Toneel / Performance

Blood Ltd - Jamais je n' oublierai la mort Bloet

Artaud revisited

‘Blood Ltd by Bloed – Jamais je n’ oublierai la mort’, de nieuwe voorstelling van Bloet, het gezelschap van Jan Decorte en Sigrid Vinks, is deze keer geen bewerking van een bestaand stuk. Het is theater, maar dan tot zijn naakte essentie herleid. Het begint, het eindigt, er is een pauze, er is een decor en er zijn lichamen op het podium. Ondertussen gaat het leven gewoon door. 

Uitgelicht door Pieter T’Jonck
Blood Ltd - Jamais je n' oublierai la mort
Pieter T’Jonck Kaaitheater, Brussel meer info download PDF
10 november 2021

Voor deze voorstelling werkten Decorte en Vinks samen met de jonge acteurs Ika Schwander en Oumar Dickot. Met nadruk stellen ze: ‘Jan Decorte en Sigrid Vinks delen in deze voorstelling hun unieke expertise en radicale werkwijze met twee jonge kunstenaars/performers. Niet in een hiërarchische structuur, maar als medeplichtigen. Een ambulante school waar leerlingen ook leraars zijn in een artistieke democratie, abstract en poëtisch’.

De vier performers staan al op het podium als het publiek de zaal instroomt. Ze dragen alle vier een zelfde soort vleeskleurig, half doorzichtig hemdje en short, met her en der vlekkerige leverkleurige strepen. Een indrukwekkend ontwerp van Oumar Dicko. Ze lijken naakt, weerloos, lichamelijk gehavend in dat pak. Het is alsof schilderijen van Egon Schiele tot leven kwamen. Of misschien denk je aan de uiteengereten lijven van Berlinde De Bruyckere. Sigrid Vinks vertoont ook enkele felrode strepen op haar wangen, als slecht aangebrachte schmink, of als een bloeduitstorting.

Ze lopen maar wat rond over het podium. Een beetje houterig, zelfs onzeker in het geval van Decorte. Nerveuzer, maar evenmin met heel vaste tred bij de anderen. Ze verschillen hemelsbreed van elkaar. Dicko is een buitengewoon lange man, met eindeloze, dunne benen en armen waar spieren zich als kabels op aftekenen. Schwander lijkt op Vinks, maar dan in een wat jongere en gespierdere versie. Decorte loopt voorovergebogen, met een kromme rug.

De hele voorstelling lang gaan ze niets anders doen dat dat: rondlopen, zonder duidelijk doel. Af en toe lijkt er een vreemde begeestering in één van hen te varen. Schwander die wild ronddraait. Dicko die een knullig ballet lijkt uit te voeren. Maar de onzekerheid overheerst. Decorte die plots met zijn armen zwiept, als een iemand die zijn evenwicht kwijt raakt. Heel vaak stommelen ze maar wat aan of botsen ze doelloos tegen een muur.

Soms raken ze elkaar toch aan, maar bijna altijd ongemakkelijk, alsof ze niet goed weten wat ze met dat andere lijf moeten doen. Dat kan brutaal worden, bijvoorbeeld als Decorte probeert op de liggende Dicko te gaan staan, of aan de armen van Schwander trekt alsof het een soort hendels waren. Maar het is geen gewilde brutaliteit. Het is geen geweld of wreedheid. Het is onvermogen om tot iets (meer) te komen.

Als een memento mori

Er is soms ook een vreemde intimiteit, bijvoorbeeld als Schwander Vinks’ lijf langs achter omvat en op heur haar kauwt. Of als ze na een halve omhelzing de voor dood neerliggende Decorte wegsleept als een zak bloem. Een heel zeldzame keer ontstaat er een soort herkenning tussen twee lichamen. Zo staat Vinks op een moment voor Dicko, die op zijn knieën zit. Als zij haar armen heeft komen die maar net zo hoog als die van Dicko. Ze kijkt onbegrijpend hoe het kan dat haar armen niet hoger komen en veel minder wijd opzij reiken dan die van het wezen voor haar. Je zou haast zweren dat ze de andere nauwelijks als lichaam, als evenbeeld, als soortgenoot herkent.

Heel opmerkelijk is dat de performers voortdurend geluiden uitstoten. Van diep uit de keel. Gegrom, gehik, gereutel. Onwillekeurig, en zonder duidelijke betekenis. Alsof ze het niet kunnen laten, of alsof ze, zoals heel jonge kinderen, ontdekken dat ze geluid kunnen maken en dat uitproberen. Het is wellicht vooral daardoor dat je meermaals het gevoel hebt dat je kijkt naar mensen die hun zinnen verloren zijn. Die enkel nog een lijf zijn, maar dan een lijf zonder zelfbewustzijn. Een lijf dat doet, zonder begeesterd te zijn. Een lijf dat teruggekeerd is naar zijn meest primitieve staat.

Het programma van de voorstelling vermeldt dat de voorstelling 1u en 35 minuten duurt, pauze inbegrepen. Dat is juist. Maar het zijn niet de performers die dat aangeven door te beginnen of te eindigen of in de pauze te verdwijnen. Ze zijn er voor je binnenkomt, ze blijven er als ‘pauze’ verschijnt op de achterwand van het podium, en ze blijven ook na het woord ‘einde’. Ze groeten evenmin. Ze gaan door.

Begin, pauze, einde, zijn pure conventie hier. Het verschil met de ‘gewone’ tijd wordt, behalve door de projectie van de woorden ‘pauze’ en ‘einde’ slechts gemarkeerd door het licht. In de zaal gaat dat uit, weer aan, weer uit en weer aan. Op het podium is er een uiterst eenvoudige, maar briljante lichtinstallatie van Luc Schaltin. Een dubbele rij schijnwerpers hoog boven het podium, twee rijen spots aan de twee zijkanten ervan. In het eerste ‘bedrijf’ schemeren die vooraan en branden ze achterin op volle sterkte. In het tweede ‘bedrijf’ branden alle lampen op volle sterkte, maar zwakken ze dan van achter naar voor langzaam af. Het is een beeld van het leven: beginnen, sterker worden, op een hoogtepunt komen, en weer wegdeemsteren. Het is de lichtinstallatie die de tijd ‘maakt’. De beperkte tijd. De tijd die we hebben.

En dan is er het decor, mee geïnspireerd door Johan Daenen. Losse planken en latten grenzen het podium af vooraan. Midden rechts ligt een hoop okerkleurig gruis. Het wordt nooit aangeraakt. Het ligt er gewoon. Als een memento mori: uit stof zijt ge gemaakt, tot stof zult ge vergaan.

Hoe de spelers dit volhouden, zonder ook maar één keer blijk te geven van zelfbewustzijn, van een besef dat ze bekeken worden, het is me een raadsel. Maar het levert wel een onwaarschijnlijk sterk theaterbeeld op. Artaud revisited. Of Butoh anno 2021. Of gewoon: een meditatie over sterfelijkheid en zinloosheid. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login