Dans / Performance

Havoc Haider Al Timimi - Antigone

Een andere danskunst voor een andere wereld

To wreak havoc, dat is: keet schoppen, de boel kort en klein slaan. ‘Havoc’ is ook de naam van de nieuwe dansvoorstelling van Haider Al Timimi voor Antigone Kortrijk. Moet de (dans-)wereld voor hem dan op de schop? Niet per se. Maar zijn zes b-boys & b-girls ‘hors catégorie’ steken wel een gestrekte vinger uit naar het systemische geweld dat ze, ook binnen de kunst, ervaren. Ze doen dat in het goede gezelschap van beat poet Allen Ginsberg en de bittere poëzie van de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish.         
Uitgelicht door Pieter T’Jonck
Havoc
Pieter T’Jonck Theater Antigone, Kortrijk meer info download PDF
23 oktober 2023

Iedereen kent hiphop van straten, pleinen of winkelgalerijen waar een groepje b-boys & b-girls hun kunsten te vertonen. Het genre veroverde ondertussen de grote podia en besmette zelfs de taal van balletgezelschappen (denk: Sidi Larbi Cherkaoui). Er bestaan ook heuse competities voor. Toch leeft nog steeds de idee dat het om kunstjes gaat, niet om kunst. Dat is zonneklaar onzin. Hiphop is de expressie van een tegencultuur, van het brandende verlangen om een ander verhaal te laten horen en zien.

‘Havoc’ begint bij die oorsprong: straathoeken en pleintjes. Het licht is giftig oranje, zoals het licht van straatlampen. De wanden zijn plasticzeilen, de vloer bloedrood en glanzend. Op de achtergrond verschijnt de slogan ‘One needs chaos within to give birth to a dancing star’. Zes dansers laten op dreunende hiphop hun kunsten zien. Het licht verschuift van oranje naar fel wit. Het scheert over de vloer en werpt zo scherpe schaduwen. Tot zover het cliché dus.

Iets heel anders volgt. Eerst is er die scène die laat zien hoe breed en rijk het bereik van deze dansers is. Zo tolt Adem Ouhaibia plots om zijn as terwijl hij beurtelings de ene arm na de andere laat uitzwaaien, precies zoals in ‘Piano Phase’, het beroemde stuk van Rosas. Even toch, want daarna vervormt hij de figuur tot een complexe beweging over de vloer. Zo simpel is die hiphop dus niet.

Nog zo’n eye-opener is de scène waarin Diva Delanotché onzeker, schijnbaar dronken, een jerrycan in de hand neemt en ermee zwaait. Ze lijkt sprekend op het cliché van de relschopper in zwarte buurten in de USA zoals het journaal die ensceneert. Tot een crooner zoetgevooisd zingt ‘I don’t want to set the world on fire, I just want to install a flame in your heart’. Op die woorden wiegt de danseres sensueel met haar heupen en haar lijf, achteloos slingerend met die jerrycan. Oeps! Geen relschopper dus, maar een verliefde vrouw. Het podium baadt in haar warme licht. Weg het schelle wit.

Wat deze performers echt beroert blijkt pas later. Op de achtergrond flitsen dan grootstadsbeelden en krantenkoppen in zwart-wit voorbij. Ze tonen alweer hoe hiphop ‘geframed’ wordt. De aanhef van ‘Howl’ , Ginsbergs oerkreet uit 1956, walst erover heen. Een stem scandeert de tekst: I saw the best minds of my generation destroyed by madness, starving hysterical naked, dragging themselves through the negro streets at dawn looking for an angry fix, angelheaded hipsters burning for the ancient heavenly connection to the starry dynamo in the machinery of night…

    Het unisono lijkt meer op een jazz improvisatie op een thema dan op de kadaverdiscipline van het ballet.    

Je verwacht daar jazz of hiphop bij, maar Al Timimi koppelt Ginsbergs extatische woorden aan een concerto van Händel. Dat verleidt de dansers tot quasi unisono uitgevoerde feestelijk-virtuoze sprongen. Het is één van de meest intrigerende momenten van de avond. Je voelt dat de dansers innig verbonden zijn, precies zoals het hoort bij de plechtige feestelijkheid van de muziek. Maar je ziet ook dat ze weinig moeite doen om exact gelijk te bewegen. Het unisono lijkt meer op een jazz improvisatie op een thema dan op de kadaverdiscipline van het ballet.

Zou het kunnen dat ballet zo meer weg heeft van een kunstje dan deze unisono hip hop dans die voor de vuist weg ontstaat, en daardoor zo hartveroverend is? Zou het kunnen dat hiphop de echte kunst is, omdat ze berust op waar meesterschap, niet enkel op discipline? Het is een wat onzinnige, zelfs oneerlijke vraag. Toch is het geen toeval dat de strikte discipline van het ballet een dominant idioom werd, en de chaos van hiphop met de nek wordt aangekeken. Ballet spreekt de abstracte taal van de macht. Hiphop ademt tegencultuur. Die vraag keert later weer als Abdennacer Leblalta onzeker balletposities inneemt en arabesken vormt, maar die dan, alweer, omplooit naar zijn eigen hiphop taal.

Veel tijd om daarover te denken krijg je niet, want kort daarna komt een hoop witte plastic zeilen die al die tijd in een hoek lagen overeind en staat er een witte opblaastank op het podium. Ook dat leidt tot een merkwaardig moment: Inès Dumbi voert pal voor de tank hoekige armbewegingen en nijdige tikken op de vloer uit. Haar ‘krumping’ verbeeldt het moment waarop één mens het op het plein van de Hemelse Vrede opnam tegen het hele Chinese leger.

Iedereen krijgt nu een camouflagevest, als in een leger. Er volgen vele scènes die militaire discipline en menselijke tegenstand tegen elkaar uitspelen. Het begint als Lewis Cooke als een idioot turnoefeningen doet, die de anderen halfhartig volgen. Op de achtergrond zie je een film van wat net zo’n militaire dressuur lijkt.

Het voert recht naar wat je het hart van de voorstelling kan noemen: de dans als expressie van de strijd tegen absurde dwang en systemisch geweld. Een moeilijke strijd, die mensen afmat. Je hoort een gedicht van Mahmoud Darwish over mensen die een uitweg zoeken om te overleven. Met het beleg van Gaza in de actualiteit klinkt het razend actueel, al werd het gedicht lang ervoor gekozen uit het oeuvre van de dichter. ‘Too tired to think revolutionary’ spuiten Leblalta en Ouhaibia op de achterwand, waarop Leblalta ineen stuikt.  Cooke danst wanhopig met zijn broek op zijn enkels, Simon Dejaegere  jaagt hem op.

Toch volgt een wederopstanding. De woorden ‘too tired to’ worden doorstreept. ‘Think revolutionary’ staat er nu te lezen. Ouhaibia sluit daarop  aan met een verhaal over Frantz Fanon en de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd. De twee vrouwen lopen de zaal in terwijl ze zingen over de dans van de mensen, de dieren , de planeten. Over het leven kortom, in al zijn vormen.

Maar nu weet je dat het de dansers niet om 'kunstjes' te doen is.

Dat leidt naar de apotheose van de voorstelling. Op de relaxte jazzy sound van Kamasi Washington keren de spelers terug naar het punt waar alles begon. Ze dansen voor elkaar en voor ons, zoals ze het hadden kunnen doen op een pleintje of in een winkelgalerij. Ze zetten daarbij hun beste beentje voor. Maar nu weet je dat het de dansers niet om 'kunstjes' te doen is. Het gaat over een ander, beter leven. Over dansen door het leven. Zonder dwang. Relaxed, zoals Kamasi Washington. Of feestelijk als Händel. Zonder chaos te ontkennen.

Over die chaos gaat het. ‘Havoc’ is de hartenkreet van Haider Al Timimi om chaos te erkennen en ruimte te geven. Om te erkennen dat het leven niet past in dwingende excell sheets en maatschappelijke blauwdrukken die ‘the best minds of my generation’ vernietigen in naam van een status quo: hier de kunst, het ware en het goede, daar de ‘deplorables’. Hij gooit daar een vracht politieke en culturele geschiedenis en vooral veel prachtige dans bovenop. Die analyse sluit qua vorm en qua inhoud dicht aan bij ‘Skatepark’, het recente stuk van Mette Ingvartsen. Ook daar ging het over een ander soort samenleving die, onder de radar van de mensen die ‘het’ weten, gestalte krijgt. Er beweegt blijkbaar iets in de danswereld. ‘Havoc’ is  in elk geval veel meer dan wat je had kunnen verwachten van een avondje hiphop. 

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login