Dans / Performance

Eros Boukje Schweigman & Dox

Ongecontroleerde sensualiteit

Oeroude rituelen liggen aan de oorsprong van dans en theater. Dat zie je weer in de dansvoorstelling ‘Eros’ die de Nederlandse theatermaakster Boukje Schweigman creëerde met DOX, het makershuis en -gezelschap dat focust op jongerencultuur en (urban) dans. ‘Eros’ is een ceremonie. Het is zowel performance als ritueel, sensueel en krachtig. ‘Eros’ overtuigt vooral door de gulle wijze waarop zowel dansers als musici hun energie delen met het publiek. 

Eros
Marina Kaptijn Theaterfestival Boulevard, Den Bosch meer info download PDF
15 augustus 2022

Buiten is het bloedheet. Voor het publiek naar binnen mag klimt performer Ibelisse Guardia Ferragutti, die met Schweigman tekende voor het concept van deze voorstelling, op een tafel. Daar geeft ze als een ceremoniemeester instructies. We krijgen water en een stukje chocola. De chocola is vegan en biologisch, en bevat naast cacao ook hibiscus, blauwe lotus en roos, ‘om te laten smelten en op te kauwen’ als je gezeten bent. En verder: niet praten in de zaal, en niet over het podium lopen.

De dansers gaan ons dan voor in de zaal. Een lage publiekstribune omsluit er de vierkante zwarte dansvloer. Er is een membraan boven gespannen, met een groot rond gat in het midden, een ontwerp van Theun Mosk. Licht dat door het zeil heen schijnt veroorzaakt een magisch effect op de glanzende vloer: het is alsof je maanlicht zag invallen op het water. Percussionisten Frank Rosaly & Katherina Bornefeld versterken het gevoel van een rituele ceremonie met mysterieuze geluiden van klankschalen en andere instrumenten. Ze roepen een sjamanistische sfeer op.

De ceremonie vangt aan met het verzoek om het stukje chocola langzaam en met aandacht te proeven. De smeltende cacao haalt me uit mijn denkmodus door het zintuigelijke van proeven, voelen en ruiken. Nu komen de dansers in beweging. Als spinnen verplaatsen ze zich behoedzaam en traag over de vloer, vloeiend, de benen gespreid, het bekken naar voren, vingertoppen en voeten als uiteinden van tentakels die de vloer aftasten.

Sensualiteit zonder seksuele bijsmaak, het is een van de thema’s waar de makers en de performers het over willen hebben. Twee koppels omhelzen elkaar op de grond, hun  benen zijn in elkaar geschaard. In het schaarse licht kan ik niet meer zien waar de ene vrouw begint en de andere eindigt in de verstrengeling van armen, benen en lange losse haren.

Dat verandert wanneer ze achter elkaar staan in een rij, bijna een treintje. De letterlijkheid van die opstelling en de armbewegingen die wijd als een fontein omhoog reiken en dan weer via het bekken terugkeren naar de aarde, doen denken aan een schoolvoorstelling. Alsof bewegingen en performers steeds opnieuw ‘herboren’ worden, via een koprol terug achter in de rij, of via een handstand en brug als het ware naar voren worden gekiept. Choreografisch geen hoogstandje, wel leuk voor een gymnastiek les.

Opnieuw probeer ik met een andere bril te kijken, ik ben in een ceremonie, niet bij een dansvoorstelling. De muziek die eerst zacht knisperend en galmend op de achtergrond was, komt nu meer aan zet. Het ritme wordt dwingender en  begint de dansers meer te sturen. Steeds sneller worden de golvende bewegingen van de dansers, als een bewegend decoratief patroon van lussen.

Het doet me denken aan de symbolistische boekbandtekeningen die Jan Toorop rond 1900 maakte voor de boeken van Louis Couperus. Couperus zou de hypercorrecte toevoeging in de toelichting bij de voorstelling vast gewaardeerd hebben: ‘De performers van Eros identificeren zich als (biologische) vrouw. Het is gemaakt vanuit de beleving van hun lichaam. We zijn ons ervan bewust dat de beleving van het lichaam en van vrouwelijkheid en mannelijkheid door ieder op zijn/haar/hun eigen manier kan worden ervaren’.

Deze voorstelling gaat niet over correctheid, noch over de romantiek van Couperus, maar is een levensechte viering van de sensualiteit van het vrouwelijk lichaam en van de levensdrift. Dat gebeurt met zoveel overgave dat een beschrijving ervan alleen tekort kan schieten. Toch wil ik hier een poging doen, al was het maar om de iets terug te geven na zoveel generositeit van àlle performers, zowel de musici als de dansers. Elke avond van dit festival, tijdens een hittegolf die alle records verpulverde, leggen Lysanne van Berlo, Fiona Dekkers (deed die avond niet mee), Luana van Eekeren, Ibelisse Guardia Ferragutti, Rosanna ter Steege, en Goda Zukauskaite hun ziel en zaligheid op grenzeloze wijze in dit stuk.

Het respect dat ik voel voor de kracht en de energie die de vrouwen delen met elkaar, en met het publiek, groeit tijdens de voorstelling

Grenzen overschrijden, of het nu gaat om machtsmisbruik binnen werksituaties, of performers die tijdens repetities en voorstellingen over grenzen gaan, is een van de grote thema’s van dit moment. In ‘Eros’ gebeurt dat laatste. Ik zie 2 danseressen over de grens gaan van het gebied waar ze zelf nog controle hebben over wat ze doen, en wat er met hen gebeurt. Zowel in beweging als mentaal gaan ze erover, om vervolgens liefdevol te worden opgevangen, soms letterlijk, door de andere performers.

Het contact tussen de vrouwen, soms in diepe stilte, zoals tijdens een prachtig en breekbaar moment met alle dansers met gesloten ogen, een hand op de buik (doorbroken door een ‘wauw!’ uitroep van iemand uit het publiek die zich niet kon inhouden), en dan weer  met een explosieve energie tijdens hun solo’s, ieder met hun eigen temperament, plus de oprechte zorg voor elkaar overtuigen me ervan dat ik niet naar zomaar een voorstelling kijk.

Dat de bewegingstaal mij choreografisch niet overtuigt, of dat ik weerstand voel tegen ecstatic dance doet er dan ook niet toe. Het respect dat ik voel voor de kracht en de energie die de vrouwen delen met elkaar, en met het publiek, groeit tijdens de voorstelling, en laat me aan het eind van de voorstelling opspringen om lang en hard voor ze te applaudisseren.

Hier wordt de dans, beweging en vooral muziek ingezet om de danseressen in een bepaalde staat te brengen, die op hun beurt ons als publiek meevoeren in een energie die ik gedurende de voorstelling steeds duidelijker kon voelen en me zelf oplaadde. Schweigman verwoordt het op haar website als volgt: ‘We zijn ervan overtuigd dat we meer moeten vertrouwen op de kracht van ons lichaam en de intuïtie’. Deze voorstelling wijst de weg. Het leverde mij in ieder geval een natural high gevoel op - en ik denk niet dat dat door de blauwe lotus komt.

Aan het eind van de avond, na het overdonderend en welverdiend applaus, neemt danseres Ibelisse Guardia Ferragutti nogmaals het woord om het publiek voor het afscheid nog een geschenk te geven: we mogen de vloer op, mits zonder schoenen en ook zonder de muziekinstrumenten aan te raken. Die vloer zindert nog na van alles wat de performers (die avond met 1 danseres minder) in het uur daarvoor gegeven hebben. En dus loop ik, diezelfde ik die aan het begin van de avond moeite had met de biodanza-achtige trekjes van de bewegingstaal, op mijn blote voeten over deze vloer om de echo te voelen van de performance.

Of ik het me nu verbeeld, of nog onder invloed sta van die blauwe lotus in de chocola, ik voel de energie van de dansers en muzikanten nog in de ruimte, en in de vloer. ‘Schweigman& en DOX vieren het vrouwenlichaam’ lees ik in de aankondiging over de voorstelling. Mij raakte vooral de generositeit van de performers. De vraag wat ik ervan vind dat dansers voor de ogen van het publiek hun controle verliezen op toneel tijdens de voorstelling, een ceremonie die zowel performance als ritueel is, daar ben ik nog niet uit. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login