Muziektheater

Haugtussa Arne Gabor / Edvard Grieg / Eline Arbo / Thijs van Vuure

Abstracte parabel

De Noorse dichter Arne Gaborg (1851-1924) bepleitte niet alleen een eigen Noorse taal en staat, los van Zweden. In gedichtencycli als ‘Haugtussa’ (1895) drukte hij op symbolistische wijze zijn progressieve inzichten over leven en samenleving uit. Het is een coming of age verhaal van een meisje dat haar eigen weg zoekt in een bekrompen boerengemeenschap. Edvard Grieg zette enkele van die gedichten op muziek. Eline Arbo creëerde rond die liederen en teksten, aangevuld met nieuwe muziek van Thijs van Vuure, een muziektheatervoorstelling voor het Noorse Nationaltheatret. Op de Ruhrtriennale bleek dat ze, ondanks een veelbelovend begin, de valkuil van een abstracte parabel – de achillespees van alle symbolistische kunst – niet kon vermijden.         

Haugtussa
Pieter T’Jonck Jahrhunderthalle, Bochum, in het kader van Ruhrtriënnale 2024
17 september 2024

De Jahrhunderthalle in Bochum is een ongenadige zaal voor theatermakers: mateloos hoog en diep, maar zonder coulissen of een gordijn: alles is open en bloot te zien. Eline Arbo maakt van die zwakte een kracht bij de opening van ‘Haugtussa ‘. Terwijl het publiek binnenkomt valt schemerlicht nog binnen door de daklichten en het raam in de achterwand van de enorme hal. In dat wazige licht zingen zeven performers met ijle stemmen een onbestemd lied. Hun traditionele Noorse kledij – in vele tinten wit – , een intrigerend strijkinstrument, een houten ledikant links en een spinnewiel rechts evoceren een dromerige sfeer van een ver verleden nog voor de voorstelling begonnen is.

Die versmelt haast ongemerkt met de romantiek van een fabriekshal die er al lang werkeloos bij staat. Om het plaatje compleet te maken suggereert rook die vanuit de gebinten naar beneden kringelt een mistig berglandschap. De felle lichtflitsen van een horizontale batterij lichten tegen de achterwand spreken dat dromerige beeld echter tegen en waarschuwen: dit wordt geen zoetsappig verhaal. De piano op een verrijdbaar plateau rechts is nog zo’n element dat de folklore doorbreekt, net als de elf voorlopig mysterieuze stangen die van boven in het gebinte tot op de vloer doorlopen.

De groep heeft het over een bijzonder meisje, Vestemøy (Kjesrti Veterås) : ze roemen haar eigenzinnige zelfbeheersing. Dat blijkt een valse voorstelling, want het meisje daalt net dan vliegensvlug van een vakwerkspant naar beneden en mengt zich met wilde uithalen van armen en benen, als een kwikzilveren wezen, tussen de groep. Die schaart zich als vanzelf rond haar, want zij heeft als geen ander de gave om verhalen te verzinnen en te vertellen. Voor ze zich in het ledikant te slapen legt dist ze zo’n verhaal op over een verdwaalde man die zich door een nimf in de luren laat leggen. Die belooft hem een grote hoeve als hij maar met haar wil trouwen. De volgende ochtend, na het huwelijk, is de hoeve echter verzwonden en blijkt de nimf een toverkol.

Dat verhaal is meer dan couleur locale, want later blijkt dat Arne Garborg zo al in omfloerste woorden de teleurstellingen aankondigt die Vestemøy te wachten staan. Belangrijk in deze scène is vooral dat haar toehoorders zich van haar afkeren bij de slechte afloop van het verhaal. Voor het eerst, maar niet voor het laatst, blijkt deze traditionele gemeenschap een onafhankelijke geest te wantrouwen. Daar dankt ze haar bijnaam Haugtussa, een trollennaam, aan.

Vanaf nu ontwikkelt de vertelling zich als een coming of age verhaal van het meisje binnen een benauwde en benauwende samenleving. Zij staat daar buiten, door haar contact met haar mysterieus overleden zus Lisabeth die haar de gave van de helderziendheid meegeeft en door relaties met de wereld van de Trollen. Die staan haar bij als de vrekkige ‘Trulla van Ås’ (Hanne Skille Reiten) haar en haar verarmde moeder – de vader is ‘verdwenen’ – van hun erf wil verjagen. Het gehuil van de trollen doet de Trulla daarvan afzien: wie zou zo’n spookhuis willen?

Op dat moment lichten de elf stangen op het podium plots voor het eerst, maar niet voor het laatst, op als vurige, flikkerende lichtlijnen. Het is een weinig subtiel teken, eerder een effect, alsof je plots in een fantasy film of een doorsnee rockconcert beland was. Arbo verbeeldt zo nogal stuntelig de subtiele suggestie van de tekst dat het de innerlijke kracht van het meisje is waar de huisbazin voor terugdeinst.

De sterkste scènes van het stuk volgen dan. De piano rolt van rechts naar midden links op het podium. Marita Kjetland Rabben begeleidt vanaf nu op de toetsen het verhaal  van de ontluikende liefde tussen Jon ( Christian Ruud Kallum) en  Vestemøy.terwijl ze samen kudden koeien hoeden. De koe Dokka, die zwanger is van een kalf, staat in de tekst van Gaborg symbool voor de nakende overgang van meisje naar vrouw. Eline Arbo vond daar een mooi beeld voor: de twee geliefden besmeuren elkaar plagerig met melk van de koe. Het verhaal wordt eens zo meeslepend door de vertolking door Adrian Angelico, al dan niet in de rol van de dode zus Lisabeth, van de liederen van Grieg. Die sluiten haast ongemerkt aan bij de aanvullende, deels elektronische score van Thijs van Vuure. Op dat moment is Kjesrti Veterås bijzonder overtuigend. 

Theatraal is het de ééndimensionaliteit van die Trollenkoning een enorm obstakel    

Het verhaal neemt meteen daarna een pijnlijke wending: Jon zwicht is voor de avances van de Trulla die Vestemøy en haar moeder uit hun huis wilde zetten. Van dan af staat Vestemøy alleen met haar donkerste gedachten. De onderwereld van de Trollen staat daarvoor symbool. Haar tegenspeler is nu vooral de Trollenkoning en zijn gevolg, met heel af en toe een verschijning van zus Lisabeth. Die trollen willen haar dan alweer ‘helpen’, maar het is hulp die je liever niet krijgt. Eerst bieden ze aan om de vrekkige Trulla te doden, vervolgens verleiden ze haar om zelfmoord te plegen. Telkens weerstaat Vestemøy dat aanbod: ze weet, door haar zus, dat het beste nog moet komen, hoe somber de zaken er ook uitzien.

Dat is uiteraard een nobele gedachte, maar dramatisch is het een verhaal van bordkarton, al was het maar door de stereotype voorstellingen van de Trollenkoning. Dikke zwarte verf uitsmeren over het podium als een cirkel des doods: hoe saai kan je het maken? Theatraal is het de ééndimensionaliteit van die Trollenkoning een enorm obstakel, want ze biedt geen aanknopingspunt voor enig spel. De wilde uithalen van Vestemøy worden daardoor, anders dan in de scènes met haar geliefde, als lucht-boksen, ijdele en al te voorspelbare tekens.

Al moet daarbij wel vermeld worden dat de zaalopstelling de regisseur hier parten speelde. Haast niemand in het publiek verstond, vermoed ik, Noors. Ik was alvast aangewezen op de Engelse en Duitse vertaling die uiterst links en rechts van het podium verschenen. Het gevolg: ik had twee paar ogen nodig om én de tekst, én de handeling te volgen. De tekst van Gaborg is bovendien poëtische en eerder ouderwetse taal, geen rechttoe, rechtaan theaterdialoog. Je leest dat niet met een half oog. Ik had zo voortdurend het gevoel dat ik ofwel de draad van het verhaal, ofwel het spel miste. Dat zuigt op zich al het leven uit een voorstelling. De gezochte verbeelding van het laatste deel, en de toch eerder simpele slotboodschap persten er het laatste restje uit. Wat restte was een abstracte parabel,, ondanks de onmiskenbare kwaliteit van de performers.          

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login