Performance

Creatures at rest / They call it Idlewild/ Heartscore Alice Van der Wielen - Honinckx / Helen Cammock / Anthony van Gog

Een blik op intimiteit

Verbinding lijkt dit jaar centraal te staan op het performancefestival Playground in Leuven. Zo filtert Alice Van der Wielen-Honinckx met ‘Creatures at rest’ het individuele uit haar voorstelling weg tot er enkel nog verbondenheid tussen de spelers overblijft. Ook ‘Heartscore’, van Anthony van Gog probeert dit thema te bespelen, al is dat op een heel andere manier. Een tweede motief van het festival is de rol van de blik: die van spelers én van toeschouwers. Dat merk je als e  ‘They call it Idlewind’ van Helen Cammock vergelijkt met ‘Creatures at rest’.

Creatures at rest / They call it Idlewild/ Heartscore
Elie Agniel STUK en Museum M, Leuven
In het kader van het Playground Festival
meer info download PDF
20 november 2021

De installatie ‘Creatures at rest’ van Alice Van der Wielen-Honinckx staat in een hal van het museum M Leuven. Een groot, cirkelvormig platform draait er langzaam rond. Af en toe speelt een stukje muziek, in een onherkenbare taal of achterstevoren. Op het podium liggen drie vrouwen op een vilten tapijt. Ze raken elkaar vaak aan, met een hand, arm, been of voet. De verstrengelingen lijken nooit opzettelijk, maar de performers laten de connectie met veel tederheid toe, om er zich dan weer van los te maken. Telkens weer in een continue, trage, vloeiende beweging.

Van der Wielen-Honinckx speelt zowel met de blik van de performers als met die van de toeschouwers. De drie ‘wezens’ kijken noch elkaar noch het publiek aan. Hun blikken staan altijd ergens op oneindig. De blik van de toeschouwer wordt dan weer door de positie van het podium geleid. Het platform staat namelijk in een hal, vlakbij een muur, waardoor het fysiek onmogelijk is om errond te wandelen. Zo word je dus als vanzelf gedwongen om vanuit één punt te kijken: de bewegingen gebeuren voor het publiek. Doordat de blik van de performers – letterlijk en figuurlijk – afwezig lijkt, en die van de toeschouwers gedwongen wordt om te kijken naar de lichamen en hun intimiteit voelt het geheel aan als een toestemming om te staren – zonder voyeurisme.

De ijle blik op oneindig komt op een vrij onverwachte manier ook terug in Helen Cammock’s ‘They Call it Idlewild’. Dit werk is deel van een tentoonstelling in STUK. Het is een videowerk over ‘nietsdoen’. Je hoort Cammock op associatieve toon spreken over hoe je nietsdoen kan opvatten. Bijvoorbeeld hoe hogere maatschappelijke klassen er de lagere van beschuldigen lui te zijn om te verbergen dat ze zelf eigenlijk niet veel doen. Of hoe een visser veel minder vrij is dan een wandelaar in een veld, al lijkt de ene niets te doen, en de andere in een activiteit verwikkeld.

De tekst is boeiend, maar ook met de beeldkeuze gebeurt iets. Ze toont namelijk bijna niets. Wat bewegend gras, binnenruimtes, soms eens een bestelwagen. Af en toe leunen de beelden aan bij de tekst – soms zelfs op een erg melige manier. Maar als toeschouwer voel je dat je ogen zonder focus rusten ergens richting het scherm. Waar je naar kijkt is bijna inhoudsloos, waardoor de tekst net beter binnenkomt. In combinatie met de continue flow aan vrij eenvoudige tekst voelt het even aan als niet veel doen.

Een festival brengt altijd onverwachte thema's bij elkaar

Ook Van der Wielen nodigt uit om niet veel te doen. Er gebeurt ‘weinig’ , er verandert weinig doorheen haar stuk. Het podium draait rond, de wielen piepen, lichamen bewegen naar elkaar toe en van elkaar weg. ‘Creatures at rest’ gaat uren aan een stuk door. Het is dan ook irrelevant wanneer de performance begint of eindigt. Af en toe speelt wat muziek. Na een tijdje staar je zelf naar de performers en lijkt de tijd even trager te gaan. De uitnodiging tot nietsdoen, de rustige blik zonder dwang op geabstraheerde lichamen en het niet tijdsgebonden karakter van de performance zorgen ervoor dat enkel externe afspraken dwingen om te stoppen met kijken.

De performance ‘Heartscore’ van Anthony van Gog is van een heel andere aard. Twee mannen liggen in een amper verlichte kamer. Door twee geluidsinstallaties luisteren beide mannen naar elkaars hartslag, reageren op de interferentie van hun microfoons en de geluidsinstallaties, nemen de poses van toeschouwers over of proberen door allerlei bewegingen of trucjes hun hartslag te controleren. Een technieker past tijdens de voorstelling het licht aan, tot de performers amper zichtbaar zijn. Hij bewerkt ook stiekem het geluid van de hartslagen om de interferentie op te lossen, of vertraagt ze om het einde van de voorstelling aan te geven.

Hoewel het stuk had moeten gaan over de interactie tussen de twee spelers, blijven ze altijd toch ver van elkaar. Ook de hartslagen verbinden hen niet echt, hun snelheden liggen ver uit elkaar. De intimiteit tussen de twee lichamen komt  zo niet echt over. Wat je merkt is vooral hun hoogstpersoonlijke reactie, zowel op de inspanning die ze leveren als op het contact met de toeschouwers. Zo blijft de performance toch beperkt tot de reacties van twee aparte entiteiten.

Van der Wielen-Honinckx pakt het eenvoudiger aan, maar daardoor ook doeltreffender. Door de trage, voorspelbare en continue verstrengelingen van de spelers en de afwezigheid van hun blik lijkt de persoonlijkheid van de performers losgekoppeld van hun lichaam. Het denken en de actie ligt bij de toeschouwer en koppelt zich los van de individuen op het podium. Wie zij afzonderlijk zijn, is niet af te leiden uit hun bewegingen of hun mimiek en is zelfs niet relevant. Hierdoor wordt de intimiteit tussen de verzameling aan ‘wezens’ het onderwerp van de performance, en niet de individuele persoonlijkheden.

Een festival brengt altijd onverwachte thema’s bij elkaar. Zo lijkt het werk van Van der Wielen-Honinckx nog beter te slagen in zijn opzet om intimiteit te onderzoeken dankzij de performance van van Gog, en krijgt de ervaring van de haast willekeurige beelden van ‘They Call it Idlewind’ net meer legitimiteit door de traagheid van ‘Creatures at rest’. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login