Alegria: In A New Light Cirque du Soleil
Vlieg, spring, buitel, maar struikel of lach niet
Alegria. Je hoeft het Spaanse woord voor ‘vreugde’ maar uit te spreken en jong maar zeker oud laten de borst zwellen in een kreet die terug te voeren is tot het iconische lied – en de gelijknamige voorstelling van Cirque du Soleil uit 1994. Nu dertig jaar later is er een herwerkte versie ‘Alegria: In A New Light’. Al lijkt het toch vooral alsof de tijd is stil blijven staan.

Het blijft een impressionant beeld: die kenmerkende witte tent van Cirque du Soleil die je al van ver ziet opdoemen. De ‘Big Top’ met pieken als van opklopte meringue. Vol vlaggen en wimpels en met een voortent die bijna net zo groot is als de speeltent zelf, met drie bars, twee fotostands, en twee merchandise shops vol waaiers, shirts, pruiken, mokken en magneten. Er is zelfs een boek van Daniel Lamarre, CEO van Cirque du Soleil, te koop. Titel? ‘Prenez votre envol’ of neem de vlucht vooruit, sla je vleugels uit. Meer dan over het artistieke proces gaat het over een onderneming opstarten én terug op koers krijgen. Vijf jaar geleden ging Cirque du Soleil immers mede door Corona failliet (redding boden Canadese pensioenfondsen). Maar als een feniks uit de as verrezen, heeft Cirque du Soleil weer zijn envol genomen met acht reizende shows en zeven sedentaire shows (o.a. in Las Vegas).
Escapisme is soms een zegen en vaak een noodzakelijke troost maar bij dat laatste laat ‘Alegria: In A New Light’ enkele steken vallen.
De ‘oude nieuwe’ show ‘Alegria: In A New Light’ ging in première in 2019 en toert sindsdien weer wereldwijd. Ze moet dan ook het roemrijke verleden terug doen stralen. In 1994, toen nog onder impuls van de Belgische regisseur Franco Dragone (overleden in 2022), werd de show ‘Alegria’ een begrip. Je zou de ‘herinterpretatie’ dertig jaar later, in een regie van Jean-Guy Légault, kunnen afdoen als commerciële recyclage. Dat doet de cynicus in mij op weg naar de voorstelling toch. Dat is echter buiten de busrit gerekend waar ik hoor hoe een moeder haar puberdochter in geuren en kleuren vertelt welke diepe indruk ‘Alegria’ bij haar naliet toen ze de voorstelling eind jaren negentig in Antwerpen zag. Niet alleen circusfamilies geven tradities door, ook generaties publiek doen dat.
Tot zover het vertederde hart dat spreekt. Als je wat kritischer kijkt, dan mag ‘Alegria’ misschien wel tijdloos zijn, maar is het nog de vraag of ‘Alegria: In A New Light’ ook de tand des tijds zal doorstaan. Want er is wel wat veranderd in dertig jaar tijd. In de wereld sowieso, in wat we als ‘groots spektakel’ beschouwen ook, en nog meer in wat circus kan zijn. Het hedendaags circus wordt gekenmerkt door een beweging van secularisering met begrippen/waarden als authenticiteit, feilbaarheid, antispektakel en (soms zelfs letterlijk) samen met het publiek circus maken. Het voelt hier welhaast onwezenlijk om nog vol devotie omhoog te kijken naar engelen die in het tentenzwerk zweven. Maar aan de andere kant, wie wil de hemel afzweren? Escapisme is soms een zegen en vaak een noodzakelijke troost maar bij dat laatste laat ‘Alegria: In A New Light’ wel enkele steken vallen.
Een rondje Cirque du Soleil bashen is in bepaalde (artistieke) middens al langer een favoriete bezigheid waarbij de verdienste vergeten wordt die het Canadese circusgezelschap wereldwijd voor de uitstraling van het circus heeft gehad. Voor elke glans in de ogen van een moeder met haar puberdochter, werkt de naam Cirque du Soleil voor een ander als een rode lap op een stier. Vijftien jaar terug al maakte wijlen Patrick De Witte, gekend als columnist (pdw), zich al vrolijk kwaad over Cirque du fucking Soleil omdat “die lui niet aan kunst maar aan turnen doen”. In een interview in Knack met Circus Ronaldo klonk het onlangs genuanceerder “We streven niet naar perfectie zoals Cirque du Soleil”. Hoeveel is aan van die kritiek? Om het in de woorden van landgenoot, de Canadese rapper Drake – te zeggen: there’s room for improvement. Of eerder, misschien, net het omgekeerde.
De magie van het circus zit niet in het zichtbare onzichtbaar maken. Integendeel.
