Crowd #2 rewritten with OBV Gisèle Vienne / OBV
De rave party van OBV
‘Crowd’, een werk van de Frans-Oostenrijkse choreografe Gisèle Vienne uit 2017, was een vervreemdende evocatie van rave parties met vijftien dansers. De choreografie kreeg al snel een een iconische status. Vandaag herneemt ze dat werk met de dansers van Opera Ballet Vlaanderen. Omdat de voorstelling destijds al sterk bepaald werd door de persoonlijkheden van haar dansers sneed ze het materiaal ook nu weer, met de hulp van vijf medewerkers, toe op de dansers van OBV. Vandaar de ‘#2’ in de titel ‘Crowd #2 rewritten with OBV’. De innige samenwerking loonde.

Vienne werkte met techno-muziek die je in de jaren 1990 hoorde in de Berlijnse clubscene. Vienne kent die rave parties van binnenuit. In haar choreografie voerde ze echter een radicale vervreemding door: ze liet de jonge feestvierders vertraagd bewegen op onder meer Amerikaanse en Duitse techno muziek. Ook ‘Crowd #2, rewritten with OBV’ dompelt het publiek onder in luide, agressieve techno-muziek uit de jaren negentig van de vorige eeuw. Zo is er muziek van de Amerikaanse groep Underground Resistance met zijn Detroit sound of zijn ‘High-Tech Funk’, en van de Duitse band ‘Sun Electric’. Deze groep uit Berlijn had een grote invloed binnen techno, ambient en trance. Ze noemden hun muziek ‘intelligent dance music’ vanwege het meer experimentele karakter van hun muziek. Wikipedia spreekt van ‘braindance’. Vienne koos de nummers in 2017 met componist Peter Rehberg (die overleed in 2021).
Anderhalf uur wordt de toeschouwer in ‘Crowd’ bedolven onder massa’s geluid. De muziek bevat twee lagen: een deel is gebaseerd op ritme, terwijl alles overspoeld wordt door lang gerekte pedaalnoten, bijna in tegenspraak met wat je van dansmuziek verwacht. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de dansers zeer zelfstandig en vrij bewegen binnen een eigen tijdsstructuur, die relatief los staat van de muziek.
Choreografe Gisèle Vienne schiep een concrete situatie: we bevinden ons op een terrein waar er net gefeest is. De vloer zit onder de turf – een verwijzing naar de grond die Pina Bausch gebruikte voor haar ‘Sacre du Printemps’. Eigenzinnig priemen strijklichten (een lichtontwerp van Patrick Rou en Samuel Rosière) door deze lege, donkere, onvriendelijke ruimte. Langzaam duiken daarin gestaltes op. De eerste danser draagt een gouden kostuum en schijnt een groep feestneuzen te leiden. Ieders bewegingen zijn vertraagd. De tijd wordt uitgetrokken. Slechts op een paar momenten wordt deze conventie doorbroken: dan stormen de twintig dansers door elkaar, driftig, agressief. Maar na die energie-uitbarstingen domineert het traag bewegen weer.
Zo is ‘Crowd’ eerst een technische beleving. De toeschouwer voelt de fysieke inspanning van elke danser. Dat de bewegingen sterk gecontroleerd zijn, en dat er met veel discipline samen wordt geageerd, levert een meeslepend gebeuren op. Je ziet de kuitspieren zich spannen en ontspannen bij elke trage stap. Vooral de aangehouden inspanning wekt bewondering op.
Naast dat puur formele gebeuren heeft ‘Crowd’ ook een sterke menselijke lading. Hier komen mensen samen om plezier te maken. Ze gaan zich te buiten aan sterke drank, sommigen tot ze bijna braken. Je merkt dat elke danser een eigen verhaal heeft. Er is veel eenzaamheid naast vele pogingen om contact te maken. Zo ben je getuige van een bundel kleine verhalen die enkel geschetst worden. Ze hebben geen begin noch einde. Alleen de danser heeft dat hele verhaal voor zichzelf uitgemaakt, en laat ons slechts een fragment van zijn leven zien. Het is bijzonder hoe sterk elke danseres of danser volledig in haar of zijn personage opgaat. Het is een indrukwekkende oefening in ‘aanwezig zijn’.
Intens kijken verandert onze kennis van de realiteit. De traagheid leert ons een groep mensen kennen.
Het repertoire van de gebaren sluit niet aan bij een bekende danscode. Elk gebaar zou – aan het juiste tempo- sterk realistisch zijn. Hier wordt een alledaagse armzwaai een evenement .Deze choreografie van Vienne is een fascinerende paradox: ze verheft het banale naar een ander vlak. Intens kijken verandert onze kennis van de realiteit. De traagheid leert ons een groep mensen kennen. Vienne heeft ook een sterk gevoel voor het gebruik van de ruimte. Ze zet zo alle dimensies van het toneel soepel in. Traag vormen zich groepen, traag trekt iemand zich in een verre hoek terug.
Daar er twintig mensen deze ‘Crowd’ vormen kom je als toeschouwer ogen tekort om alle anekdotes te zien. Enkele beelden blijven wel sterk hangen. Een donkere jonge man, die agressie uitstraalt, ziet een tegenstrever traag naderen. Als toeschouwer weet je niet wat er gaat gebeuren: je ziet een gezicht vol spanning met iets dat zowel geweld als aantrekkingskracht kan uitdrukken. Omdat de naderende stappen heel veel tijd vragen, blijf je zelf met spanning volgen om te weten hoe dit conflict afloopt.
Er is een breed gamma aan emoties: er is veel verlangen, veel aan- en afstoting. Er vormen zich koppels, waarbij zowel meisjes als jongens hartstochtelijk kussen. Maar dat men elkaar vindt, blijkt slechts goed voor een vluchtig moment. Even later dwalen de man of de vrouw weer wat doelloos rond. Een beeld blijft nazinderen bij mij. Op zeker ogenblik gaat er een meisje op het voorplan staan. Ze staart minutenlang roerloos, met een wat afwezige, droeve blik voor zich uit. Ze is absoluut het tegengestelde van een fuifbeest. Als ze dan toch in beweging komt, stort ze in elkaar. Welk innerlijk drama heb je gemist? Totale stilstand is zo fascinerend als bewegen.
Het einde van de voorstelling is voorspelbaar: de groep verdwijnt in de nacht, zoals ze gekomen is. Dit was geen vrolijk feest, wel een samenzijn zonder climax of ontlading. Had ik graag aan dit feestje deelgenomen? Nee, maar de paradox is dat ik wel helemaal meegenomen werd door deze dansvorstelling. Als het licht dooft, kunnen mijn oren ook tot rust komen.
Voor OBV is dit weer een bewijs van de kwaliteit van het balletgezelschap. Het is een groep dansers die soepel van de ene stijl naar de andere overschakelt. Ze staan klaar om het beste van zichzelf te geven bij elke persoonlijke woordenschat van een choreograaf. Bij deze ‘Crowd #2 rewritten with OBV’ levert elke danser zo’n sterke bijdrage dat Gisèle Vienne fier kan zijn op het resultaat.
Naar verluidt was er bij de première in Gent even paniek onder de dansers doordat er iets fout liep met de muziekscore. Het gezelschap improviseerde echter dapper tot de juiste muziek uit de luidsprekers kwam. Ze hadden zich de taal van deze choreografie zo eigen gemaakt dat ze er op eigen houtje mee konden doorgaan, zonder dat het publiek ook maar iets merkte van dat heikele moment. Waar de balletgroep uitzonderlijk excelleerde, hebben we dan, in wezen, gemist. Schitterend toch.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz