Dans

Sideways Rain Guilherme Botelho

Overjaarse allegorie van 'de mens'

‘Sideways Rain’ ,een stuk van Guilherme Botelho uit 2011, maakt een zeer radicale keuze. Veertien dansers steken een uur lang van links naar rechts het podium over. Dat is alles. Het stuk herhaalt zo de baanbrekende geste van ‘Satisfying Lover’ van Steve Paxton uit 1967. Ook dat stuk kende geen andere actie. Maar terwijl Paxton ons beter wilde doen kijken, verleidt Botelho ons toch vooral met een allegorie over ‘de mens’. Werkt die nog tien jaar later, nu hij het stuk herneemt? 

Sideways Rain
Pieter T’Jonck Akademietheater Wien
Impulstanz Wien 2021
21 juli 2021

Helemaal eerlijk of juist is de vergelijking van ‘Sideways rain’ en Satisfying Lover’ niet. Het stuk van Paxton was geen uitgeschreven choreografie, maar een ‘score’: een set voorschriften die elke deelnemer naar eigen inzicht kan invullen. De regel was: stap in een bepaalde regelmaat, langs een vastgelegd pad, het podium over. Doe verder vooral niets bijzonders.

Omdat de deelnemers elk een ander startmoment kregen zag je hen zo met een andere tred en snelheid op verschillende momenten oversteken, elk op zijn of haar manier. Soms deden ze dat met velen tegelijk, soms was er maar één ‘beweger’ te zien. Meer was er niet aan.

Als ‘voorstelling’ provoceerde het stuk het publiek dat ‘dans’ verwachtte. Maar daar ging het niet om: het vroeg aandacht voor de buitengewone diversiteit en expressiviteit van een doodgewone handeling als stappen. Daarin sloot het aan bij de democratische tijdgeest.

‘Sideways Rain’ vertrekt van een zelfde radicaal vormprincipe. Ook in dit stuk bepaalt (schijnbaar) toeval hoeveel mensen tegelijk het podium oversteken. Het grote verschil is dat Botelho wel een choreografie bedacht daarvoor. Hij bepaalde bij elke overtocht hoe die moet uitgevoerd worden. Dat is  zelden in gewone wandelpas. De veertien performers komen hier ook niet ‘zoals ze zijn’: ze wisselen erg vaak van kledij, zodat je, van een zekere afstand, de indruk zou kunnen hebben dat er geen veertien, maar vele  tientallen mensen betrokken zijn bij het stuk. Tenslotte is er ook een overdonderende muzikale score van Murcof: een combinatie van elektronische en akoestische muziek die in golven aanzwelt en weer afzwakt.

In het begin komen de dansers voorbij op handen en voeten. Het kost ze moeite, en het gaat traag. Bij een tweede passage doen enkelen het al wat sneller. Sommigen hebben het kunstje beet bij een derde en vierde passage en flitsen bijna voorbij. Dan valt er eentje om, en nog eentje. Ze kijken achterom, naar de anderen die op hun af komen, en zetten dan ook weer hun tocht voort.

Daarmee is een eerste motief gegeven: de dansers als een kudde die in steeds grotere vaart vooruit snelt, en zelden achterom kijkt. Maar net die momenten van terugblikken luiden wel verandering in. Je kan er ook een Sisyfus verhaal zien in de dwangmatige herhaling van dezelfde beweging, zonder dat er iets verandert. Of zelfs een demonstratie van de gedachte van de Griekse filosoof Herakleitos: ‘Alles stroomt, niets blijft’.

Als er weer een danseres omtuimelt, ontdekt ze iets nieuws: ze zet haar tocht nu voort door zich ruggelings, met de benen voort te duwen. De anderen nemen dat over, en ook dit gaat steeds sneller. Meer variaties volgen. Dansers belanden op hun zitvlak en trekken zich met armen en benen voort, of maken merkwaardige rondtollende bewegingen, als radslagen laag bij de grond.

Zo belanden de dansers uiteindelijk op hun twee voeten en gaan ze stappen. Dat proberen ze in alle toonaarden: snel en traag, met de blik naar het publiek of weg ervan, vooruit en achteruit, armen vooruit, omhoog of afwerend. Ook dat ga je op de duur lezen als een allegorie van ‘de mens’ als het wezen dat leerde om op twee benen te lopen. (Denk maar aan het -alweer Griekse- raadsel van de sfinks over de mens als een wezen dat eerst op vier, dan op twee en tenslotte op drie poten loopt…).

Oude wijn in nieuwe zakken verkopen

Twee keer wordt van dat schema afgeweken. De eerste keer als een man en een vrouw elkaar bewegingsloos blijven aankijken te midden van het drukke geloop. De tweede, meest symbolische keer, als slechts één man moederziel alleen halt houdt. Hij probeert hier en daar iemand tegen te houden voor een aanraking of een omarming. Geen enkele partner gaat daar echter op in. Met iets wat op onverschilligheid lijkt trekken ze zich zacht los, of glijden weg uit zijn armen. Sorry, geen tijd hiervoor. Het gebaar wordt een beweging op zich, die toegevoegd wordt aan de andere.

Ool daar lees je als vanzelf betekenis in: in zijn streven om vooruit te raken verliest ‘de mens’ oog voor zijn medemens. Al wat telt is de race vooruit. De ratrace?

Daarop volgt een apotheose in twee bewegingen. Steeds meer dansers snellen voorbij met de arm vooruit en het hoofd afgewend, als om iets te vermijden dat op hen afkomt  -komt daar de titel ‘Sideways Rain’ vandaan? Op de toppen van hun vingers dragen ze draden die blijven hangen in de ruimte. Zo ontstaat een raster, een kooi van evenwijdige lijnen die de looplijnen van de dansers nu zichtbaar afbakenen, als hekkens in een kippenren.

Dat beeld bevestigt de eerdere suggestie dat de mensheid gevangen zit in een ratrace. Finaal steekt de ene na de andere danser, nu op topsnelheid, naakt het podium over. De soundtrack bij dit beeld van de ‘naakte mens, in al zijn kwetsbare ijdelheid’ -het is moeilijk om dit nog anders te lezen- is overdonderend. In Wenen volgde daarop stormachtig applaus.

Ik vroeg me alleen af waar het publiek dan zo voor applaudisseerde. De voorstelling is slim opgebouwd, daar niet van. Onderhoudend is ze zeker ook. Maar de allegorische beelden, en de gedachten die ze opwekken, zijn ouderwets en zo algemeen dat ze niets werkelijk vertellen.

Dat voelde voor mij al in 2011 aan als vals spelen: een typische avant-garde strategie misbruiken om te scoren als ‘hedendaagse’ maker, om oude wijn in nieuwe zakken te verkopen. In 2021 wordt dat gebrek aan echte urgentie ergerlijk. Als we nu over ‘de mens’ willen spreken (al vind ik dat in se al een slecht idee), dan moeten we de focus misschien toch verbreden naar die van alle levende wezens en de planeet als geheel.

De slappe allegorietjes van Botelho houden zich daar ver vandaan. Waar applaudisseerde het publiek eigenlijk voor? Wat zegt dat over de plaats van de dans vandaag? 

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login