The turn of the screw Andrea Breth / Ben Glassberg/De Munt
Het gruwelsprookje van Benjamin Britten
De opera ‘The turn of the screw’ (1954) van Benjamin Britten is een naargeestig verhaal, geïnspireerd op een novelle van Henry James. Een gouvernante krijgt in het voorname Bly House de zorg toevertrouwd over de kinderen Miles en Flora. Al snel vermoedt ze dat die voor haar komst het slachtoffer waren van misbruik door een vroegere bediende, Peter Quint, en een gouvernante, Miss Jessel. Het lijkt erop dat dat stel het huis nog steeds bespookt. Of is dat slechts haar inbeelding? De (verfilmde) enscenering in de Munt laat daarover, in de geest van Henry James, twijfel heersen, in een theatraal en muzikaal uitmuntende interpretatie.

Benjamin Britten schreef met ‘The turn of the
screw’ een opera voor een kamerorkest met slechts 16 solisten. Het is wonderlijk
hoe hij met zulke bescheiden middelen een partituur vol kleur en verrassende combinaties
van instrumenten schreef. De muzikanten verschijnen daarbij niet alleen als
ensemble, maar hebben ook elk hun solomoment, zoals een prachtige hoornsolo of
een ongewone passage voor piano. Er is ook veel slagwerk, maar daar had Britten
dan ook een bijzondere voorliefde voor. De partituur roept zo diverse
stemmingen op, van kinderliederen over dreigende aria’s tot spookachtige passages.
De jonge Britse dirigent Ben Glassberg dirigeert die partituur met verve.
Even opmerkelijk als de muzikale uitvoering is
de bijdrage van scenograaf Raimund Orfeo Voigt. Zijn Bly House is een ruimte vol
schuivende wanden. Zo krijgt de toneelruimte steeds wisselende dieptes. Het
laat een intrigerend spel toe van personages die zich als spoken of geesten even
laten zien en dan weer verdwijnen. Zijn somber kleurenpalet, van donkerblauw tot
zwart, maakt duidelijk dat in dit huis geen straaltje zon te bespeuren valt. Dat
de ruimtes toch tot leven komen is te danken aan de schitterende
lichtarchitectuur van Alexander Koppelman.
Dat strookt helemaal met Andrea Breth’ s
interpretatie van de opera als de verbeelding van een boze droom. De figuren
die over het podium dwalen zijn uiterst geheimzinnig. Of ze nog leven of
schimmen uit het verleden zijn blijft in het midden. Net zo of ze al dan niet
een gevaar zijn. Alle personages worden weliswaar realistisch vertolkt, maar
sommigen lopen wel in slow motion over het toneel. Daardoor baadt de
voorstelling in een sfeer van angst, van onuitgesproken misdaden, van half
vertelde verhalen.
Wie de juiste toedracht wil weten is bij Andrea
Breth aan het verkeerde adres. Het verhaal van de opera gaat over een
gouvernante die geen naam krijgt. Ze gaat in op een vreemd contract. Ze krijgt
de zorg over twee kinderen toevertrouwd door een oom, die ook voogd is. Alleen
mag ze nooit corresponderen met die oom, noch mag ze vragen stellen over de
geschiedenis van het huis. Ze mag de kinderen ook nooit uit het oog verliezen.
Eens ter plaatse stoot ze op een huishoudster die meer schijnt te weten maar zwijgt
en een algehele noodlottige stemming uitdraagt. Al snel blijkt dat de kinderen onder
de invloed staan van de vroegere bediende en gouvernante. Er is het vermoeden
van een affaire, misschien zelfs een moord of misbruik. Zelfs na hun dood
lijken ze nog een duivelse macht uit te oefenen op de kinderen. De nieuwe
gouvernante wil de kinderen daarvan redden. Ze ziet haar optreden als een
gevecht tussen goed en kwaad. Maar ze faalt.
De enscenering van Andrea Breth laat een waas
van geheimzinnigheid zweven over dit verhaal. Ze installeert de dwingende, maar
tegelijk grillige logica van een boosaardig sprookje, dat uitloopt op de
onverwachte zelfmoord van Miles. De bijzondere kracht van haar regie schuilt erin
dat ze , helemaal in de geest van Henry James, het gegeven raadselachtig laat
zijn. Je blijft gissen naar de ware toedracht. Net dat maakt het boeiend. Het spel
van dubbelzinnigheden en suggestie levert een fascinerende voorstelling op.
De vragen blijven immers hangen. Zijn het
spoken die de vrede bedreigen? Gaat het om de inbeelding van een goedgelovige
gouvernante? Het is vreemd: maar de suggestie zonder antwoord is zo bevredigend
dat ik geen verdere antwoorden zoek, al zijn er boeken vol geschreven over wat
James én Britten bedoelden. Mogelijk gaat het inderdaad over thema’s die het spookverhaal
ver te buiten gaan. Is het ook niet een verhaal over de overmoed van opvoeders die
uiteindelijk falen
De opera wordt door een kleine groep zangers verdedigd. Bij de Munt hebben ze
een voorbeeldige rolbezetting samengebracht. De Gouvernante wordt vertolkt door
Sally Matthews die een abonnement op deze rol heeft. Ze heeft een partij vol
lyriek, die ze stralend zingt. Maar ze is even sterk in de dramatische momenten.
Even sterk is de huishoudster Mrs Grose van Carole Wilson. Deze mezzo straalt
een grote autoriteit uit. Elk woord dat ze zingt heeft een gewicht ( en haar articulatie
is een wonder van helderheid). Ze lijkt als personage alles te weten, kan ook
waarschuwen voor gevaar, maar beschermen kan ze niet. De afschrikwekkende personages
van Quint en zijn maîtresse zijn bij Julian Hubbard en Griselle Allen geheimzinnig
en voldoende bedreigend. Zijn ze spoken
of zijn ze slechts een begoocheling (
voor wie? Voor de kinderen of voor de gouvernante?)
Wat deze opera bijzonder maakt is dat ze ook een
paar belangrijke partijen voor kinderen telt. Het meisje Flora is bij Katharina
Bierweiler stout en opstandig, terwijl de Miles van Henri de Beauffort van bij
het begin een belhamel is. Beide rollen worden met veel overtuiging gezongen én
gespeeld.
In deze tijden van corona is de voorstelling met veel feeling gefilmd door Myriam Hoyer. Dat levert een voorstelling op die op alle vlakken bevredigt : zowel van de kant van de componist, de dirigent, de zangers en de regisseuse. Je hebt het gevoel dat alles klopt. Andrea Breth heeft een surrealistische wereld vol vraagtekens met meesterlijke hand geleid.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz