Maxhete Mario Barrantes Espinoza
Bananen peuzelen op een kluit aarde
Voor zijn performance ‘Maxhete’ roept de Nicaraguaans-Costa Ricaanse choreograaf Mario Barrantes Espinosa een duister en ritueel universum op, geïnspireerd op Midden-Amerikaanse legendes en verhalen. Dat werkte wellicht in een nachtclub in São Paulo in het holst van de nacht. In Brussel daarentegen, op het plein van de Papenvesttorens, schuurt deze performance pijnlijk aan tegen de concrete realiteit van een roerige buurt. In combinatie met een opeenstapeling van technische mankementen begint ‘Maxhete’ te wankelen, tot er nauwelijks iets overblijft.
Voor een van de lege Papenvesttorens – betonnen woonkazernes uit de jaren 1960 in het centrum van Brussel - ligt een hoopje aarde. In het midden liggen wit geverfde trossen bananen. Techniekers proberen tevergeefs zo’n honderd kaarsen aan de rand van de kluit aan te steken. Zelfs de windbestendige vuurkorven hebben het echter moeilijk om het vuur brandend te houden. Luide beats klinken uit vier boxen. Flikkerende kleurspots moeten het publiek ophitsen.
Net wanneer de wind de laatste kaarsen uitblaast komt Espinoza tergend traag op, begeleid door de snoeiharde Hardgroove-beats van dj Fake Moss/Pierre Bayet. Zijn broek hangt in flarden, zijn blote bovenlijf en zijn haar in klitten is gewit. Deze monsterlijke figuur sleurt moeizaam een lange, vervaarlijke machete mee. Op zijn hoofd pronkt een krans van kaarsen. Uitgedoofde kaarsen wel. Backstage probeerde hij die misschien tevergeefs aan te steken. Dat zou verklaren waarom de voorstelling een kwartier te laat begint. Maar niet getreurd. Meteen plant Espinoza de machete in de trossen bananen. Bloed loopt uit zijn open mond. Het contrast tussen zijn witgeverfde gezicht en de bloedrode mond is angstaanjagend, al helemaal omdat ook zijn ogen enkel uit oogwit lijken te bestaan en afwezig in het niets staren. Espinoza drijft de spanning verder op door aan de punt van zijn machete te likken en een handvol gedoofde kaarsen weer aan te steken. Zijn grimas wisselt even van bovenmenselijke pijn naar masochistisch genot wanneer hij de smeltende was over zijn torso laat lopen.
Desondanks valt de voorstelling daarna plat. Het publiek achter me begint te kletsen. Twee jongere toeschouwers staan plots zelfverzekerd recht en dansen uitbundig op de muziek. Al snel vormt zich een groepje rond hen. Mijn aandacht verslapt. Ik merk dat mijn blik bewonderend afdwaalt naar één van de dansende toeschouwers. Maar Espinoza versaagt niet. Hij hakt verder in de bananenhoop, pompt op zijn buik zijn bekken in de aarde, wrijft zichzelf in met de grond, slaat traag op zijn borst of kauwt op een papje van bananenschillen en modder. Nog steeds met een onbestemde blik en wagenwijd open mond. Tot de zekering springt, de muziek en de lichten uitvallen, en iedereen – licht opgelucht – applaudisseert. Espinoza doet nog even door, duidelijk wat van zijn stuk, maar gaat dan toch af. Net dan springt de muziek terug aan.
Waar liep dit mis? Espinoza bewees zichzelf eerder met zijn intrigerend en boeiende ‘Flesh can’t can’ t not ’t ‘tis flesh h…’. Deze voorstelling is daaraan verwant. ‘Maxhete’ heeft hetzelfde verhakkelde taalgebruik in het programma. De bananentrossen in ‘Maxhete’ herinneren aan het rijpe fruit in die eerdere voorstelling. De choreograaf gebruikt ook nu weer veel metaforen, en brengt ook nu weer geen helder, rechtlijnig verhaal. Dat leidde bij zijn vorige stuk tot sterk uiteenlopende interpretaties bij recensenten. ‘Maxhete’ nodigt echter niet meteen uit tot diepgaande interpretaties. Iets met seks, masochisme, fruit, incantaties, Midden-Amerikaanse legendes en luide muziek?
Theater kan de realiteit nabootsten, maar een rechtstreekse confrontatie ermee vergalt het kijkplezier.
De locatie van de voorstelling verklaart dit falen ten dele. Voor onwetende passanten is de Papenvest een spooksite: de ontruimde sociale woontorens, met hun dichtgelaste ramen hebben een ongure uitstraling. Ze wachten op de sloop om plaats te ruimen voor een gemengd project met minder sociale woningen en meer gewone appartementen. Ondertussen brokkelen de torens rampzalig af. Het project is ook omstreden: al jaren loopt er een juridische strijd tussen de stad en de buurtbewoners over de nieuwe plannen. Toch krioelt de ruimte tussen de torens van leven. De sporthal op de site trekt massa’s jongeren aan; tussen de verlaten gebouwen vinden zowel spelende kinderen als drugsdealers en een hele community van daklozen hun vaste stek.
Filmopnames van de première in São Paulo bewijzen dat de voorstelling wél werkte in een andere setting. ‘Maxhete’ speelde daar tijdens Apolemia, een reeks feesten rond de figuur van DJ Fake Moss met DJ-sets, visuele installaties en live performances. Uit die beelden blijkt de opzet van het stuk heel wat duidelijker. Espinoza danste er onder gemene muziek en luid gejoel in de donkere kelder van een club met een brandende kroon van kaarsen op het hoofd,. De danser riep er met zijn ritualistische mystiek een masochistisch, opwindend legendarisch monster op. Mensen kwamen om te dansen, een performance was een fijne bijkomstigheid maar niet het hoogtepunt van de avond.
Niets daarvan op de Papenvest. Niet alleen omdat de kaarsen maar niet wilden branden. Ongelukkig genoeg had een dakloze zijn matras net die avond onder een inkomluifel schuin achter Espinoza’s speelplek gelegd. De grimmige mystiek kantelde zo naar een bittere tegenstelling. De arme man kwam even meekijken, schrok duidelijk van het spektakel en droop af nog voor de performance echt begon. Theater kan de realiteit nabootsten, maar een rechtstreekse confrontatie ermee vergalt het kijkplezier. Ze maakte het van meet af aan al moeilijk om los te gaan en mee te dansen.
Bovendien is ‘Maxhete’ op zich geen werkelijk sterke performance. De muziek is fantastisch: ze schakelt tussen stille momenten en uitbarstingen die als een onstuitbare stoomtrein vooruit beuken. De sfeer die Espinoza oproept is, mits heel wat verbeelding, ook boeiend. De choreografie daarentegen verveelt. Na een kwartier heb je het gehad met dat likken aan het mes, de mysterieuze blikken en het gekronkel over de hoop aarde. Wat in een nachtclub al dansend, in een staat van euforie, hypnotiserend en opwindend was wordt saai op een pleintje in de vooravond. Met een nuchtere blik wordt de zoveelste opgepeuzelde banaan al snel saai.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz