Barsacq prolonge librement ce processus d'exploration poétique et sensorielle que ces trois pièces ont initié à l'époque. Le plateau encore inhabité révèle une scénographie et quelques accessoires annonçant déjà une aventure ludique et sensible, mais c’est par le biais de la créature mythologique féminine du ballet de Nijinski, la grande nymphe, qui est en quelque sorte une allégorie du désir charnel, que Barsacq construit son travail et aborde ces trois œuvres.

À la différence près que ce n'est pas à travers le désir du faune qu'elle observe le personnage de la nymphe, mais à travers le sien. Comme elle le dit si bien sur scène en résumant pour nous ‘L'après-midi d'un faune’: "à la fin, le faune, resté seul, revient se coucher avec l'écharpe oubliée de la nymphe et jouit, mais elle… on ne sait pas si elle jouit ou non ?".

Elle exploite et transforme les 11 minutes de chorégraphie de Nijinski pour créer sa propre interprétation dans une création qui laisse place et liberté au désir féminin, à la sensualité et à la sororité en interrogeant l’érotisme, le fantasme, la multiplicité de l'identité féminine ou queer. En mettant ces trois œuvres en abyme, elle fait évoluer cet héritage vers des réflexions contemporaines.

En termes de mouvements et de propositions visuelles, on retiendra un magnifique duo avec sa partenaire Marta Capaccioli inspiré du duo érotique du faune et de la grande nymphe du ballet atypique de Nijinski. Des positions romantiques aux jeux de pouvoir, en passant par des épaulements dramatiques, des bras lascifs et des têtes rejetées en arrière inspirés des figures antiques et archéologiques, c’est de l’art nouveau en mouvement qui se dessine sous nos yeux.

De manière ludique, presque enfantine, la subversion est toujours présente

Lorsqu'elles prennent des attitudes ambiguës, adoptant simultanément les rôles de muses et de créatrices, de regardeuses et de regardées, jouant entre fantasme et réalité, on se rend compte que, de manière ludique, presque enfantine, la subversion est toujours présente.

À plusieurs égards, la chorégraphe fait revivre la légèreté et la rêverie de ces trois œuvres. Barsacq a cette qualité de savoir entremêler habilement et avec justesse la danse, la musique, la parole, la vidéo, l'animation, la scénographie, les costumes et la lumière. Elle offre également un véritable rôle aux acteurs de ces médiums, qu'ils soient physiquement présents sur scène ou non.

En 2019, dans ‘IDA don't cry me love’, Barsacq et ses interprètes imaginaient, incarnaient et célébraient une femme qui a existé, la danseuse des Ballets Russes Ida Rubinstein. Dans ‘La Grande Nymphe’ la chorégraphe et son alter ego Marta Capaccioli fusionnent avec une femme imaginaire qui, en quelque sorte, représente toutes les femmes, leur permettant de mieux les explorer dans leur universalité et dans leur multiplicité.

“Ces nymphes, je les veux perpétuer” déclare Mallarmé en ouverture de son poème. Toujours avec humour, elles laissent leur désir incarner ces personnages imaginaires de nymphes. Définitivement féministes, elles se déclarent nymphes messieurs, nymphes bavardes, poilues, camouflages, reptiliennes, timides, alcooliques ou nymphes de la nuit. Et nous, quelles nymphes sommes-nous ? Pouvons-nous être aussi libres qu’elles ? Existe-t-il un Safe Space pour révéler nos besoins et nos désirs ?

Le ‘Prélude à l'après-midi d'un faune’ de Debussy était initialement prévu en trois parties : Prélude, Interludes et Paraphrase finale, avant que Debussy ne réunisse ces trois moments initialement distincts en un seul prélude. ‘La grande Nymphe' semble faire écho à cette structure qui souligne la dimension onirique, mais qui, par sa concentration, se révèle aussi troublante que séduisante.

‘La Grande Nymphe' possède également la qualité de la musique de Debussy, dont la fluidité et la légèreté donnent à la composition un caractère improvisé. C'est sans doute pour cette raison que certains passages du spectacle semblent glisser “comme sur des roulettes” et nous échapper.

Le travail de Lara Barsacq est toujours intelligent, sensible, loufoque et hautement documenté. Si ‘La Grande Nymphe’ ne manque ni de panache ni d'imagination, la concentration dramatique, au sens des innombrables liens que la chorégraphe parvient à tisser entre les différentes composantes des trois œuvres pour créer la sienne propre, est si riche qu'elle en devient presque vertigineuse. Aucun doute, en montrant toute sa richesse, la grande nymphe révèle aussi toute sa vulnérabilité.

NL vertaling

La Grande Nymphe', een prelude op sensualiteit en fantasie, is het nieuwste werk van Lara Barsacq, die voor het eerst op het Kunstenfestival wordt gepresenteerd. De vroege jaren 1900 zijn de voorkeursperiode van de choreografe qua onderzoek en reflectie. 'La Grande Nymphe' treedt in de voetsporen van Mallarmé's 'L'après-midi d'un faune' (1876), dat Debussy's 'Prélude à l'après-midi d'un faune' (1894) en Nijinsky's L'après-midi d'un faune (1912) inspireerde.

Barsacq zet ongedwongen het proces van poëtische en zintuiglijke verkenning verder dat deze drie stukken destijds in gang zetten. Het nog onbevolkte toneel onthult een scenografie en een paar accessoires die al een speels en gevoelig avontuur aankondigen, maar het is via het vrouwelijke mythologische wezen van Nijinsky's ballet, de grote nimf, die in zekere zin een allegorie is van vleselijk verlangen, dat Barsacq zijn werk construeert en deze drie werken benadert.

Het verschil is dat zij het personage van de nimf niet benadert door de lens van het verlangen van de faun, maar door haar eigen verlangen. Zoals ze op de scène zo mooi zegt als ze "L'après-midi d'un faune" voor ons samenvat: "aan het eind legt de faun, die alleen achterbleef zich te rusten met de sjaal die de nimf vergat en geniet ervan, maar zij... wij weten niet of zij geniet of niet...".

Ze exploiteert en transformeert de 11 minuten van Nijinsky's choreografie om haar eigen interpretatie te creëren in een creatie die ruimte en vrijheid laat voor vrouwelijk verlangen, sensualiteit en zusterschap door erotiek, fantasie en de veelheid van vrouwelijke of queer identiteit in vraag te stellen. Door deze drie werken in elkaars verlengde te plaatsen, laat zij dit erfgoed evolueren naar hedendaagse reflecties.

Qua bewegingen en visuele opzet blijft vooral een prachtig duet met haar partner Marta Capaccioli in de herinnering. Het is geïnspireerd op het erotische duet van de faun en de grote nimf uit het atypische ballet van Nijinsky. Het gaat van romantische posities tot machtsspelletjes, met dramatische schouderbewegingen, wulpse armen en achterwaarts zwiepende hoofden, geïnspireerd op oude en archeologische figuren. Zo komt art nouveau kunst onder onze ogen in beweging. 

Wanneer ze dubbelzinnige houdingen aannemen, tegelijkertijd muze en schepper, kijker en bekekene, spelend op de grens tussen fantasie en werkelijkheid, beseffen we dat er op een speelse, bijna kinderlijke manier altijd sprake is van subversie.

De choreografe doet in veel opzichten de lichtheid en de mijmering van deze drie werken herleven. Barsacq weet dans, muziek, spraak, video, animatie, decorontwerp, kostuums en belichting vakkundig en nauwkeurig met elkaar te verweven. Ze geeft ook een echte rol aan de uitvoerders van deze media, of ze nu fysiek aanwezig zijn op de scène of niet.

In 2019 verbeeldden, belichaamden en vierden Barsacq en haar performers in 'IDA don't cry me love' een vrouw die echt bestaan heeft, de Ballets Russes danseres Ida Rubinstein. In 'La Grande Nymphe' versmelten de choreografe en haar alter ego Marta Capaccioli tot een denkbeeldige vrouw die in zekere zin alle vrouwen vertegenwoordigt. dat laat hen toe ze beter te verkennen in hun universaliteit en veelheid.

'Ik wil deze nimfen bestendigen', zegt Mallarmé in de opening van zijn gedicht. Altijd met humor, laten ze hun verlangen deze denkbeeldige nimfenfiguren belichamen. Resoluut feministisch verklaren ze zich tot nimfen, heren, praatgrage nimfen, harige nimfen, camouflagenimfen, reptielnimfen, verlegen nimfen, alcoholische nimfen of nachtnimfen. En welke nimfen zijn wij? Kunnen wij net zo vrij zijn als zij? Is er een Veilige Ruimte om onze behoeften en verlangens te onthullen?

Debussy's 'Prélude à l'après-midi d'un faune' was oorspronkelijk bedoeld in drie delen: 'Prelude', 'Interludes' en 'Paraphrase final' tot Debussy deze drie oorspronkelijk afzonderlijke momenten samenvoegde tot één prelude. La grande Nymphe' lijkt deze structuur te volgen, die de droomachtige dimensie benadrukt, maar die door zijn concentratie even verontrustend als verleidelijk blijkt te zijn.

La Grande Nymphe' heeft ook de kwaliteit van de muziek van Debussy, die door zijn soepelheid en lichtheid de compositie een improvisatorisch karakter geeft. Het is waarschijnlijk daarom dat sommige passages in de uitvoering 'op wieltjes' lijken te lopen en ons ontglippen.

Het werk van Lara Barsacq is altijd intelligent, gevoelig, maf en uitstekend gedocumenteerd. Hoewel het 'La Grande Nymphe' noch aan panache noch aan fantasie ontbreekt, is de dramatische concentratie, met name de talloze verbindingen die de choreografe construeert tussen de verschillende onderdelen van de drie werken om haar eigen werk te creëren, zo rijk dat het bijna duizelingwekkend wordt. Het lijdt geen twijfel dat de grote nimf met al haar rijkdom ook al haar kwetsbaarheid blootlegt.