Live vanuit de Wetstraat Bert Gabriëls
Wat als... comedians politici waren?
Ze hebben graag het hoogste woord, staan het liefst in de schijnwerpers en zetten de feiten naar hun hand. Wie dacht dat dit de definitie van een komiek was, think again. Het is (misschien nog meer) toepasbaar op het gros van de Belgische politici. Comedian Bert Gabriëls kan het weten want hij werkte drie jaar lang bij het kabinet Asiel & Migratie. Met zijn show ‘Live vanuit de Wetstraat’ levert hij zo empirische onderzoeks-comedy van de bovenste plank.

Ze zijn genoegzaam bekend, de comedians die de politiek instappen, van Zelenski in Oekraïne tot een Beppe Grillo in Italië. Ook Bert Gabriëls maakte (even) de overstap… zij het niet om in de schijnwerpers te staan, maar net achter de schermen te werken. Met een diploma rechten en veel expertise op zak (als voogd van niet begeleide minderjarige asielzoekers) ging hij aan de slag bij het kabinet voor Asiel & Migratie, eerst onder Sammy Mahdi en later onder Nicole De Moor.
Uit al die ervaring een show uit puren kan drie kanten op: of het is een rondje politici bashen of de vuile was uithangen van een kabinet, of een gedegen kritische doorlichting van ons rechtssysteem. Met ‘Live vanuit de Wetstraat’ krijgen we drie keer waar voor ons geld. Maar ook Gabriëls passeert twee keer aan de kassa, zegt hij laconiek bij opkomst: eerst heeft hij goed verdiend als ambtenaar en nu nog eens door verhalen erover te vertellen op het podium. Wie beweert nog dat cultuur niet rendeert?
De draad doorheen zijn betoog, of beter de spinnenspuug is het Kafkaiaanse web dat onze wereld heet.
Gabriels start met enkele gemakkelijke binnenkoppers over de zwarte humor van Theo Francken, de hond van Mahdi en de bril van De Moor. Het is vrolijk wind maken voor de hoge bomen waarop Geert Hoste vroeger een patent had in zijn eindejaarconferences. Bij Gabriëls is het duidelijk maar een opwarmertje voor wat komt. Op scène hangen en liggen witte bollen van diverse grootte, het zet meteen visueel bepaalde zaken in perspectief: als het gaat over het aantal Belgen, niet-Belgen, ambtenaren, asielzoekers of (met enige ‘nuance’) asielzoekende voetballers. Een vergadertafel côté cour symboliseert het ambtenaren bureau.
Van cour naar jardin meandert ook de vertelling van Gabriëls: van de toiletborstel in de vaatwasmachine naar de Roemeense ambassadeur, van de seizoenarbeiders naar voetbaltransfers, van de door werk overstelpte OCMW’s tot de overvolle crèches. De draad doorheen zijn betoog of beter, het spinnenspuug, is het Kafkaiaanse web dat onze wereld heet. De draden van wetten en regels waarin we ons gevangen weten, maar die eigenlijk een leidraad zou moeten vormen voor wat eerlijk, deugdzaam en overzichtelijk is. Dat ons rechtssysteem in wezen goed is, gelooft ook Gabriëls. Alleen zijn er de mazen in het net en de knopen die uit onwil, maar nog vaker uit onkunde of gewoon onbegrip nooit ontward geraken. Als Gabriels de poppenkast van de politiek en het kluwen van ons rechtssysteem fileert, dan is het vooral om ons de schellen van de ogen te laten vallen.
Gabriëls hoeft geen moraalridder te zijn om duidelijk te maken wat we al langer weten: dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken (en al zeker WC borstels), dat zwijgen toestemmen is (in toxische werkomgevingen), dat beslissingen geen oplossingen zijn (ook al denkt de politiek soms van wel), dat de goede verstaander best wel begrip kan opbrengen (ja, ook die stadhuisbeambte in de Vlaamse Rand) en dat het af en toe inzicht verschaft om je in de positie van een ander te verplaatsen (pakweg als het over racistische grappen gaat).
Gabriëls moet geloven: de meeste mensen deugen
Gabriëls grappen zijn cassant maar nooit aanvallend. Meer nog, Gabriëls moet wel geloven dat de meeste mensen deugen, zoals Rutger Bregman schrijft in zijn gelijknamige boek. Of het nu gaat om ministers (gevangen in de spagaat tussen beleid voeren en propaganda), ambtenaren (er zitten ook goed tussen de brulapen en mierenneukers) of het rechtssysteem zelf (naar de letter correct, maar je moet wel heel goed kunnen lezen). ‘Live vanuit de Wetstraat’ wordt daardoor zowaar een pleidooi voor mededogen en -als het even kan- ook burgerlijke ongehoorzaamheid, niet door de wet te overtreden maar door ze net toe te passen zoals ze geschreven is. We garanderen: de nieuwe revolutie start aan de kassa.
Wat als comedians politici waren…? Terwijl de politiek steeds meer neigt naar een klucht, is comedy een serieuze zaak geworden. Het is een complexiteit die Gabriëls met het publiek samen omarmt: terwijl het lachen ons vergaat, kunnen we er ons toch vrolijk om maken.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz