Performance

La Luz de un Lago El Conde de Torrefiel

Verhalen die voor zich spreken

 ‘Alles vergaat’ lijkt de boodschap van ‘La Luz de un Lago’, een voorstelling van het Spaans-Zwitserse duo El Conde de Torrefiel, Tanya Beyeler en Pablo Gisbert. Deze voorstelling stript veel: een speler wordt gestript van zijn charismatische verschijning, verhalen worden uitgekleed, de voorstelling moet het doen zonder lichamen op scène. Toch lijkt de voorstelling ons te willen raken – en slaagt ze daar ook in. Zonder trukendoos. Wat vooral nazindert is hoe fantasie collectief kan zijn.        

Uitgelicht door Ans Van Gasse
La Luz de un Lago
Ans Van Gasse Viernulvier - Minard Schouwburg Gent
26 oktober 2024

De voorstelling begint. Geen spelers, wel een stem en een veelkleurige projectie op een witte achterwand. Een tekst kondigt aan dat we ‘een film’ gaan zien die opgebouwd is uit losse verhalen die ‘niets met elkaar te maken hebben’. Dat is enkel beeldspraak, want wat volgt is een mengvorm: soms projectie, soms beweging, soms een tafereel. Maar geen film. De beslissing om de voorstelling toch als film te omschrijven zit er misschien in dat alles hier gekaderd is, zoals in een film. Twee figuren in zwarte shirts en broeken hangen in elk geval met grote vanzelfsprekendheid een tweede canvas op, vooraan. Ze zouden kunnen doorgaan voor techniekers. Op het canvas: testbeeld. We kunnen beginnen.

Dat doen we met een eerste verhaal. Zonder stem, alleen begeleid door muziek. Een vertelling over twee muziekfanaten in de jaren negentig, die al kletsend ‘Angel’ van Massive Attack analyseren. In de song zien ze eros en thanatos verwikkeld, een verademing voor hen. Ze zijn ervan overtuigd dat deze muziek de wereld zal veranderen. Het zijn dan ook de jaren negentig. Ze zijn nog benieuwd naar de toekomst. ‘Angel’ zwelt intussen aan de meest sensuele manier, terwijl de tekst op veelkleurige pancartes het punt maakt dat seks en dood dicht bij elkaar liggen. In het vervolg van het verhaal gaat het tweetal feesten. De soundtrack schakelt nu over naar harde techno. Het publiek knikt met hoofd en schouders. Het gaat er helemaal in mee. De tekst wijst op het ritme, zegt dat het een hartslag is: 1, 2, 3, 4. Een vraag dringt zich op: is techno escapisme, of maakt het je net meer bewust van je lichaam? Eén muziekfan in het verhaal kust een vrouw en verandert daarmee zijn leven. Net als Massive Attack.

Er is op dat moment al één wonderlijk iets gebeurd. Zonder aanwezigheid van een menselijk lichaam draait mijn inlevingsvermogen al overuren. Ik zié de zweetdruppels, voel het pompen, ervaar zonder dat de tekst daarop doelt een intrige tussen de personages. Er is geen acteur, zelfs geen beeld van een personage. En toch. Is het die opzwepende muziek, of is het de tekst? Elk woord is loepzuiver gekozen, niet alleen om de scène te scheppen. Ook om tot je door te dringen in een ritme dat perfect afgestemd lijkt op hoe je hersenen een wereld opbouwen. De tekst schakelt ook heerlijk: van groot idee naar klein drama en terug. Ze vlecht een netwerk aan personages aan elkaar, en keert daarin steeds terug naar dood en liefde. En, misschien nog wonderlijker: het is héél grappig.

Echt alles keert steeds terug: verdriet, liefde, verbinding. Elk verhaal opnieuw worstelt met sleur en verlangen naar de dood.     

Na die eerste kroniek wordt het tweede canvas, dat een groot stuk karton blijkt, rommelig opgevouwen om plaats te maken voor verschuifbare witte wanden. Tussen en met die wanden mee bewegen twee performers – dit keer ben ik zeker dat het geen techniekers zijn. Ze doen een mimespel dat naar de tekst op de wanden verwijst. Tekst die weer een stem krijgt. Langzaam maar zeker besef je dat de verhalen toch niet ‘niets met elkaar te maken hebben’: dit fragment bouwt voort op het stukje met techno muziek. Zo begint een ingewikkelde mise-en-abyme, waarbij de ‘losse verhalen’ toch op elkaar inhaken. Elk personage duikt weer op in het leven van een ander, als personages in een mozaïekfilm. Daarmee verankeren ze de cyclische natuur van tijd. Echt alles keert steeds terug: verdriet, liefde, verbinding. Elk verhaal opnieuw worstelt met sleur en verlangen naar de dood. Je kust een vrouw en verandert een levensloop, maar uiteindelijk leidt alles weer tot dat ene punt waarop je verdwijnt.

El Conde del Torrefiël, creëert volgens het programma voorstellingen op het snijpunt van theater, performance en storytelling. Die mix leidt tot een herkenbare, eigen vorm, al zijn ze, als makers, onzichtbaar. Het is alsof ze zich verstoppen. Het zijn de verhalen die spreken. Ze beproeven echter ook onze aandacht: hoelang blijft zo’n alternatieve vorm je bezighouden? 15 minuten in stilte kijken naar een figuur die, verstopt onder een hoodie een muur zwart schildert: spannend is het niet. Behalve dan dat tegelijk een aangrijpende tekst geprojecteerd wordt. Daarin lees je een brief die een stervende grootmoeder aan haar transgender kleinkind schrijft. Wanneer de eerste likken verf op het karton schrapen, is die brief nog anekdotisch. Maar net wanneer je gewaarwordt hoe het zwarte canvas ook een zwart gat is in de donkere ruimte, roept ook die brief om een sprong in het niets. Opnieuw ligt dood naast liefde. In het voelen van dat niets, voel je je lichamelijkheid. Ondanks de digitale tekstprojectie. Dit is een voorstelling als een hartslag, waarin het verdwijnen van het ene verhaal het begin van het andere is.

En cours de route zien we verschillende werelden: vissersboten, clubbers, Griekenland in economische crisis of avant-garde kunst in 2060. In vignetten laat El Conde de Torrefiel de wereld aan ons voorbijrollen. Ze maken tijdssprongen en maken even voelbaar hoe snel vooruitgang zichzelf soms voorbijstreeft. Het enige wat in elk verhaal achterblijft, is een gevoel van menselijke doodsangst. Het zwarte gat. Het zijn het soort verhalen, die je het best in bij het de lichtreflecties van een meer beluistert (vandaar de titel: ‘La Luz de un Lago’, het licht van een meer) beluistert. Ze doen me denken het statement van Yuval Harari dat de mens zichzelf verhalen vertelt om de wereld te bevatten en daarmee de vooruitgang van de soort te voorzien. Ook El Conde de Torrefiel lijkt daarvan overtuigd. Ze vertellen ons van alles. Verhalen waarin we onszelf tegenkomen. Verhalen die verbindingen maken. Onderling, maar ook tussen de luisteraars. Uit elk vignet spreekt een donkere eenzaamheid, en de materialen waarmee de performers werken worden met weinig eerbied opgevouwen of weggenomen. Alles vergaat, lijkt de boodschap. En toch zindert bij mij na hoe fantasie collectief kan zijn. Hoe het strippen van een verhaal naar zijn eenvoud ons verplicht om ervan uit te gaan dat wij ons, elk apart, toch hetzelfde voorstellen.      

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login