Dans

Stations Louise Lecavalier / Fou Glorieux

Danseres met de langste adem

De Canadese danseres Louise Lecavalier danst met een virtuositeit die zó naturel oogt dat het soms wat spanning wegneemt. Vooral de momenten waarop ze losbreekt uit dat gemak zijn interessant. Lecavalier danst in één adem van afstandelijk naar intiem, en aan het einde valt alles samen.

Stations
Daphne de Roo ITA Amsterdam, in het kader van het Julidans Festival meer info download PDF
12 juli 2022

Louise Lecavalier bemant het podium in haar eentje. Een gespierde en toch frêle gestalte op een podium dat enorm lijkt. Aan weerszijden staan rijen spots, en nog eens vier lichtgevende pilaren geven de stemming aan. De kleine danseres draagt eenvoudige zwarte kleding, die contrasteert met haar wild krullende haar dat het licht van de spots weerkaatst. Ze heeft iets weg van een geest, of een engel.

Op het ritme van de elektrosoundtrack van Antoine Berthiaume begint ze soepel heen en weer te bewegen. Haar voeten schuiven schijnbaar moeiteloos over het podium, alsof ze tussen twee magneten zweeft. Met haar armen maakt ze draaiende bewegingen, als een zwemmer die oefent voor de golven op land, of een locomotief in volle rit.

Vier ‘stations’

Lecavalier deelde haar soloperformance op in vier delen, of vier ‘stations’, zoals zij ze noemt. Dwars over het podium lopen twee zwarte lijnen, maar denk maar niet dat de 63-jarige Canadese zich laat beperken tot dat spoor. Tussen de vier pilaren schiet ze alle kanten uit, nu eens in een onbeteugelde trance of drift, dan weer gevoelig en zacht. Vaak met een flinke dosis nonchalance, alsof haar lichaam gewoon uit zichzelf zo begon te bewegen.

Juist die nonchalance vraagt wel aandacht en wat verbeelding. Dan zie je misschien een vogel die voor het eerst uitvliegt, een oude rockfan die opgaat in aanbidding en haast bezwijkt van emotie, een luchtpianosessie en zelfs iemand die lijkt op te stijgen op een bezemsteel.

In de muziek van saxofonist Colin Stetson - bekend om zijn circulaire ademhalingstechniek, waardoor hij alles in één adem lijkt te spelen - heeft Lecavalier haar ideale partner gevonden. Ook zij danst vanuit één adem: haar benen vormen een stabiele basis, terwijl ze met haar armen, en vooral vingers, varieert.  

Toch zijn vooral de momenten waarop ze even loskomt uit die ‘adem’ interessant. Wanneer ze bijvoorbeeld haar ene been opheft in een hoge développé, terwijl ze nog altijd opzij glijdt met haar andere voet. Dat ongemak, het onzekere evenwicht, brengt een spanning binnen. Even is daar de acrobaat Lecavalier weer, een talent waar ze al jaren om bekendstaat.

Doe dat jasje uit

Waar deel één en twee gekenmerkt zijn door introversie, kijkt Lecavalier in deel drie en vier juist vaak het publiek in. Grimassend soms, onderzoekend en uitdagend op andere momenten. In deel drie werpen de spots een oranje gloed op haar, waardoor we de mens Lecavalier eindelijk zien. Ze veegt het zweet van haar voorhoofd, en beweegt rustiger, sensueler.

Jammer is dat ze tussen deel twee en drie een glimmend jasje aantrekt, dat ze tot aan deel vier aanhoudt. Af en toe danst ze met haar rug naar het publiek, maar het jasje valt zo los om het lichaam dat het de precieze bewegingen verbergt, en valt niet los genoeg om een extra effect te creëren. Ik betrapte mezelf op herhaalde ergernis: doe dat stomme jasje nu eens uit!

Het stomme jasje gaat uit, en Lecavalier keert nog eens haar rug naar het publiek, waarna ze achterwaarts wandelt tot aan de rand van het podium. Daar buigt ze ver achterover, tot ze het publiek indringend kan aankijken. Haar flexibiliteit, haar scherpe trekken die baden in wit licht, haar wilde lange haren die nu een grijze baard vormen; het is spookachtig geniaal. 

Deel vier sluit af met een door Antoine Berthiaume verlengde versie van ‘Nerissimo’, van Blixa Bargeld en Teho Teardo. ‘I sing what I sing best … black’, klinkt het onder verstilde en poëtische dans. Pas hier valt alles op zijn plaats; de gekozen kleuren blauw en rood, de muziek, de bewegingen. Plots hoor je ook hoe de voeten piepen over de vloer, wat misschien de betovering doorbreekt, maar ook de bewondering over de krachttoer doet toenemen. Het eindstation is zonder meer het beste station.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login