Opera

The turn of the screw Andrea Breth / Ben Glassberg/De Munt

Het gruwelsprookje van Benjamin Britten

De opera ‘The turn of the screw’ (1954) van Benjamin Britten is een naargeestig verhaal, geïnspireerd op een novelle van Henry James. Een gouvernante krijgt in het voorname Bly House de zorg toevertrouwd over de kinderen Miles en Flora. Al snel vermoedt ze dat die voor haar komst het slachtoffer waren van misbruik door een vroegere bediende, Peter Quint, en een gouvernante, Miss Jessel. Het lijkt erop dat dat stel het huis nog steeds bespookt. Of is dat slechts haar inbeelding? De (verfilmde) enscenering in de Munt laat daarover, in de geest van Henry James, twijfel heersen, in een theatraal en muzikaal uitmuntende interpretatie.

Uitgelicht door Johan Thielemans
The turn of the screw
Johan Thielemans De Munt / streaming meer info download PDF
07 mei 2021

Benjamin Britten schreef met ‘The turn of the screw’ een opera voor een kamerorkest met slechts 16 solisten. Het is wonderlijk hoe hij met zulke bescheiden middelen een partituur vol kleur en verrassende combinaties van instrumenten schreef. De muzikanten verschijnen daarbij niet alleen als ensemble, maar hebben ook elk hun solomoment, zoals een prachtige hoornsolo of een ongewone passage voor piano. Er is ook veel slagwerk, maar daar had Britten dan ook een bijzondere voorliefde voor. De partituur roept zo diverse stemmingen op, van kinderliederen over dreigende aria’s tot spookachtige passages. De jonge Britse dirigent Ben Glassberg dirigeert die partituur met verve.

Even opmerkelijk als de muzikale uitvoering is de bijdrage van scenograaf Raimund Orfeo Voigt. Zijn Bly House is een ruimte vol schuivende wanden. Zo krijgt de toneelruimte steeds wisselende dieptes. Het laat een intrigerend spel toe van personages die zich als spoken of geesten even laten zien en dan weer verdwijnen. Zijn somber kleurenpalet, van donkerblauw tot zwart, maakt duidelijk dat in dit huis geen straaltje zon te bespeuren valt. Dat de ruimtes toch tot leven komen is te danken aan de schitterende lichtarchitectuur van Alexander Koppelman.

Dat strookt helemaal met Andrea Breth’ s interpretatie van de opera als de verbeelding van een boze droom. De figuren die over het podium dwalen zijn uiterst geheimzinnig. Of ze nog leven of schimmen uit het verleden zijn blijft in het midden. Net zo of ze al dan niet een gevaar zijn. Alle personages worden weliswaar realistisch vertolkt, maar sommigen lopen wel in slow motion over het toneel. Daardoor baadt de voorstelling in een sfeer van angst, van onuitgesproken misdaden, van half vertelde verhalen.

Wie de juiste toedracht wil weten is bij Andrea Breth aan het verkeerde adres. Het verhaal van de opera gaat over een gouvernante die geen naam krijgt. Ze gaat in op een vreemd contract. Ze krijgt de zorg over twee kinderen toevertrouwd door een oom, die ook voogd is. Alleen mag ze nooit corresponderen met die oom, noch mag ze vragen stellen over de geschiedenis van het huis. Ze mag de kinderen ook nooit uit het oog verliezen. Eens ter plaatse stoot ze op een huishoudster die meer schijnt te weten maar zwijgt en een algehele noodlottige stemming uitdraagt. Al snel blijkt dat de kinderen onder de invloed staan van de vroegere bediende en gouvernante. Er is het vermoeden van een affaire, misschien zelfs een moord of misbruik. Zelfs na hun dood lijken ze nog een duivelse macht uit te oefenen op de kinderen. De nieuwe gouvernante wil de kinderen daarvan redden. Ze ziet haar optreden als een gevecht tussen goed en kwaad. Maar ze faalt.

De enscenering van Andrea Breth laat een waas van geheimzinnigheid zweven over dit verhaal. Ze installeert de dwingende, maar tegelijk grillige logica van een boosaardig sprookje, dat uitloopt op de onverwachte zelfmoord van Miles. De bijzondere kracht van haar regie schuilt erin dat ze , helemaal in de geest van Henry James, het gegeven raadselachtig laat zijn. Je blijft gissen naar de ware toedracht. Net dat maakt het boeiend. Het spel van dubbelzinnigheden en suggestie levert een fascinerende voorstelling op.

De vragen blijven immers hangen. Zijn het spoken die de vrede bedreigen? Gaat het om de inbeelding van een goedgelovige gouvernante? Het is vreemd: maar de suggestie zonder antwoord is zo bevredigend dat ik geen verdere antwoorden zoek, al zijn er boeken vol geschreven over wat James én Britten bedoelden. Mogelijk gaat het inderdaad over thema’s die het spookverhaal ver te buiten gaan. Is het ook niet een verhaal over de overmoed van opvoeders die uiteindelijk falen

De opera wordt door een kleine  groep zangers verdedigd. Bij de Munt hebben ze een voorbeeldige rolbezetting samengebracht. De Gouvernante wordt vertolkt door Sally Matthews die een abonnement op deze rol heeft. Ze heeft een partij vol lyriek, die ze stralend zingt. Maar ze is even sterk in de dramatische momenten. Even sterk is de huishoudster Mrs Grose van Carole Wilson. Deze mezzo straalt een grote autoriteit uit. Elk woord dat ze zingt heeft een gewicht ( en haar articulatie is een wonder van helderheid). Ze lijkt als personage alles te weten, kan ook waarschuwen voor gevaar, maar beschermen kan ze niet. De afschrikwekkende personages van Quint en zijn maîtresse zijn bij Julian Hubbard en Griselle Allen geheimzinnig en  voldoende bedreigend. Zijn ze spoken of zijn ze slechts  een begoocheling ( voor wie? Voor de kinderen of voor de gouvernante?)

Wat deze opera bijzonder maakt is dat ze ook een paar belangrijke partijen voor kinderen telt. Het meisje Flora is bij Katharina Bierweiler stout en opstandig, terwijl de Miles van Henri de Beauffort van bij het begin een belhamel is. Beide rollen worden met veel overtuiging gezongen én gespeeld.

In deze tijden van corona is de voorstelling met veel feeling gefilmd door Myriam Hoyer. Dat levert een voorstelling op die op alle vlakken bevredigt : zowel van de kant van de componist, de dirigent, de zangers en de regisseuse. Je hebt het gevoel dat alles klopt. Andrea Breth heeft een surrealistische wereld vol vraagtekens met meesterlijke hand geleid.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login