Performance

I... Cognitive Maps – Chapter 1 Ely Daou

A la recherche de l’espace perdu

Ely Daou verliet zijn geboorteland Libanon in 2012, met een masterdiploma architectuur op zak. In ‘I… Cognitive Maps-Chapter 1’ probeert hij vervagende jeugdherinneringen weer scherp te stellen door de vele appartementen waarin hij tijdens zijn jeugd woonde terug uit te tekenen in plan. Een klein, maar touchant verhaal. De vorm waar Daou zich van bedient blijft echter al te afstandelijk.

I... Cognitive Maps – Chapter 1
Pieter T’Jonck Raffinerie, Molenbeek
Kunstenfestivaldesarts
31 mei 2019

Je zal maar geboren zijn in Beirut tijdens de burgeroorlog. Daou’s ouders hadden hun flat nog maar net ingericht toen een granaatinslag het huis in lichterlaaie zette. De familie had niets meer, behalve een handdoek en de kleren die ze droegen.

Huisvesting was so wie so moeilijk. Het kwam er vaak op neer dat alle nonkels en tantes met hun kinderen, hun hebben en hun houden, terugkeerden naar het huis van hun ouders. Bovendien waren er de periodes waarin je je nauwelijks op straat kon wagen. Dan verbleven de kinderen soms maanden bij de grootouders, terwijl hun ouders thuis zaten.

Daou vertelt het, gezeten aan een overheadprojector. Daarop legt hij het ene na het andere vooraf uitgetekende grondplan van een appartement: dat van zijn grootouders, het eerste appartement van zijn ouders, het tweede, enzovoort. Terwijl hij vertelt, vult hij de ruimtes in met meubels en voorwerpen, naargelang herinneringen zich aandienen.

Af en toe toont hij ook een opname van een skype gesprek met zijn vader, die nog steeds in Beirut woont, en hertrouwde na de dood van zijn vrouw. Die hielp hem blinde vlekken in de plans of de verhalen in te vullen. Hij biedt ook een ander, ouderlijk, perspectief op het verhaal van Daou.

Zo krijg je een uur lang een kleine familiegeschiedenis, met kwade, zelfs zeer kwade momenten, zoals de dood van de moeder, maar ook grappige voorvallen zoals de concurrentie tussen Daou en zijn broer Georges of herinneringen aan de kerstperiode met zijn uitbundige versieringen.

Daou heeft de kunst van het schetsen duidelijk onder de knie. Als de architect die hij is kan hij met een paar lijnen een bankstel, een tapijt, een tafel suggereren. Naarmate de tekening completer wordt krijgt het levenspatroon van de bewoners scherpere contouren. De tekeningen lijken daarin sprekend op schetsen zoals architecten ze maken om klanten te tonen hoe een huis te bewonen valt.

Naarmate de tekening completer wordt krijgt het levenspatroon van de bewoners scherpere contouren.

Met dit verschil dat het Daou dus om iets anders, om de herinneringsarbeid te doen is. Soms faalt dat proces. Van het eerste eigen huis van zijn gezin geeft hij ruiterlijk toe dat hij de indeling van de woonruimte alleen maar op gezag van zijn vader reconstrueerde. Zelf herinnerde hij er zich niets van.

Op een bepaald ogenblik gleden mijn gedachten weg naar mijn eigen herinneringen aan het eerste huis waarin ik woonde. Van de woonkamer herinner ik me ook nagenoeg niets, van de slaapkamer en de speelkamer des te meer.

Maar als ik die herinneringen terug tot leven zou willen wekken, dan zou ik dat, al ben ik zelf architect, wellicht niet, of niet enkel, aan de hand van plannetjes doen, en zeker niet aan de hand van exacte plannetjes waar het meubilair ingetekend wordt. Het zou me meer gaan om kleuren, geuren, wat je zag als je naar buiten keek… Plannetjes zijn een al te afstandelijke, abstracte en gecodeerde manier om naar ruimtes te kijken. Plannetjes zijn, haast altijd, banaal.

Die kleuren en geuren, de zichten en het straatlawaai, ze komen ook voorbij in het verhaal van Daou. Hij doorstreept soms met grote cirkels een ruimte die hij zich niet echt herinnert, toont hoe dicht terrassen van naburige appartementen kwamen of geeft met een rode lijn het bloedspoor aan dat zijn bloedneus trok door de ruimte. Maar die veelbetekenende details duiken altijd slechts op in de rand van de architecturale reconstructie.

Veelzeggend is zijn relaas van de samenzwering tussen hem en zijn moeder, om voor zijn vader te verbergen dat hij rookte als een Turk. Je moet echt wel een architect zijn om dat door een diagram van zichtlijnen te illustreren. Dat is zeker niet hoe hij die momenten beleefde. Die beleving lijkt voortdurend weg te glippen tussen al het schetsen en alle kleine verhalen over grote tegenslagen.

Als Daou op het einde van de voorstelling alle plannetjes op zijn overheadprojector boven elkaar legt, zie je inderdaad een opeenstapeling van banale plattegronden en even banale invullingen ervan. Het is bij wijze van spreken een radiografie van banale levensomstandigheden in een dramatisch tijdsgewricht.

Die radiografie toont uiteindelijk weinig over de concrete beleving van een jeugd die door de burgeroorlog wellicht moeilijk en benauwend was, en met de dood van zijn moeder een smartelijk einde kende. Het verhaal stijgt te zelden boven particuliere details van een stramien uit, al twijfel je dan geen moment aan de waarachtigheid van Daou’s verhaal.

Terwijl die kans wel bestond, en het uitgangspunt daar zeker aanleiding toe gaf. Een auteur als Georges Perec maakte er zijn levenswerk van. Misschien moet Daou bij hem eens te rade gaan. 

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login