Dat begint al met de tent. Een beetje goed tentcircus moet ruiken. Naar tentdoek en halfdroog vertrappeld gras. Maar de tent van Cirque du Soleil is dan wel een tent, ziet eruit als een tent, maar voelt en ruikt niet als een tent met de airco op de hoogste stand zodat je er op een zomerdag nog een snotvalling opdoet. Wat, in vergelijking met de grote zalen en arena’s waarin het circus soms speelt, wel voor deze tent pleit is dat die zelfs met een capaciteit van 2.500 toeschouwers verrassend intiem aanvoelt doordat het publiek in de breedte halfrond gespreid wordt (je hoeft dus echt geen dure tickets rang 1 of 2 te nemen, al blijft het prijskaartje dan nog stevig). Het decor heeft de fantasie van een pretparkattractie, incluis een draaiende scène en een trits muzikanten die je - afgezien van de twee zangeressen - nauwelijks te zien krijgt. Het is zonde om net het live aspect van de muziek, die zo bepalend is voor ‘Alegria’, te negeren door de band half te verbergen achter een doek als was het onzichtbaar behang. Omdat een band niet alleen het gezicht is maar ook de ‘band’ met wat zich op scène of in de piste afspeelt. De band fungeert als medespeler zoals zo mooi blijkt bij traditionele familiecircussen maar ook in veel hedendaags circus (zoals drumster Engel Peet in ‘60 degrees of separation’). De magie in het circus zit niet in het zichtbare onzichtbaar maken. Integendeel, door het raderwerk te laten zien, zoals de rigging bijvoorbeeld, wordt die handeling net betekenisvoller (het samen letterlijk het risico dragen) en daardoor ook veel spannender.
Het verhaal is al even onzichtbaar in ‘Alegria: In A New Light’. Voor het spektakel begint, staat in de arena een scepter als een oversized gouden zaadcel op zijn dooie eentje te kronkelen. De zot Mr Fleur (een soort hoedenmaker als in Tim Burtons ‘Alice in Wonderland’) grijpt de staf en de kroon (tot zover nog de realiteit buiten de tent) als aanzet voor de vreugdevolle overname van de oude aristocratische macht door het jonge geweld. Aldus de communicatietekst toch. Het is kenmerkend voor de nouveau cirque traditie waarin Cirque du Soleil pionierde: de circusnummers worden verbonden door een verhaal dat er betekenis aan geeft. Deze nieuwe versie van ‘Alegria’ moet je echter al onder een vergrootglas leggen om dat nog te zien.
Wat we wel zien, uiteraard, zijn enkele topstunts. Cirque du Soleil staat er immers om bekend talent aan de internationale circushogescholen te scouten en voormalige topsporters te rekruteren. De acrobatie op buigzame houten stokken, de buitelingen op de ingebouwde trampolines of zwevend in het zwerk met trapezes, de solo jongleer act: ze zijn ontegensprekelijk impressionant. Tegelijk – en dat pleit voor Vlaamse circussen - zagen we al even goede, zo niet betere uitvoeringen van bekende nummers zoals de hoepelact bij traditionele familiecircussen in Vlaanderen.
Maar we moeten wijlen (pdw) wel gelijk geven dat het soms meer op turnen lijkt dan op kunst. De artiest verbergt zich eerder achter zijn technische uitvoering dan dat hij zich via zijn techniek uitdrukt. Ook de kostuums en schmink hebben dat effect. Cirque du soleil heeft een eigen kostuumatelier dat stoffen ontwerpt en bedrukt. De prints, die als een tweede huid op het lichaam passen, ademen een soort exotisme zoals dat van veel Eurosong acts: een mix van ethnic tribe en glitter.
Het blijkt de achilleshiel van Cirque du Soleil: in de drang tot perfectie, is het moeilijk om de aardse menselijke ziel, het hart dat oprispt, het lichaam dat struikelt op te vangen.
Die schone schijn werkt, maar slechts tot op bepaalde hoogte. Vlieg, spring, buitel maar struikel of lach niet. Want zo straf als de acrobatie is, zo tenenkrullend zijn de clownsnummers. Ze hebben een groot aandeel in de show maar voelen als een lang uitgesponnen running gag aan. Het typische clownsduo, ook fysiek: de kleine gezette en lange dunne, mag dan in technisch opzicht misschien dienen als opvulsel bij de change overs, maar hoeft daarom nog niet die indruk te wekken. Er zijn oude clownsnummers in overvloed die een opfrissing of eigen interpretatie kunnen gebruiken, zowel uit de theatrale kant van de commedia dell’arte of de bouffons als uit de muzikale traditie. Hier blijft het bij een vreemd gestuntel, met scènes die niet worden afgemaakt en een regie die daarvoor weinig ruimte biedt. Het blijkt de achilleshiel van Cirque du Soleil: in de drang tot perfectie, is het moeilijk om de aardse menselijke ziel, het hart dat oprispt, het lichaam dat struikelt op te vangen.
Zo zijn er nog wat vreemde inconsequenties: er is een imposant moment (de sneeuwstorm) die dan onhandig opgeruimd wordt. De wereldhit ‘Alegria’ indachtig is het een commercieel raadsel waarom het luchtballet aan straps niet langer wordt uitgesponnen en choreografisch niet sterker wordt uitgewerkt. Op dat vlak bezorgt deze voorstelling soms meer gefrons dan vreugde. Het blijkt een vreemd anachronisme. Talent genoeg en tegelijk toont het zich blind voor hedendaagse evoluties en negeert het krachten van het traditionele circus.
Zo wordt ‘Alegria: In A New Light’ dan toch een museumstuk. De tijd is hier blijven stilstaan. “Le risque est si inhérent au processus créatif qu'essayer de l'éliminer peut tuer l'esprit de liberté, pourtant au cœur de toute innovation,” staat in het boek van de CEO van Cirque du Soleil te lezen Misschien wordt het toch tijd om dat ook toe te passen op het artistiek verhaal.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz