Dans / Ballet

Choreolab / What you are about to see Opera Ballet Vlaanderen

Afwisselend / Wisselvallig

‘Choreolab’ is een programma van Opera Ballet Vlaanderen dat dansers van het gezelschap de kans geeft om hun eigen choreografische werk aan het publiek te tonen. Dat leverde eerder al mooie momenten op, maar de oogst van de meest recente editie, genoemd naar het laatste stuk van de avond, is wat teleurstellend. De formule lijkt aan herziening toe. Allison McGuire redt de avond toch met haar solo ’Hadal Zone’.        

Choreolab / What you are about to see
Pieter T’Jonck Opera Antwerpen
06 november 2025

Twee korte stukken experimenteren op deze avond met de verhouding tussen theater of verhaal en zuivere dans. ‘and I’ll bring you flowers’ van Charles Antoni slaagt daar het best in. Het decor suggereert een kamer met twee witte wanden, de ene met een deuropening, de andere met een raamopening. Daar hangen vijf mensen in oubollig-burgerlijke kledij rond. Een zesde figuur dwaalt in de buitenruimte, onder het licht van feloranje straatlampen. Na elkaar krijgen vooral de vrouwen in de kamer – Louiza Avraam, Lara Fransen en Ester Perez – het behoorlijk op hun heupen, elk op hun manier. Ze zoeken nu eens hun toevlucht bij Philippe Lens, dan weer bij eerst afzijdige, later hyperkinetische Saul Vega Mendoza. Perez steelt hier de show als de verkrampte vrouw die plots alle remmingen verliest, keer op keer omkukelt maar ook telkens weer opveert om uitbundig te feesten. Er zit interessant materiaal in dit stuk, maar je krijgt toch de indruk dat dit een eerste schets is, een verzameling ideeën die wacht op doorwerking.

Het was niet het enige stuk van deze avond die zo’n wat onaffe indruk gaf. ‘Figures in flight’ van Shane Urton verweeft, volgens de maker, het verhaal van Ikaros, die neerstort als hij de zon te dicht nadert met zijn vleugels van was, met de beeldtaal van Panamarenko. Afgezien van een mooie openingsvondst – een figuur die ijzingwekkend traag naar beneden komt vanuit de toneeltoren – verloor dit stuk zich echter in al te veel beeldenkramerij, zonder werkelijk een punt te maken.

‘.Zero’ van Louiza Avraam was dan weer wel een niet onverdienstelijke poging om de aantrekkingskracht van zuiver abstracte, monochrome schilderijen te vertalen naar een dansvoorstelling. De titel verwijst zo (misschien onbewust) ook naar de ZERO beweging van het einde van de jaren 1950. Een zuiver wit doek dat in de loop van het stuk langzaam omhoogkomt is daarom het ankerpunt van de voorstelling.

Zes dansers duiken in de verder donkere scèneruimte op door een slim lichtontwerp van Caroline Mathieu. Ze doen aanvankelijk elk hun ding, tot er zich collectieve figuren gaan aftekenen, soms unisono, soms in spiegelbeeld. De danstaal is verwant aan de vloeiende bewegingstaal van een Sidi Larbi Cherkaoui. Dat merk je vooral bij het duet dat zich afspeelt voor het ‘schilderdoek’, eens dat van de grond gekomen is. Meteen daarop dwingt de naar techno zwemende muziek van Marc Strobel de groep in een collectieve, ritmische figuur.

‘.Zero’ is zo best aardig om te zien, maar mist in de ontwikkeling van de dans toch scherpte. Avraam maakt ook niet duidelijk hoe haar choreografie verband zou houden met het oeuvre van Yves Klein, Kazimir Malevitsj of Lucio Fontana, de schilders die ze als haar inspiratiebronnen vermeldt. De voorstelling blijft zo vooral een demonstratie van de aantrekkingskracht die dans op zich uitoefent. Abstract of niet.

In een clownsnummer telt elke seconde, elk detail als je mensen aan het lachen wil krijgen.

Uitsmijter van de avond was een ‘What you are about to see’ van choreografe Ana Maria Lucaciu, die ook hoofd is van de dansrepetitoren bij OBV. Ze vertrok van een aantrekkelijk idee: clownerie kruisen met dans/ballet. Het recept: een show wordt met veel bombarie aangekondigd, maar daarna loopt alles in het honderd. Austin Meiteen is de MC van dienst. Hij repeteert nerveus zijn welkomstwoord, en stapt dan het podium op waar elf andere dansers hem opwachten voor ‘Assepoester, robotmoordenares van de Apocalyps’.

Het gaat al meteen fout als de robot defect blijkt. Even later komt het bericht dat de hond die Meiteen aankondigde geëlektrocuteerd werd. Van arren moede zetten de dansers dan een nogal chaotische choreografie in op ‘Take 5’ van Dave Brubeck. Op de achtergrond kijkt een hert op een achtergronddoek toe. Niet veel later zakt dat doek echter ook in en valt een lamp naar beneden. Het komt toch allemaal goed als een tweede take van ‘Take 5’ wel coherente dans oplevert.

Het is zo’n voorstelling waar een theatermaker als Jetse Batelaan een patent op heeft: hij weet chaos en mislukking altijd zo te keren en te draaien dat er een inzet in doorschemert. Hij is ook een meester in de timing van komische effecten. Niet zo in deze voorstelling: komische effecten gaan de mist in door gebrek aan timing, en van een inzet is ook weinig te merken. Misschien gaat het erover dat theater zich niet moet laten pimpen met horroreffecten à la robot killers, noch moet teren op overbekende verhaaltjes als Assepoester. Hoe dan ook: je merkt aan alles dat er niet genoeg gewerkt is op deze voorstelling. Komedie, en zeker clownerie, is echter een aartsmoeilijk genre: elk detail, elke seconde telt als je mensen aan het lachen wil krijgen. Dat lukte hier zelden.

‘Choreolab’ opende met ‘Hadal Zone’, een solo van en gedanst door Allison McGuire. Dat was meteen ook de het enige stuk van de avond dat een voldragen indruk naliet. De titel verwijst naar de diepste, onpeilbare laag van de oceaan. Mc Guire zelf spreekt van “beelden van verstikking en verwrongenheid, als uitdrukking van het onvermogen om onder woorden te brengen wat je eigenlijk wil zeggen”. Dat is zeker een manier om het stuk te lezen, maar het kiest daarvoor wel vormen die ook zonder die uitleg sprekend zijn.

In het tweede deel van ‘Hadal Zone’ wringt McGuire haar lichaam in haast onbegrijpelijke posities.

In een eerste beweging zien we hoe een half doorschijnend, elastisch wit doek, nagenoeg even groot als het podium, rijst en daalt. Caroline Mathieu versterkt dat bevreemdende beeld met vernuftige strijklichten. Al snel merk je dat er mensen – dat het er slechts één is kan je dan niet bevroeden – overeind komen, met handen en voeten in het doek prikken en dan weer neerstuiken onder dat doek. Het beeld herinnert onmiskenbaar aan ‘Noumenon’ van Alwin Nikolais uit 1953, en depersonaliseert de danseres net zo sterk.

Als ze dan toch ontsnapt uit dat doek, maar er zich nog even weer in laat wikkelen, volgt een tweede deel. Daarin wringt McGuire haar lichaam in haast onbegrijpelijke posities. Ze trekt bijvoorbeeld één been over haar schouder en sleept het dan voort met haar beide handen. Het is zo bizar dat ik even dacht twee mensen te zien, al was dat duidelijk niet zo. Het deed me denken aan een voorstelling als ‘Self Unfinished’ (1998) van Xavier Leroy, maar dan gebracht met een existentiële pathos die Leroy vreemd is. McGuire werkt dat beeld in korte scènes verder zo overtuigend uit dat het je als kijker overrompelt.

Dat leidt tot de vraag of OBV zichzelf en zijn dansers wel een dienst bewijst door voorstellingen als deze, die – op McGuire na dan – nog niet uitgekristalliseerd zijn tot een samenhangende choreografie, op een publiek los te laten. Vijf stuks na elkaar dan nog wel. Een choreografie is echter niet hetzelfde als een optelsom van aantrekkelijke bewegingen of leuke beeldvondsten. Een kleinere selectie, die wat meer tijd en ruimte kreeg, het zou een heel verschil maken.         

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login