Stations Louise Lecavalier / Fou Glorieux
Danseres met de langste adem
De Canadese danseres Louise Lecavalier danst met een virtuositeit die zó naturel oogt dat het soms wat spanning wegneemt. Vooral de momenten waarop ze losbreekt uit dat gemak zijn interessant. Lecavalier danst in één adem van afstandelijk naar intiem, en aan het einde valt alles samen.

Louise Lecavalier bemant het podium in haar
eentje. Een gespierde en toch frêle gestalte op een podium dat enorm lijkt. Aan
weerszijden staan rijen spots, en nog eens vier lichtgevende pilaren geven de
stemming aan. De kleine danseres draagt eenvoudige zwarte kleding, die contrasteert
met haar wild krullende haar dat het licht van de spots weerkaatst. Ze heeft
iets weg van een geest, of een engel.
Op het ritme van de elektrosoundtrack van
Antoine Berthiaume begint ze soepel heen en weer te bewegen. Haar voeten
schuiven schijnbaar moeiteloos over het podium, alsof ze tussen twee magneten
zweeft. Met haar armen maakt ze draaiende bewegingen, als een zwemmer die
oefent voor de golven op land, of een locomotief in volle rit.
Vier ‘stations’
Lecavalier deelde haar soloperformance op in
vier delen, of vier ‘stations’, zoals zij ze noemt. Dwars over het podium lopen
twee zwarte lijnen, maar denk maar niet dat de 63-jarige Canadese zich laat
beperken tot dat spoor. Tussen de vier pilaren schiet ze alle kanten uit, nu
eens in een onbeteugelde trance of drift, dan weer gevoelig en zacht. Vaak met
een flinke dosis nonchalance, alsof haar lichaam gewoon uit zichzelf zo begon
te bewegen.
Juist die nonchalance vraagt wel aandacht en
wat verbeelding. Dan zie je misschien een vogel die voor het eerst uitvliegt,
een oude rockfan die opgaat in aanbidding en haast bezwijkt van emotie, een
luchtpianosessie en zelfs iemand die lijkt op te stijgen op een bezemsteel.
In de muziek van saxofonist Colin Stetson -
bekend om zijn circulaire ademhalingstechniek, waardoor hij alles in één adem
lijkt te spelen - heeft Lecavalier haar ideale partner gevonden. Ook zij danst
vanuit één adem: haar benen vormen een stabiele basis, terwijl ze met haar
armen, en vooral vingers, varieert.
Toch zijn vooral de momenten waarop ze even
loskomt uit die ‘adem’ interessant. Wanneer ze bijvoorbeeld haar ene been
opheft in een hoge développé, terwijl ze nog altijd opzij glijdt met haar
andere voet. Dat ongemak, het onzekere evenwicht, brengt een spanning binnen.
Even is daar de acrobaat Lecavalier weer, een talent waar ze al jaren om
bekendstaat.
Doe dat jasje uit
Waar deel één en twee gekenmerkt zijn door
introversie, kijkt Lecavalier in deel drie en vier juist vaak het publiek in.
Grimassend soms, onderzoekend en uitdagend op andere momenten. In deel drie
werpen de spots een oranje gloed op haar, waardoor we de mens Lecavalier
eindelijk zien. Ze veegt het zweet van haar voorhoofd, en beweegt rustiger,
sensueler.
Jammer is dat ze tussen deel twee en drie een
glimmend jasje aantrekt, dat ze tot aan deel vier aanhoudt. Af en toe danst ze
met haar rug naar het publiek, maar het jasje valt zo los om het lichaam dat
het de precieze bewegingen verbergt, en valt niet los genoeg om een extra
effect te creëren. Ik betrapte mezelf op herhaalde ergernis: doe dat stomme
jasje nu eens uit!
Het stomme jasje gaat uit, en Lecavalier keert nog eens haar rug naar het publiek, waarna ze achterwaarts wandelt tot aan de rand van het podium. Daar buigt ze ver achterover, tot ze het publiek indringend kan aankijken. Haar flexibiliteit, haar scherpe trekken die baden in wit licht, haar wilde lange haren die nu een grijze baard vormen; het is spookachtig geniaal.
Deel vier sluit af met een door Antoine
Berthiaume verlengde versie van ‘Nerissimo’, van Blixa Bargeld en Teho Teardo. ‘I sing what I sing best … black’,
klinkt het onder verstilde en poëtische dans. Pas hier valt alles op zijn
plaats; de gekozen kleuren blauw en rood, de muziek, de bewegingen. Plots hoor
je ook hoe de voeten piepen over de vloer, wat misschien de betovering
doorbreekt, maar ook de bewondering over de krachttoer doet toenemen. Het
eindstation is zonder meer het beste station.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz