Kelly Tim Natens / Theater Antigone
Een angsthaas die even klokkenluider was
Iets over een meisje, dacht ik bij de titel ‘Kelly’. De jonge theatermaker en acteur Tim Natens zette dat meteen recht door als David Kelly furieus, op de overdonderende tonen van Mozarts ‘Requiem’ de scène op te klauteren. Slechts heel weinig mensen kennen het verhaal van deze Britse wapeninspecteur die in 2003 vraagtekens plaatste bij de noodzaak van een invasie in Irak. Wat halfslachtig wel. Het is een verhaal van onverkwikkelijke machinaties in naam van de War on Terror: enkele maanden na zijn onthullingen stierf Kelly in verdachte omstandigheden... Dat hij er in de voorstelling uitkomt als een wat laffe wegkijker, zegt meteen iets donkers over ons allemaal.
De majestueuze openingsscène belooft dat er iets wezenlijks zal verteld worden. Dat gebeurt ook. Midden op de speelvloer verklapt een grote ijzeren dossierkast dat dit zal gaan over geheime dossiers van de ambtenarij. David Kelly komt met veel misbaar en woede over die kast gekropen. Vanuit de dood staat hij op om de ware toedracht van de gebeurtenissen te geven. Zwart geverfde oogkassen boven een wit hemd met zwarte das, grijze broek, klassieke schoenen, én de attaché case zoals we ons die herinneren van twintig jaar geleden (daar zaten vaak gewoon boterhammetjes in, maar het leek professioneel). Een ambtenaren outfit, maar met een doorborende blik.
David Kelly is een ‘trouwe serviteur’ (zo omschrijft hij zichzelf), die in Irak moet nagaan of er sporen zijn van massavernietigingswapens. Die vindt hij niet, maar ja: zelfs melk en bloem of medicijnen kunnen, in de juiste verhouding, dood en vernieling zaaien (het zenuwgas sarin is bijvoorbeeld een mengsel van twee op zich niet zo gevaarlijke stoffen). Als hij op een hangar vol vaccins tegen polio stuit, laat hij die voor de zekerheid dus toch maar vernietigen – wie weet wat Saddam Hoessein ermee kan aanrichten? Veiligheid eerst… voor het Westen.
Met veel bravoure en een scala aan stemmen en stemmetjes leert Natens/Kelly ons waar het echt om draait. Een suggestieve scenografie (Giovani Vanhoenacker) ondersteunt die les: zwart gruis op de vloer, een poel die op ruwe aardolie lijkt met een miniatuur jaknikker – een aardoliepomp – ernaast. Met toenemend cynisme vertelt hij hoe hij zwichtte voor de druk van Britse en Amerikaanse politici om een negatief rapport in te leveren, als alibi om Irak binnen te vallen.
Dit onverkwikkelijke verhaal staat niet op zichzelf.
De monoloog toont zijn persoonlijke strijd met op de achtergrond die pijnlijke episode uit de wereldgeschiedenis. Op een gegeven moment lucht hij zijn hart bij een journalist van BBC radio: hij geeft toe dat er hoogstwaarschijnlijk gewoon niets aan de hand was. Later trekt hij die verklaringen weer in. Zijn halfslachtige gewetensnood zal hem uiteindelijk toch het leven kosten. Zelfmoord wordt gesuggereerd, maar alle documenten rond zijn overlijden moeten tot 2073 achter slot en grendel blijven.Verdacht.
Dit onverkwikkelijke verhaal staat niet op zichzelf. Het geval van Julian Assange bewijst dat de gebeurtenissen in Irak tot op vandaag gevolgen hebben. Die klokkenluider zit nog altijd vast op beschuldiging van het onthullen van oorlogsmisdaden in Afghanistan en Irak. Er hangt hem 175 jaar cel boven het hoofd. Vorige week nog werd Assange genomineerd voor de Sacharovprijs voor dissidenten van de Europese gemeenschap. Stella Morris, de vrouw van Assange, gaf een aangrijpende getuigenis. Morris, zelf juriste, zei dat het proces tegen Assange een aanfluiting is van elk rechtsprincipe. ‘Hij zit vast in Bellmore, het Britse Guantanamo, in totale isolatie, voor onbepaalde duur, zonder enige vorm van beschuldiging.’ Terwijl zij die de oorlogsmisdaden pleegden op vrije voeten zijn. Ze vond de nominatie een prachtig gebaar en een belangrijk in de strijd om zijn vrijlating. ‘Zwijgen over Assange’, besloot ze, ‘betekent medeplichtig zijn’.Precies die ongerechtigheid werkt door in de voorstelling. Want ook wij kijken vandaag de andere kant op. Als angsthazen of opportunisten.
Theater Antigone gaf Tim Natens vorig seizoen de kans om ‘Kelly’ te maken. Haider Al Timimi stond hem bij als regisseur. Ellen Stynen deed de dramaturgie en Jos Verbist was spelcoach. De monoloog draait dit seizoen mee in de ‘En Avant’-carrousel, en toert zo door Vlaanderen.
Grootse woorden, petieterige daden.
Natens speelt de hele situatie in z’n eentje op de grote speelvloer. Hij neemt die helemaal in. Hij doet me denken aan een eenmansorkest dat de hele partituur voor zijn rekening neemt: dialogen, situatieschetsen, filosofische reflecties, de wanhoop van de hoofdfiguur. Soms slaat zijn stem wat al te lang al te hoog over, zo groot is de verontwaardiging die hij wil ventileren. Op andere momenten laat hij wel juist pijnlijk lang stiltes vallen, of duwt hij zijn kop zo lang in de zwarte smurrie, dat je even vreest voor zijn leven. Gelukkig brengt humor, al is die van het sarcastische soort, wat lucht in het verhaal. En de zwarte ogen blijven alsmaar priemen.
De eindscène – met Frank Sinatra’s ‘New York, New York’ (‘Start Spreading The News, I’m Leaving today…’) is wel een wat geforceerde sprong naar een magistrale finale. Vlak voor hij sterft kruipt Natens, als David Kelly, in de huid van de zeer goede en betrouwbare biochemicus die hem gidste door Irak. Hij liet hem achter toen hij zelf zijn biezen pakte omdat hij wist dat de inval van Britten en Amerikanen nakend was. Suggereert Natens zo dat Kelly de hoop koesterde dat de man kon vluchten naar New York en daar triomfantelijk zijn intrede maakte zoals Sinatra in zijn song? Of toont Natens hiermee een nog cynischer blik op onze (Westerse) wereld? Grootse woorden, petieterige daden.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz