Dans

New Skin for the Old Ceremony Melih Kıraç/ Tamara Kamola Rashidova

Schaarse tekens, overvloedige herinneringen

Soms hebben performers niet veel nodig om veel te laten gebeuren op het podium. Dat bewijzen choreograaf Melih Kıraç en danseres Tamara Kamola Rashidova in ‘New Skin for the Old Ceremony’. In dit kleine afscheidsritueel brengen dans en bevreemdende muziek een ode aan de vergankelijkheid. Het laat je beseffen dat elk einde ook weer nieuw leven in zich draagt.         

New Skin for the Old Ceremony
Lotte Ogiers Kaaistudio's, Brussel, in het kader van Festival Moussem Cities Istanbul
17 februari 2025

‘New Skin for the Old Ceremony’ kadert in het jaarlijkse festivalprogramma Moussem Cities, een samenwerking tussen Internationaal Kunstencentrum Moussem en andere Brusselse kunsthuizen. Deze editie focust zich op het wervelende Istanbul. Door haar strategische geografische ligging lieten vele culturele en politieke overheersers er hun oog op vallen. Nieuwe symbolen en andere denkkaders drukten niet alleen hun stempel op het stadsbeeld, vele verhalen en talen overspoelden ook het fijnmazige web van steegjes en straten waar nu een rijke, meerstemmige geschiedenis in de stenen gebeiteld is.

Zo gieten Melih Kıraç en Tamara Kamola Rashidova, beiden gevestigd in Istanbul, hun persoonlijke familiegeschiedenis in een ritueel op scène. In het programmaboekje geven de makers mee welke mentale processen je in hun bewegingstaal kan ontdekken. Voor Kıraç waren de geestelijke en fysieke aftakeling van zijn grootmoeder en haar adoptie in de jaren 1930 uit Centraal Anatolië een bron van inspiratie. Rashidova treurt als immigrante over de vervreemding van haar moedertaal. Deze diepgewortelde ervaringen en beelden komen in ‘New Skin for the Old Ceremony’ samen om het over afscheid en herinnering te hebben. Het lijkt zelfs of Rashidova zich een ‘nieuwe huid’ heeft aangemeten. Haar kaki broek en trui ogen zacht en harig, een bijna-dierlijke pels waarop de voorbijgaande tijd haar afdrukken achterliet. Of is het een beschermlaag tegen een vreemde, onontgonnen omgeving?

Tijd en ruimte worden vloeiende begrippen

In een minimalistische performance valt elke weloverwogen regie-en decorkeuze op. Witte stroken van papier bakenen een ‘hok’, een heel kleine speelvloer af. Dat is alles. Tamara Kamola Rashidova danst er middenin. Op een volgestouwd podium zou ik misschien geen acht slaan op het zachte gewapper van het papier. Nu laat dat briesje mij niet los. Het maakt het strak afgebakende vierkant zowel besloten als rekbaar. Tijd en ruimte worden vloeiende begrippen. Ik moet denken aan Leonard Cohen die op zijn plaat ‘New Skin for the Old Ceremony’ zingt: ‘Is this what you wanted/to live in an house that’s haunted/by the ghosts of you and me’. Welke geesten achtervolgen Rashidova? Ze danst alsof er iets aan haar lichaam trekt. Ze strekt haar arm om een beweging te starten, maar houdt hem meteen weer in. Ze is hier en ergens anders. Haar lichaam als bron van herinneringen, als een stad overspoeld en overheerst door verhalen.

Het warme licht maakt van het vierkant een intieme ruimte. Een binnenkamer die zich voor onze ogen ontplooit. De witte stroken papier stralen iets puurs uit. Hier is iets mogelijk. Toch lijkt vooral weemoed te spreken uit de lichaamstaal en de muziek. Onder begeleiding van Akira Rabelais’ muziekstuk met de ellenlange titel ‘1382 Wycliff. Gen. II.7 and Spiride in to the Face of Hym an Entre of Breth of Lijf’ stapt Rashidova minutenlang achteruit. Ik heb het eerst zelfs niet door. Dit vertraagde terugdeinzen, deze gechoreografeerde vervaging, gaat gepaard met de op- en neergaande blik van Rashidova. Waar ze eerst verstrikt was in haar eigen, levende lijf, kijkt ze nu voor het eerst richting het publiek. Haar lijf zwijgt. Ze maakt geen oogcontact, maar laat haar blik ergens rusten boven de hoofden van het publiek. Haar aanwezigheid schuilt niet in haar kijken, maar in haar verdwijnen. ‘Kijk, zo traag, en tegelijk zo snel gaat dat. Verdwijnen,’ lijkt ze te zeggen in deze wederzijdse stilte.

Nu geen trial and error meer, maar een weloverwogen beslissing om de ruimte op te zoeken, mogelijkheden te exploreren.

De experimentele muziek van Rabelais overspoelt deze verstilde actie. De krakende canon van vrouwenstemmen roepen een verdwenen of een verdwijnend leven op. De mysterieuze taal tilt dit vierkant op tot een andere ruimte, een tussenfase, waar leven schemert, sterfelijkheid levend is. In deze minimale non-actie is de performance op haar sterkst. Het pure, natuurlijke karakter van de papieren wanden, Rashidova in haar dierlijke pakje, in combinatie met de bevreemdende klanken van Rabelais verheffen dit langgerekte moment tot een collectieve gewaarwording van vergankelijkheid.  Ik ben me pas bewust van Rashidova’s wegstappen, wanneer het bijna te laat is en ze de achterste witte wanden met haar rug raakt. Dat is hoe vergankelijkheid werkt.

Nog sterker wordt de betekenis van deze gestileerde passen wanneer ik na de voorstelling de mysterieuze titel van het muziekstuk beter leer kennen. ‘1382 Wycliff’ refereert naar de verbanning van de gelijknamige theoloog die als eerste het Oude en Nieuwe Testament in het Engels vertaalde. De Oud-Engelse zin is een citaat uit Gen. II.7 waarin God uit het stof van de aarde een mens schiep. Elk (gedwongen) afscheid houdt nieuw leven in, daar draait het voor Kıraç en Rashidova om.

Het minimalistische karakter van de performance ervaar ik aanvankelijk als de sterkte ervan, maar lijkt me later ook een valkuil. Elke toevoeging, elk nieuw teken, kan de harmonieuze, compacte eenheid verstoren. In een andere voorstelling zou Arvo Pärt’s ‘My Heart’s in the Highlands’ misschien een emotioneel hoogtepunt vormen, maar in ‘New Skin for the Old Ceremony’ voelt het wat te sturend aan in de laatste fase van het ritueel. Misschien omdat de tekst, een gedicht van de Schotse dichter Robert Burns, al zo’n dwingende nostalgie in zich draagt? Misschien omdat op de witte stroken een videoprojectie van een hertje aan de beukende vloedlijn ook nog eens de liedtekst begeleidt? Deze romantische metafoor doet de universele kracht van een onbeschreven blad teniet.  Er is geen ruimte voor je eigen blik.

Rashidova laat het niet aan haar hart komen. Of net wel? Haar dans wordt van dan af beweeglijker, sierlijker. Waar ze in de eerste fase niet in beweging kwam, danst ze nu voluit. Met haar armen gespreid tast ze de ruimte af. Tot ze ‘per ongeluk’ tegen een wit lint stoot. Je hoort de slag op het papier. En nog één. Nog een keer. Nu geen trial and error meer, maar een weloverwogen beslissing om de ruimte op te zoeken, mogelijkheden te exploreren. In deze doorleefde performance draait alles om de witte stroken, die eerst aanvoelen als grenzen, dan als nieuwe fase verschijnen. Dat is het kloppende hart van een ritueel.         

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login