Dans / Performance

Curva Cieca Muna Mussie

Het zelfbeeld waarop we ons blind staren

‘Curva Cieca’, Italiaans voor ‘Blinde bocht’ was één van de revelaties op het 'Almost Summer' Festival in Buda Kortrijk. Dit stuk van de Italiaans-Eritrese Muna Mussie is een ongewoon subtiele reflectie op wat taal, en de beelden die erin besloten liggen, betekenen voor het beeld dat we van onszelf hebben.

Uitgelicht door Pieter T’Jonck
Curva Cieca
Pieter T’Jonck Budascoop Kortrijk, in het kader van het 'Almost Summer' festival meer info download PDF
17 juni 2022

Een merkwaardig geklede vrouw spant een fluorescerende groene draad over het podium van links naar rechts. Ze draagt een witte plissé broekrok en een witte mouwloze bloes, als een tennisser uit vervlogen tijden, met daarboven een zuiver wit masker. Ook op haar achterhoofd zit zo’n masker, al is daarvan is een hoek zwart geverfd. Een dikke streng gevlochten, fluo-groene draden, en soort nep dreadlocks, scheidt beide maskers. Alles wit en fluo, en toch is de vrouw, als je afgaat op haar benen, blote voeten of armen, onmiskenbaar zwart.

Dat dubbele masker schept een vreemd lichaamsbeeld. Je herkent natuurlijk de voor- en de rugzijde van dat lichaam, maar toch fopt dat masker op het achterhoofd je elke keer weer. Ambigu is ook het nadrukkelijke wit, van de maskers en van de kledij. Die uiterlijke tekens van West-Europese, ouderwetse, burgerlijkheid negeren als het ware het zwarte lichaam .

Het deed me haast meteen denken aan een probleem waar veel zwarte mensen, vooral kinderen, mee worstelen: ze hebben geen beelden om zich mee te identificeren in onze samenleving. Er zijn, om maar iets te zeggen, geen zwarte kinderpoppen, of toch nauwelijks. Er zijn geen zwarte helden en heldinnen in kleuterboekjes, of toch nauwelijks. Maar het witte gezicht is natuurlijk ook een ironische omkering van de ‘black face’ traditie: witte mensen die hun gezicht zwart maken om zwarte mensen uit te beelden.

Op de achtergrond start nu een film. Die begint met een vraag: ‘Als ik mijn ogen sluit en ik probeer te bepalen wat mijn beeld is, wat zie ik dan?’ Je hoort het een vrouw zeggen, in het Italiaans, terwijl een groen tijdsbalkje als in een Youtube filmpje, van links naar rechts over het scherm loopt, met daaronder de Engelse vertaling. Het tijdslijntje legt meteen een verband met de groene draad die over het podium gespannen werd.

Vervolgens zie je vanuit één enkel topshot hoe twee zwarte handen bladeren door een boek dat de Tigrinya taal en het Ge’ez alfabet uitlegt voor kinderen. Tigrinya is een semitische taal die behoort tot de groep talen die in Eritrea en Ethiopië gesproken worden, zoals ook het Amhaars. Dat het een schoolboek is leid ik af uit de wat naïeve afbeeldingen van een schaap, een klok, een hond, een vis, een hen of een boek die telkens één letter illustreren.

Een mannenstem (Filmon Yemane) licht het allemaal toe in het Italiaans. Hij legt uit dat het Ge’ez alfabet net als het onze syllabisch werkt, en niet gebaseerd is op beelden, zoals het Chinese. Bij elke letter en elke afbeelding associeert hij verder. Hij haalt allerlei uitdrukkingen aan waarin een letter of een woord opduikt. Die verschijnen ook in beeld, zodat je vertrouwd raakt met dit schrift dat ergens tussen Hebreeuws en Grieks hangt. Boeiend wordt het vooral als de stem uitweidt over het eigene van het Tigrinya, over inzichten die ingebakken zijn in woorden, beelden en letterbeelden. Geregeld verschijnt daarbij weer een groen tijdbalkje onderaan het scherm, boven de Engelse vertaling.

Uitgepuurd en sober qua middelen, maar ongewoon precies en sierlijk in de uitvoering

De danseres voegt ondertussen, op haar manier, heel wat toe aan wat de stem meegeeft. Eerst tekent ze met een hoogst sierlijke, beweeglijke vinger kronkels, als letters uit in de lucht. Later laat ze, op haar knieën, haar armen vliegensvlug fladderen rond haar middel. Net dan raakt het onderscheid tussen haar voor- en achterkant helemaal zoek. Ze brengt ook kleine voorwerpen zoals een kluwen groene draden, een lichtende bal, een radiootje of rubberballetjes het podium op.

Zo ontstaat een dialoog tussen podium en scherm rond de vraag hoe taal en zelfbeeld op elkaar ingrijpen. Dat je zelfbeeld niet per se visueel van aard hoeft te zijn ontdek je als de stem in de film plots zegt dat hij al als kind blind werd, en daardoor op andere zintuigen dan het gezicht moet terugvallen om zich een idee van zichzelf te vormen.

Ook het spel met de maskers suggereert dat een zelfbeeld veel meer is dan een louter visueel beeld. Hoe je als zwarte mens in een witte samenleving misschien wel op je huidskleur aangekeken wordt maar tegelijk weinig aangereikt krijgt om je zelfbeeld op te bouwen. Hoe leven in twee erg verschillende talen en denkwerelden ­ Italiaans en Tigrinya ­ dat verder bemoeilijkt.

De vraag naar een zelfbeeld komt op het einde van de film expliciet terug. Het groene tijdbalkje begint dan te kronkelen, als een grafiek die over het scherm loopt. Het gaat nu over de relaties tussen woorden als ‘beeld’, gelijkenis’ en ‘zelfbeeld’ in het Tigrinya. Die taal geeft nadrukkelijk aan dat ons ‘zelfbeeld’ gedragen wordt door het beeld van anderen en door taalbeelden. Dat wat we ‘zelf’ noemen dus helemaal niet zo eigen is.

Het zelfbeeld; concludeert de film, is niet alleen wat we zien in de spiegel, maar bijvoorbeeld ook wat anderen over ons zeggen of wat we ons herinneren. Voor de blinde verteller is dat heel belangrijk: zijn zelfbeeld is helemaal een constructie, want hij moet uitsluitend voortgaan op wat hij hoort, voelt en zich herinnert.

‘Curva Cieca’ is niet gemakkelijk te volgen als je geen Italiaans kent. Je bent dan aangewezen op de Engelse ondertiteling bij de film, maar het is haast onbegonnen werk om én de intrigerende danseres te volgen én de tekst te lezen (en mentaal te vertalen) én te kijken naar de lettertekens en tekeningen op het scherm én alle verbanden te leggen tussen podium en scherm.

Maar zelfs dan treft deze voorstelling door het raffinement van zowel de live vertolking als de film. Beide zijn uitgepuurd en sober qua middelen, maar ongewoon precies en sierlijk in de uitvoering. Het maakte me in elk geval nieuwsgierig naar ander werk van Muna Mussie.

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login