceren: een eeuwenoud verhaal. Als ‘Mam’ in één van de slotscènes gelaten sterft is dat niets een actuele versie van het aloude ‘memento mori’.

Hedendaags is enkel dat alle personages, Angela voorop, volledig opgaan zijn in een vreugdeloze virtuele sociale realiteit waar waarheid en tenenkrullende onzin op gelijke voet naast elkaar staan. Ook dat is niets nieuws. Op het einde vroeg ik me zelfs af of de makers niet zelf in de val van pseudo-inzicht getrapt waren. Als Angela oproept om jezelf te leren kennen gaan immers de schijnwerpers boven het decor, waarvan ik me al de hele tijd afvroeg wat ze daar deden, de zaal in schijnen, als om te zeggen dat het hier ook over ons, de kijkers, ging. Een platitude van formaat.

Toch is ‘Angela (a strange loop)’ om één reden wel interessant. De verbluffende technologie zaait voortdurend twijfel over wat er in de hoofden van de personages omgaat, als er al iets omgaat. Ze lijken volledig geabsorbeerd door hun context. Maar soms duikt daar dan een pertinent – zij het dus zelden ‘nieuw’ – inzicht in op over de povere inhoud van de mens en over zijn vergankelijkheid. Dat raakt echter onveranderlijk weer bedolven onder handelingen op automatische piloot en pseudogedachten. Dat lijkt tamelijk goed op de wereld op sociale media, maar ook op het leven zelf. We vergeten altijd weer hoe weinig we voorstellen, tot de werkelijkheid ons daar brutaal aan herinnert. Om dat dan weer snel te vergeten. Dat maakt dit stuk op een prangende manier zichtbaar. Al lijken de makers dat dan weer zelf af en toe te vergeten. 

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login